De VN schreeuwt de laatste tijd steeds harder dat we als mensheid iets moeten ondernemen om de broeikasgassen onder controle te krijgen. Het IPCC rapport van 8 oktober 2018 werd snel opgevolgd door andere waarschuwingen in voorbereiding op de COP24 in Katowice in Polen later dit jaar. 2017 was eens te meer een wereldwijd record voor wat betreft de uitstoot van CO2 en dat terwijl vele landen in 2015 in Parijs zich hadden gecommitteerd aan het terugdringen van broeikasgassen om zo de wereldwijde temperatuurstijging tot 1,5 graad te kunnen beperken.
In navolging daarvan hebben we op Europees niveau afgesproken om onder andere in 2030 de uitstoot van auto’s te verminderen met 40% ten opzichte van 1990. Ook het klimaatakkoord dat deze zomer door de Nederlandse regering werd gepresenteerd, spreekt over vergaande acties, wat in combinatie met het sluiten van de Groningse gaskraan, heeft geleid tot veel discussie in onder meer de bouwsector en tot onrust bij huiseigenaren over hoe ze ook in de toekomst hun huis op koude dagen kunnen verwarmen.
De benodigde transitie stuit op grenzen
Sinds deze extreem warme en droge zomer waarvan we de consequenties nu nog zien in onder andere de lage waterstand in de rivieren en de daaruit voortvloeiende hoge brandstofprijzen, is het niet alleen het willen of moeten voldoen aan wat er in Parijs besproken is, maar zeker ook het persoonlijke besef van steeds meer mensen dat grote klimaatveranderingen desastreus zullen zijn voor het leven op aarde zoals wij dat gekend hebben. Helaas hebben de laatste jaren, maanden en ook weken aangetoond dat de steeds groter wordende druk om actie te ondernemen, gepaard gaat met het bereiken van grenzen. Bijvoorbeeld:
– Het Nederlandse klimaatakkoord is het resultaat van vele gesprekken tussen personen uit verschillende geledingen van de samenleving gedurende de eerste maanden van 2018, maar helaas lagen met betrekking tot sommige thema’s de wensen en eisen van betrokkenen zo ver uit elkaar, dat het akkoord geen houvast biedt om op korte termijn tot grote stappen te komen;
– Als één van de grootste uitstoters van CO2 in Nederland wordt er ook naar Tata Steel in IJmuiden gekeken in de verwachting dat zij een grote stap zullen zetten. In een interview halverwege november gaf de directeur van Tata Steel IJmuiden aan pas in 2050 CO2 neutraal te kunnen zijn;
– President Macron van Frankrijk heeft vanaf zijn aantreden met betrekking tot de brandstofprijzen de lijn van vorige regeringen doorgetrokken, wat vanaf november 2018 geleid heeft tot de ‘gele hesjes beweging’: burgers vanuit verschillende groeperingen van de samenleving laten door hun protesten zien deze prijzen niet meer te accepteren.
Van triple bottom line naar boven- en ondergrenzen
Waar we sinds de club van Rome in 1968 en het Brundtland rapport uit 1987, en voornamelijk dankzij John Elkington’s boek uit 1999, uitgaan van een duurzame samenleving die uitgaat van een ‘triple bottom’ (people, planet, profit), lijken de ontwikkelingen van de laatste tijd er steeds meer op te duiden dat er twee duidelijke grenzen zijn: 1. De grens van het maximale wat wij van de natuur kunnen vragen en 2. De grens van het minimale wat wij als mensheid nodig hebben om goed te kunnen leven. Kate Raworth heeft dit verwerkt in de Doughnut Economy. De afspraken die zorgen dat wij als mensheid tussen deze boven- en ondergrens kunnen blijven leven zouden we de economie kunnen noemen. Iets wat ook recht doet aan de term economie: de leer die zich bezighoudt met de verdeling van schaarse goederen – hoe verdelen we de goederen zodanig over de mensen dat we allemaal goed kunnen leven, en daarbij ook de natuur nu en in de toekomst geen schade berokkenen?
Het WWF – in Nederland bekend als Wereld Natuurfonds – kwam op basis van deze inzichten in hun Living Planet Report van 2006 al tot een grafiek om aan te geven hoe duurzaam in de samenlevingen in de verschillende landen in de wereld zijn: op de ene as staat de ecologische voetafdruk uitgedrukt in benodigde planeten voor de betreffende levensstijl (de bovengrens); op de andere as staat de Human Development Index van de Verenigde Naties (de ondergrens). Door deze figuur is duidelijk te zien dat er maar erg weinig landen voldoen aan de maximale bovengrens EN de minimale ondergrens: namelijk een aantal Latijns Amerikaanse landen, waaronder Colombia. Om aan de minimale criteria van duurzaamheid te voldoen is het dus zaak om de ecologische voetafdruk te verkleinen én de ontwikkelingsmogelijkheden te vergroten.
Waar het bij de snelle groei van landen als China en India vaak gaat over het willen halen van het Westerse welvaartsniveau (in de Figuur dus rechts bovenin), zal er veel meer gekeken moeten worden naar landen in Latijns Amerika: hoe verdelen deze landen de benodigde goederen en blijven daarbij onder het natuurlijke maximum en boven het menselijk minimum (in de Figuur dus in het hokje links onderin)? Mensen als de Chileen Manfred Max-Neef (Ontwikkeling op menselijke schaal), wijlen de Braziliaan Paulo Freire (Ecopedagogie) en de Colombiaan Arturo Escobar (Alternatief ontwikkelingsdenken) hebben aangetoond dat een niet-Westers-gefocust ontwikkelingsdenken kan leiden tot grote stappen in de richting van een duurzamere wereld. Ik pleit dan ook voor een verruiming van onze Westerse visie op duurzaamheid waarbij het maximaal mogelijke vanuit de natuur en het minimaal geaccepteerde vanuit de mensheid leidend zijn voor het maken van afspraken over de verdeling van de goederen. Als voorbeeld hierbij moeten we afstappen van de Westerse wereld als ideaal, maar veel meer kijken naar andere delen van de wereld. Hierbij kan het voorbeeld van Latijns Amerika ons op vele vlakken helpen.
Sjors Witjes heeft vele private en publieke organisaties in verschillende delen van de wereld ondersteund met het verbeteren van hun bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van de samenleving. In zijn huidige rol als universitair docent aan de Nijmegen School of Management van de Radboud Universiteit bereidt hij de nieuwe generatie voor op hun rol in de ontwikkeling van een duurzamere samenleving door nauw samen te werken met kleine en grote organisaties. Voor meer informatie: https://sjorswitjes.wordpress.com