Sinds mijn vorige column van amper een maand terug over de klimaatopgave, de energietransitie en circulaire economie is er veel gebeurd. U heeft daar in het publieke domein misschien niet altijd even veel van gemerkt, maar er wordt hard gewerkt aan een nieuw Klimaatakkoord (2019) dat na de zomer in concept klaar moet zijn. Ook komt het Kabinet Rutte III nog voor de zomer met een reactie op de Transitieagenda’s Circulaire Economie.
Onderdeel van dat alles is een kennis-, transitie en investeringsagenda. En laten we helder wezen: als dat klaar is en later dit jaar door de Tweede Kamer komt, dan zijn het nog steeds alleen maar plannen met een budget. Dan moet het echte werk, de Grote Opgave, de Maatschappelijke Verbouwing, de Triple-Transitie nog beginnen. Daarop vooruitlopend, en noodzakelijkerwijs uitgelijnd met wat er nu komen gaat een aantal suggesties om samen de komende 10 jaar de transitie vorm te geven.
Here comes the Sun
Uit recent onderzoek blijkt dat 5.500 KM2 van Nederland geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen. Dat is 5,5 % van de totale beschikbare oppervlakte van Nederland. Momenteel wordt bij benadering 12 KM2 benut (ong. 0,22 %). Als de volledige 5.500 KM2 benut wordt, kan in theorie Nederland meer dan driekwart van haar totale finale energieverbruik opwekken met zonne-energie. (Bron: Nationaal Solar Trendrapport, 2018).
Wat is de business case als we dit in 10 jaar willen realiseren, hoe zouden burgers samen met bedrijven en overheden dit kunnen financieren, hoeveel arbeidsplaatsen schept dit en hoeveel arbeidsplaatsen zijn er nodig om de installatie die we dan hebben te onderhouden? Mocht u onrustig willen worden: gelijksoortige rekensommetjes zijn te maken voor de ontkoppeling van het gas en de installatie van WKK, de buurtbatterij, smart-grids en nog veel meer.
Radicaal isoleren
In Nederland moeten bijna acht miljoen gebouwen worden verduurzaamd naar CO2-neutraal (in 2050) zoals opgenomen in het Klimaatakkoord van Parijs. Daarvoor resteren nog ongeveer 8000 arbeidsdagen. Dit betekent dat we 800-1000 gebouwen per dag moeten omturnen willen we die planning halen. Dit is een opgave van ongekende omvang. Vele menen dat het zelfs een onmogelijke opgave is. Nu worden misschien 10-20 woningen per dag verduurzaamd (Bron: Bouwagenda, 07.06.17.) Mogelijk ligt dit getal nu iets hoger, maar het is nog steeds merkwaardig weinig ten opzichte van de opgave.
Met dat tempo wordt de doelstelling uit het Klimaatakkoord in het jaar 2350 gehaald. Niet iedereen is het met deze getallen eens en er wordt zelfs door bepaalde beroepsgroepen gesproken van onverantwoord gedrag van het Kabinet Rutte III om de ambitie #vanhetgaslos bij nieuwbouwhuizen per 1 juni in te laten gaan. Opnieuw kunnen we hier met z’n allen eens kijken naar de business case, de arbeidsplaatsen (direct en indirect), de kennis die we hier mee opbouwen en het nieuwe Nederlandse export product dat we hier mee ontwikkelen.
Lusten en lasten verdelen
Het kost niet zoveel moeite deze twee voorbeelden aan te vullen met alle mogelijke plannen in andere sectoren en bedrijven. Of het nu gaat om de landbouw, de chemie, het transport of de gebouwde omgeving, overal moeten we ambitieuze stip-op-de-horizon programma’s ontwikkelen die de transitie in een versnelling brengen. Misschien dat het daarbij goed is om niet altijd uit te gaan van het bestaande en de belangen die daarmee gemoeid zijn. Dat samen vormt de gevestigde orde en die heeft er alle belang bij dat wat nu is te houden. Zeker, men is bereid aan te passen en mee te bewegen, maar laten we helder wezen, het moet niet te radicaal want dat zou nu juist die bestaande orde in gevaar kunnen brengen. En daar zit wel een beetje de kneep als het gaat om transitie met succes te realiseren. In dat debat is de rol van bedrijven eigenlijk niet scherp, zeg maar rustig: onderbelicht. Maar een heel beperkt aantal bedrijven is verantwoordelijk voor een de-proportioneel groot gedeelte van de CO2-uitstoot en het energiegebruik. Het zou misschien wel tijd zijn om echt en daar mee bedoel ik fundamenteel debat te voeren over de rol van bedrijven in de transitie. Hoe u er ook over denkt: ik vind dat we dat nog veel te weinig en veel te oppervlakkig doen.
Triple-Transitie Opgave
We leven in roerige tijden. Transitie noemen we dat ook wel. Als we heel eerlijk zijn is dat nog maar net begonnen. Bepaalde beroepsgroepen worden nu ‘opeens’ wakker en beginnen te roepen dat het tempo veel te hoog ligt. Dat we meer tijd nodig hebben om te kunnen anticiperen op de consequenties. Wie dat echt meent heeft de afgelopen tijd zitten slapen. Het is transitietijd en dat is het nu. Dat gaat van ‘au’ en onverwacht en ingrijpend. Maar dat had iedereen kunnen weten. En nee: er is geen plan, geen blauwdruk of marsroute voor de komende tien jaar. We gaan het doen en we gaan het zien.
Wat ik nu maar hoop is dat we de opgaven waar we voor staan niet opnieuw gaan verzuilen; daar zijn we immers goed in, zo leert het verleden. We staan voor drie grote opgaven die bij elkaar horen, die in hetzelfde huis wonen. Hoe lastig ook: we zullen ze vanuit die ingewikkeldheid als een geheel moeten benaderen en niet los van elkaar. Ik ben zo vrij geweest dit inmiddels het label ‘Triple-Transitie Opgave’ mee te geven en daar een drietal bijdragen over schrijven. Dit was het derde deel van het drieluik. Deel 1 en deel 2 verschenen op Duurzaamnieuws op 25 maart en 8 april.
Jan Jonker
is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. De afgelopen twee jaar heeft hij onderzoek gedaan naar de Circulaire Economie in Nederland. De ideeën uit dat onderzoek zijn nu uitgewerkt in een Werkboek Circulaire Business Modellen. Het werkboek helpt mensen stapsgewijs hun eigen circulaire business model te ontwikkelen; wat ondersteund wordt door 30 speciaal gemaakte circulaire infographics van bedrijven en instellingen. Dit werkboek verschijnt op 19 mei a.s. en is daarna gratis beschikbaar via de website van Circulaire Business Modellen: http://bit.ly/2EV6qc2