Duitsland en de EU zijn er toch akkoord over dat nieuwe auto’s na 2035 een verbrandingsmotor mogen hebben, mits deze op co2-neutrale brandstof rijdt. De regering in Berlijn heeft belangrijke garanties gekregen dat de regels van de EU technologie-neutraal zijn. Die laten nu ruimte voor het gebruik van zogenaamde e-brandstoffen. In eerdere voorstellen zouden na 2035 alleen elektrische auto’s verkocht mogen worden.
Maar die zogenaamde e-brandstoffen zijn nog niet op grote schaal in productie. Bovendien zijn ze zeer omstreden. Bij het gebruik van deze brandstoffen komt ook CO2 vrij in de atmosfeer. Maar het idee is dat die uitstoot even groot is als de hoeveelheid die uit de atmosfeer wordt gehaald om de brandstof te produceren. Dat zou het proces als geheel CO2-neutraal maken.
Wat zijn e-brandstoffen?
E-fuels, electrofuels of elektrobrandstoffen zijn synthetische brandstoffen die met behulp van elektriciteit worden geproduceerd uit afgevangen koolstofdioxide of koolstofmonoxide en waterstof. Die wordt verkregen uit duurzame elektriciteitsbronnen zoals wind- en zonne-energie, of uit kernenergie. E-brandstoffen komen voor als benzine, diesel, e-kerosine, e-methaan of e-methanol.
Leveranciers en oliemultinationals verdedigen e-brandstoffen, net als een aantal autofabrikanten die niet willen dat hun voertuigen log worden door zware batterijen.
E-brandstoffen worden nog niet op grote schaal geproduceerd. De eerste commerciële fabriek ter wereld werd in 2021 geopend in Chili, gesteund door Porsche en gericht op de productie van 550 miljoen liter per jaar. Andere geplande fabrieken zijn de Noorse Norsk e-Fuel, die in 2024 moet beginnen te produceren en zich richt op vliegtuigbrandstof.
Zijn e-fuels efficient?
E-brandstoffen kunnen worden gebruikt in bestaande voertuigen met een verbrandingsmotor en worden vervoerd via bestaande logistieke netwerken voor fossiele brandstoffen. Voorstanders zeggen dat e-fuels een manier zijn om de CO2-uitstoot van ons bestaande wagenpark te verminderen, zonder elk voertuig te vervangen door een elektrisch exemplaar.
Critici benadrukken dat de productie van e-brandstoffen erg duur en energie-intensief is. Volgens een artikel uit 2021 in het tijdschrift Nature Climate Change vereist het gebruik van e-fuels in een auto met verbrandingsmotor ongeveer vijf keer meer hernieuwbare elektriciteit dan het gebruik van een batterij-elektrisch voertuig.
Sommige beleidsmakers voeren ook aan dat e-brandstoffen moeten worden gereserveerd voor sectoren die moeilijk koolstofvrij te maken zijn, zoals de scheep- en luchtvaart – die, in tegenstelling tot personenauto’s, niet gemakkelijk op batterijen kunnen werken.