De Europese Commissie wil het Europese klimaatdoel voor 2030 over de 28 individuele EU lidstaten verdelen. Ook presenteerde de Commissie een lange termijnstrategie voor het klimaatvriendelijk maken van de transportsector, op dit moment de snelst groeiende bron van CO2-uitstoot in Europa.
Het klimaatverdelingsplan (de “Effort Sharing Regulation”) verdeelt de inspanningen voor broeikasgasreducties voor de sectoren transport, landbouw, bebouwde omgeving en afval (sectoren die buiten het Europese CO2-emissiehandelssyssteem vallen, bijna 60% van alle broeikasgasemissies van Europa). Nederland zal zijn emissies voor deze sectoren per 2030 met 36 procent moeten verminderen ten opzichte van 2005, onder andere door het renoveren van gebouwen, het vergroenen van de landbouwsector en het gebruik van schone auto’s, bussen en vrachtwagens. Een nieuw onderdeel van het Effort Sharing voorstel is dat EU-lidstaten voor een deel emissierechten op basis van bosbeschermingsprogramma’s mogen gebruiken om hun nationale doelen te halen.
D66-Europarlementarier Gerben-Jan Gerbrandy reageert:
“Met dit plan haalt Europa waarschijnlijk haar klimaatdoel, maar meer dan het minimaal noodzakelijke zit er niet in. De Commissie zit klem in een strijd tussen de nationale regeringen om vooral zo min mogelijk te doen voor een schone economie. Elke boom en elk blaadje wordt geteld om onder extra inspanningen uit te komen, terwijl een schone en efficiënte economie juist noodzakelijk is om concurrerend te blijven in de toekomst. Nederland en andere Europese landen zouden juist gezamenlijk de leiding moeten nemen in het beter hergebruik en recyclen van materialen, het renoveren van gebouwen en schone innovatieve transportsystemen. Dat verbetert onze concurrentiekracht en we zijn het verplicht aan de komende generaties.”
Ook Bas Eickhout van GroenLinks is teleurgesteld in het voorstel dat nu op tafel ligt: “Een half jaar geleden zijn klimaatafspraken in Parijs gemaakt. De EU heeft zich daar verbonden aan doelstellingen die enkel behaald kunnen worden door een fiks aantal versnellingen bij te schakelen. Helaas zien we nu dat de Europese Commissie met beleidsvoorstellen komen die doen alsof de COP21 nooit heeft plaatsgevonden. Als we het tempo van dit voorstel volgen dan blijven we niet onder de twee graden.”
Eickhout maakt zich ernstig zorgen over het feit dat de Europese Commissie voorstelt om permanente uitstoot van fossiele brandstoffen te compenseren door tijdelijke opslag van CO2 in bodem en bomen te stimuleren. Landen kunnen bijvoorbeeld ‘credits’ verdienen voor het planten van bomen, waardoor ze hun CO2-uitstoot minder hoeven terug te dringen.
“Dit is een volkomen verkeerde aanpak. Om een simpel voorbeeld te geven: één bosbrand en alle opgeslagen CO2 is weer terug in de atmosfeer. Ik ben absoluut voor het stimuleren van bosgroei, maar het mag nooit een excuus zijn om andere sectoren uit de wind te houden. Alle economische sectoren moeten verplicht worden hun uitstoot te verminderen. Dat is goed voor innovatie en goed voor het klimaat,” stelt Eickhout.
Het Europees Parlement en de Europese regeringen zullen na het zomerreces de voorstellen bespreken en onderdelen van het plan amenderen.
“Dit is een volkomen verkeerde aanpak. Om een simpel voorbeeld te geven: één bosbrand en alle opgeslagen CO2 is weer terug in de atmosfeer. Ik ben absoluut voor het stimuleren van bosgroei, maar het mag nooit een excuus zijn om andere sectoren uit de wind te houden. Alle economische sectoren moeten verplicht worden hun uitstoot te verminderen. Dat is goed voor innovatie en goed voor het klimaat,” stelt Eickhout.