Een week nadat de Nederlandse vertaling van Fire and Fury was uitgekomen, had ik me er doorheen geworsteld. Als er ook maar 10 % waar is van wat de schrijver Michael Wolff in 330 bladzijden heeft geschetst over de sfeer in het Witte Huis van Donald Trump dan is het even verbijsterend als verontrustend.
Dat Trump een idioot is, hoeft niemand meer te verbazen, maar dat het hele Witte Huis bestaat uit een ongeorganiseerde apenrots die wordt gevuld met een staf van enkele honderden communicatiemanagers, strategie adviseurs, veiligheidsadviseurs, hielelikkers, baantjesjagers en volstrekt ondeskundige vazallen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen kan toch niet waar zijn. Toch is dat het beeld dat Wolff ervan geeft. Het grootste deel van zijn beschrijvingen gaat over Donald Trump en Steve Bannon zijn bijzondere strategie adviseur, maar daarbuiten karakteriseert hij een hele rij personen als incapabel, doortrapt of min of meer geschift.
Eigenlijk is het boek één grote karaktermoord op de hele staf, omdat hij meer slechte karaktereigenschappen bij iedereen vermeldt, dan feiten en daden. Wolff beweert dat alles is gebaseerd op honderden gesprekken, maar het is niet duidelijk waar hij citeert of waar hij zijn eigen mening over een persoon geeft. Gedurende de 23 hoofdstukken lijkt het alsof er een patroon bestaat waarin twee groepen van rivaliserende stafleden onderling strijden om de aandacht van Trump in hun vertwijfelde pogingen om invloed op hem te hebben. Maar omdat er steeds weer spelers worden ontslagen en dan weer opgevolgd worden door anderen, en Trump alle adviezen in de wind slaat, zich nergens langer dan een minuut in verdiept en volstrekt wispelturig al improviserend zijn eigen intuïtie volgt, geeft die rode draad niet veel houvast over de dingen die er in het jaar zijn gebeurd.
Wie iets meer zou willen weten over de problemen in de VS politiek omtrent ziekteverzekering, migratie, werkeloosheid, handelstekorten, begrotingstekorten en buitenlandse zaken, kan beter een paar films van Michael Moore bekijken. Fire and Fury gaat niet over politiek en niet over beleid maar over de zieke sfeer, psychologische typeringen en de intriges. Zowel Trump als Bannon worden als volslagen imbecielen afgeschilderd. Buiten de staf in het Witte Huis spelen er machtsspelletjes met congresleden en senaat en worden er intensieve contacten onderhouden met een legertje invloedrijke miljardairs. Dat het Amerikaanse volk hiervoor gekozen heeft en niet is staat is hun zogenaamde democratie beter te organiseren zegt ook veel over hun. Er zullen ook veel goede mensen wonen, maar dat ongeveer 35 % van het volk nog steeds pal achter Trump staat is voor ons onbegrijpelijk.
Het zou enorm geholpen hebben als er wat organogrammen in het boek waren opgenomen of wat verklaringen over de diverse taken en bevoegdheden van de afdelingen. Ook een afbeelding en een korte omschrijving van de vele spelers, hun achtergronden, functies en posities zou het boek leesbaar hebben kunnen maken. Nu is er niet dooreen te komen zonder dat je met de laptop er naast steeds de namen Google in tikt zodat je dan via Wiki een beeld kunt vormen. Ik kan me niet voorstellen dat er van de 1.7 miljoen Amerikanen die het boek gekocht hebben, veel ook tot het einde door zullen lezen. Het kan aan mij liggen of aan de vertalers, maar met zoveel bijzinnen zonder komma’s moest ik bijna elke bladzij twee keer doorspitten om te snappen wat er stond.
Wat bij blijft is een sfeertekening en als die juist is, en geen fake zoals Trump beweert, dan moeten we rekening houden met het einde van de Verenigde Staten van Amerika als wereldleider. Een gelijkenis met de val van het Romeinse rijk door interne problemen, dringt zich op.
Han Blok