Tijdens de tweede week van de klimaattop schrijft GroenLinks-Europarlementariër en delegatielid van het Europees Parlement Bas Eickhout tijdens de COP28 een dagelijkse update over de gang van zaken en meest recente ontwikkelingen in de onderhandelingen. In de updates gaat hij in op de afgelopen week.
Dag 5
Vandaag kwam de COP28, de klimaattop in Dubai, tot een eind. De top was de eerste officiële evaluatieronde sinds het Parijs-akkoord, de discussie rond het eind van fossiele brandstoffen stond hierbij centraal. Bas Eickhout, GroenLinks-Europarlementariër en lid van de delegatie van het Europees Parlement: “Deze klimaattop was een unieke kans om als wereld het einde van het fossiele tijdperk in te luiden, met die inzet kwam ook Europa hierheen. Voor de energiesector is dat nu gelukt. Dit een kraakhelder signaal naar fossiele landen en investeerders: olie, gas en kolen zijn op hun weg naar buiten, duurzame energie heeft de toekomst.”
Al in de aanloop naar de top was het duidelijk dat dit de top moest worden waarop de wereld eindelijk zou erkennen dat er een einde moet komen aan fossiele brandstoffen. Eickhout: “Op een internationale top als deze moet iedereen instemmen, van Saudi-Arabië tot Europa. Daarom was een scherpe uitfasering voor de gehele wereldeconomie onmogelijk in de tekst te krijgen. De uiteindelijke tekst is dus een compromis, maar wel een goed compromis. We beginnen bij de energiesector en er wordt ruimte gelaten voor verschillende snelheden. Tot nog toe was het onmogelijk om überhaupt over fossiel zwart op wit te krijgen in de eindteksten, dit is dus een gigantische stap voorwaarts.”
De tekst over fossiel is onderdeel van een veel langere tekst die richting geeft aan een volgende ronde klimaatdoelen. Eickhout: “Voor het eerst worden er concrete doelen geformuleerd voor de wereld, zoals het verdriedubbelen van duurzame energie en verdubbelen van energie-efficiëntie. Uiteindelijk is het echter cruciaal dat landen dit vertalen in nieuwe nationale ambities, zodat ze daaraan gehouden kunnen worden. Deze oproep had ik echter nog wel iets scherper willen zien.”
Nu de COP28 is afgelopen, schrijft de Europese klimaatwet voor dat de Europese Commissie komend jaar klimaatdoel voor 2040 presenteert. Als eerste stap worden er in februari opties voor dit doel gepresenteerd. Eickhout: “Nu de wereld zich hier, onder leiding van Europa, heeft gecommitteerd aan het einde van fossiel in de energiesector, moet dit een belangrijk onderdeel zijn van het klimaatdoel van 2040. Europa kan niet meer om de hete brij heen draaien, ook wij hebben nu de plicht een eind te maken aan fossiel.”
Nu de klimaattop op zijn einde is zullen de afspraken dit jaar verder worden uitonderhandeld in werkgroepen, waarna Azerbaijan aan de beurt is om COP29 te organiseren in Bakoe.
Dag 4
Vandaag is vooral een dag van wachten: wachten op de laatste teksten. Het grootste deel van de bezoekers aan de top is al vertrokken en de hoofdonderhandelaars zoeken elkaar op achter de schermen. Dat maakt dat de sfeer een bijzondere mix van spanning en stilte is, af en toe doorbroken door een persconferentie waar iedereen naartoe rent. Wat we wel al weten is dat de top uitloopt, want de zelfopgelegde deadline van dinsdag elf uur ‘s ochtends (lokale tijd), is al ruim overschreden. De kans is groot dat we de avond, nacht, of verder de woensdag in gaan.
Gisteravond kwamen de eerste ontevreden reacties van vele partijen naar buiten, van de Verenigde Staten en Europa, tot kleine eilandstaten. Die laatste waren kristalhelder: wij zetten onze handtekening niet onder ons doodvonnis. Ook de Afrikaanse Unie was scherp in haar kritiek vanochtend. Hun topprioriteiten, zoals een heldere tijdlijn en financiering voor klimaatadaptatie, staan niet in de tekst. En die vraag is te begrijpen, want de impact van klimaatverandering is veel groter in veel Afrikaanse landen.
Tegelijk was de persconferentie de dood in de pot. Volgens landen als Oeganda en Nigeria is olie hun ‘reddingsboei’ en kunnen ze zich zonder olie-inkomsten niet ontwikkelen. Dat ze geld nodig hebben klopt en ook deze landen hebben het volste recht om zich te ontwikkelen, maar de kern is nou juist dat ze dat op een duurzame manier moeten doen, willen we klimaatverandering niet laten ontsporen. Hopelijk kunnen zij leren van onze fouten.
De Chinezen en Indiërs, toch landen die er toe doen, zijn opvallend stil. Ze kijken hoe het spel zich ontvouwt. In de kleine kamertjes zijn ze actief, maar in de media houden ze zich op de vlakte. Van China weten we dat het vooral zijn nationale soevereiniteit verdedigt, zoals zij zeggen: “nationale doelen zijn nationaal van aard”. De wereld moet China niet voorschrijven hoe het klimaatactie moet ondernemen. India zegt op te komen voor ontwikkelingslanden, maar heeft nog geen statement afgegeven.
Als we hier weg willen gaan met een ambitieuze conclusie, zal de voorzitter een brug moeten slaan tussen arm en rijk, om kritiek van beide kanten wegnemen. Helderheid over geld voor klimaatadaptatie, in ruil voor een scherpe tekst op fossiel en duurzame energie. Uiteindelijk is ambitie alleen mogelijk als het rechtvaardig voelt voor iedereen. Pompen én verzuipen is niet de enige manier.
Om die landingszone zo goed mogelijk voor te bereiden is Europa de hele dag aan het onderhandelen, worden gelijkgezinde landen (de zogenaamde High Ambition Coalition) bij elkaar gebracht en blokkades weggenomen. Dit moet resulteren in een nieuwe tekst, die ergens vanavond wordt verwacht. De kans is groot dat de voorzitter dit zal presenteren als de eindtekst en wil voorleggen aan de plenaire vergadering voor een goedkeuring. Dat betekent wel een gok, want als veel landen ontevreden zijn, is er een kans dat ze zich tegen het voorstel uitspreken en het blokkeren.
We moeten dus zien hoeveel Europa heeft weten binnen te slepen op klimaatambitie om te kunnen oordelen of wij zouden moeten weglopen. Daarmee zet je het proces onder hoogspanning en maak je jezelf niet populair. En dus moet je het alleen doen als je daarmee iets concreets binnen kunt halen. Zoals China en India deden in Glasgow. Als de volgende tekst op tafel ligt, wordt het duidelijk of Europa zich deze vraag moet gaan stellen, of dat er na vierentwintig uur onderhandelen iets op tafel ligt wat van Nigeria tot Nederland te verdedigen is. Voorlopig kan ik niet meer doen dan in spanning afwachten.
Dag 3
Gisteravond organiseerde de voorzitter van de klimaattop een intens kringgesprek voor ministers, de zogenoemde ‘Majlis’. Hier konden de hoofdonderhandelaars van tal van landen voor het oog van de wereld nog een laatste boodschap meegeven voor de nieuwe conceptteksten, waar op dat moment nog druk aan werd gewerkt. Na een intense dag vol meetings met hoofdrolspelers zoals de Chinezen en Japanners, heb ik nu even de tijd om jullie bij te praten over de nieuwste ontwikkelingen: zojuist is namelijk een nieuwe concepttekst gepresenteerd.
Zoals eerder gezegd, is dit jaar de klimaattop van de eerste ‘global stocktake’, een officiële evaluatieronde die moet vertellen waar we staan wat betreft klimaatactie en hoe we die de komende jaren moeten versnellen. Het is daarom cruciaal dat de nieuwe teksten die voor liggen niet alleen de juiste conclusies trekken over het gebrek aan actie (dat weten we al jaren), maar landen duidelijke instructies krijgen voor een nieuwe ronde klimaatplannen (NDCs). Zodat we over twee jaar, wanneer iedereen in het ritme van het Parijs-akkoord met nieuwe NDCs moeten komen, de nodige versnelling in gang zetten.
Dit is mede waarom het zo belangrijk is dat landen erkennen dat er een einde moet komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Een cynicus kan deze woorden lezen als vage beloften, maar door de link met de nieuwe doelen waar landen mee moeten komen, wordt het wel degelijk iets waar ze op kunnen worden aangesproken. Hetzelfde geldt voor andere doelen waar Europa zich in de onderhandelingen hard voor heeft gemaakt, zoals het verdrievoudigen van duurzame energie en het verdubbelen van energie-efficiëntie voor 2030. En de manier waarop gesproken wordt over de doelen: gaat het alleen over CO2 of ook over methaan?
Dan over de nieuwe conceptteksten: het is duidelijk dat het spel op de wagen is. Waar we gister nog moesten werken met een tekst met vele opties, moeten de huidige teksten een basis vormen voor de eindconclusies. Omdat de voorzitter ongewoon duidelijk is over dat hij morgen wil afronden, is de kans groot dat deze conceptteksten dicht bij het beoogde eindpunt liggen. Helaas, zou ik willen zeggen, want de teksten die voorliggen zijn een teleurstelling.
Allereerst de beruchte paragraaf over fossiel. Bewoording over het uitfaseren van fossiel ontbreekt en het gaat nu om ‘verminderen’ rond 2050, in lijn met de wetenschap. Dat laatste is bedoeld als geruststelling, maar niet het heldere signaal waar Europa en veel andere landen om vragen. En het signaal wat de markt nodig heeft om te versnellen en stoppen met investeringen in nieuw olie en gas. Ook laat het met ‘verminderen’ nadrukkelijk de route open om het te blijven hebben over emissies, in plaats van het stoppen met fossiel zelf. Het is een balansoefening om iedereen aan boord te houden, maar daarmee dreigt deze top in een teleurstelling uit te lopen.
Ook op andere vlakken is de tekst flink afgezwakt. Zo worden landen niet meer ‘gevraagd’, maar ‘aangemoedigd’ om met ambitieuze nieuwe doelen te komen. Bovendien is de oproep om versneld actie te ondernemen, ook op gebied van fossiele brandstoffen, veranderd in een keuzemenu met allerlei mogelijke acties. Dit geeft ook echt weinig duidelijkheid aan landen die straks op basis van deze tekst moeten werken aan hun nieuwe NDCs.
Daarmee komt er een teleurstellend einde aan een lange dag, maar het maakt ook strijdbaar. De eerste stap is dat Europa met de vuist op tafel zal moeten slaan en duidelijk maakt dat dit onacceptabel is, ook als dat betekent dat er meer tijd nodig is. Daarnaast moet Europa nu de landen opzoeken die ook meer ambitie willen, zoals ontwikkelingslanden en eilandstaten. Zij moeten zich duidelijk uitspreken en losrukken van olie- en gaslanden.
De eerste signalen die ik krijg gaan inderdaad die kant op: ook buiten de EU zijn veel landen echt ontevreden en spreken zich daar duidelijk over uit. De rest van de nacht volgen nu onderhandelingen over deze tekst en wat er allemaal verbeterd moet worden. Het lijkt erop dat we nog een dag hebben om een echt resultaat in de tekst te krijgen, zodat ook Europa met opgeheven hoofd huiswaarts kan. Vooralsnog lijkt het einde van fossiel echter niet meer dan een fata morgana.
Dag 2
Vandaag mijn tweede dag op de klimaattop, maar het voelt nog wat onwennig. Natuurlijk hebben we een strak programma met ook vandaag weer ontmoetingen met delegaties, zoals Canada, Singapore en Bangladesh. Toch is het wat zoeken, want het terrein is zo groot opgezet dat de ‘toevalligheid’, die zo belangrijk is in onderhandelingen, vrijwel afwezig is. Je komt niet zomaar iemand tegen voor een onderonsje of de laatste informatie. Elke delegatie heeft zijn eigen gebouw of verdieping. Daardoor ontbreekt tot nu toe het gevoel van druk die nodig is om tot resultaten te komen.
Er is nog geen man overboord, want met een deadline op dinsdag gaan we nu pas echt de laatste dagen in. Een klimaattopdeadline is zo zacht als boter, al lijkt de voorzitter dit jaar wel echt érg gefocust om het dinsdag af te ronden. Voor de laatste onderhandelingen is het meest politieke onderwerp ‘het einde van fossiel’. Het voelt in een stad als Dubai paradoxaal, maar die uitspraak is dichterbij dan ooit. Want hoewel klimaatverandering komt door het gebruik van fossiele brandstoffen, heeft nog geen enkel van de 27 voorgaande toppen dat geconcludeerd.
In de afgelopen twee jaar probeerde Europa, samen met gelijkgezinde landen bewoording over fossiele brandstoffen in de eindtekst van een klimaattop te krijgen. Twee jaar geleden in Glasgow lukte dat alleen wat betreft kolen, en dan nog werd dit het zwakkere ‘afbouw’, in plaats van een echte ‘uitfasering’ Dit gebeurde onder druk van China en India. Vorig jaar wisten landen als Egypte, Rusland en Saudi-Arabië dit uit de tekst te houden. Dit jaar heeft Europa zich voorbereid en is met een duidelijk doel naar de top gekomen: er moet een einde komen aan fossiel.
Ook nu woedt er een strijd langs traditionele lijnen en zijn olie- en gasproducerende landen felle tegenstanders van dergelijke teksten. Zij proberen met name ontwikkelingslanden aan hun zijde te krijgen, geholpen door de ruim 2.000 lobbyisten van fossiele bedrijven, die ook toegang hebben tot de klimaattop. Dat het nu menens is rond het einde van fossiel, laat ook de brief van de voorzitter van de organisatie voor olie-exporterende landen (OPEC), daar wordt de hitte gevoeld van het einde van het fossiele verdienmodel. Hij roept de OPEC-landen op om elke tekst te blokkeren die het uitfaseren van fossiele brandstoffen noemt. Een kat in het nauw.
In de discussie rond het einde van fossiel zien we grofweg twee soorten argumenten. Ten eerste het argument van ‘eerlijkheid’. Het Westen heeft een eeuw lang geprofiteerd van de rijkdom en ontwikkeling die komt met het gebruik van fossiele brandstoffen, dat kunnen we landen en mensen die dat nog niet hebben niet ontzeggen. We moeten daarom hooguit onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen ‘verminderen’, maar niet ‘uitfaseren’. Voor veel landen is het inmiddels echter goedkoper om versneld duurzame energie te ontwikkelen. Dit alternatief moet dan ook een stevige positie in de tekst krijgen, waarin zowel doelen als financiering terug moeten komen, zodat duidelijk is dat een einde aan fossiel niet de ontwikkeling van armere landen in de weg zit
Daarnaast wordt geprobeerd om het puur en alleen te hebben over het verminderen van uitstoot; niet over de oorzaak van het probleem, namelijk het verbranden van fossiele brandstoffen. Dit lijken twee kanten van dezelfde medaille, maar dat is niet vanzelfsprekend voor iedereen. Uitgestoten CO2 zouden we immers ook kunnen opslaan en onder de grond, middels zogenaamde CCS (Carbon Capture and Storage). Ook wel ‘abatement’ genoemd, en dus willen olie- en gaslanden alleen een einde aan ‘unabated’ fossiel: dus je mag alles nog opbranden, zolang je het maar opvangt. Hoewel dit inderdaad een puzzelstukje van de oplossing is voor sectoren zoals cement, waar nog geen goed duurzaam alternatief voor is, is het volstrekt ongeloofwaardig om dit als oplossing voor de hele economie neer te zetten. Vaak zijn er goedkopere alternatieven en is het simpelweg technisch onmogelijk.
De kern van deze discussie is dat woorden er toe doen. Wordt het ‘phase down’, ‘phase out’ of noemen we niets? Wordt het ‘unabated’ fossiel of niet? En durven we als wereld een tijdspad te noemen? Voor nu liggen er vijf opties op tafel, met elk hun eigen ambitieniveau, hun eigen achtergrond en belangen.
De komende dagen moet er stap voor stap gefilterd worden en een uitweg gevonden in de uiteindelijke concluderende teksten. Vanavond wordt er een nieuwe tekst verwacht, waarin waarschijnlijk het keuzemenu aan opties wordt ingeruild voor een zin, maar met woorden als ‘unabated’ tussen haakjes. Dat is dan de basis voor de laatste 48 uur onderhandelen.
Voor nu is het nog echt onduidelijk of Europa haar zin gaat krijgen. Saudi-Arabië zou er relaxed bij zitten en zich gesterkt voelen door landen als Noorwegen en de Verenigde Staten, die best kunnen leven met een zwakkere tekst. Het is daarom cruciaal dat andere blokken, zoals de eilandstaten, zich gaan uitspreken. Dit moet snel gebeuren, als we het laten aankomen op de laatste uren is het echt te laat. Op dit moment zit het einde van fossiel nog in de pijplijn, de vraag alleen is: komt het er ook uit?
Dag 1
Daar gaan we dan: de tweede week van COP28 is gestart. Ik ben samen met meer dan 84.000 deelnemers afgereisd naar Dubai voor de grootste klimaattop ooit. Te midden van een vrij absurdistisch toneel van superjachten, olie-miljarden en permanente airco – die zelfs de koudste maand in dit land draagbaar moet maken – moet er groots geleverd worden. Dit alles komt samen bij de voorzitter van de klimaattop: Sultan Al Jaber. Een olie-CEO, die inmiddels een jaar lang oproept tot meer ambitie en zelfs minder fossiel. Onder zijn leiding moet een flinke dosis cynisme worden ingewisseld voor een hoopvolle conclusie.
Dat gaat niet vanzelf, en dus is het aan de 198 landen op de top om in onderhandelingen te komen tot gezamenlijke eindteksten. Dat betekent: tot in de late uurtjes onderhandelen, schaven aan woorden in nieuwe conceptteksten en zorgen dat iedereen aan boord blijft. Als lid van de delegatie van het Europees Parlement spreek ik met de delegaties van andere landen, deel ik de laatste ontwikkelingen en heb ik het met hen over mijn inzet voor de onderhandelingen. In deze eerste update een korte terugblik op afgelopen week en een vooruitblik op aankomende week. Waar gaat het deze klimaattop nu echt over?
In het Parijs-akkoord heeft de wereld afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden, en er alles aan te doen het onder de 1,5 graad te houden, om zo de klimaatschade minimaal te houden. Hoewel de toppen die volgen wel degelijk zin hebben gehad – we stevenden anders af op 5 tot 6 graden opwarming – gaat het nog altijd niet snel genoeg. Volgens de laatste projecties warmt de aarde ondanks alle nationale klimaatdoelen tegen 2100 met bijna 3 graden op.
Hoewel deze klimaattop idealiter dus ambitieuzere klimaatdoelen zou opleveren, is dat in eerste instantie niet het centrale thema van deze top. COP28 is met name bedoeld om de tussenstand op te maken middels de zogenaamde ‘Global Stocktake’. Dit is een centraal onderdeel van het Parijs-akkoord, waarbij elke vijf jaar wordt geconcludeerd waar de wereld staat wat betreft klimaatactie en welke nieuwe stappen moeten worden genomen. Die eerste vraag is snel beantwoord: we doen te weinig. Belangrijk voor deze klimaattop is echter welke vervolgstappen er in de conclusies komen te staan en hoe hard deze geformuleerd zijn: dat bepaalt namelijk hoe de landen aan de slag moeten met hun nieuwe klimaatplannen.
Omdat de hele wereld het in consensus eens moet worden, zal het niet makkelijk zijn om met sterke taal naar huis te gaan. Ontwikkelde en ontwikkelingslanden, olieproducenten en eilandstaten die nu al verdrinken: ieder land kan een eindtekst blokkeren. Een cruciale voorwaarde voor succes is daarom solidariteit. Helpen rijke landen, die het leeuwendeel van de uitstoot voor hun rekening nemen, ontwikkelingslanden met hun klimaataanpak, het aanpassen aan klimaatverandering en het aanpakken van al geleden klimaatschade niet, dan zal de kans op een sterke eindtekst ook klein zijn.
Vorig jaar draaide de klimaattop daarom om het vergoeden van klimaatschade (loss and damage), zoals overstromingen. Er werd toen besloten dat er een fonds moest komen om arme landen hierbij te helpen. Afgelopen jaar is er druk onderhandeld over hoe dit fonds eruit moet komen te zien en de conclusies werden voorgelegd op deze top. Tegen de verwachtingen in, gingen alle landen daar op de eerste dag al mee akkoord. Daarop volgden zelfs (weliswaar relatief kleine) toezeggingen van rijke landen. Dat succes werd een belangrijke vertrouwensbasis, en de weg is daarmee vrijgemaakt voor een ambitieuze eindtekst.
De komende dagen schrijf ik over die discussie, waarbij één centraal element deze top beheerst: onderschrijft de wereld dat er een eind moet komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen? Want hoewel dat misschien logisch lijkt, zijn er tal van landen die het alleen willen hebben over de uitstoot van broeikasgassen, niet de oorzaak. Of die alleen willen praten over het gebruik verminderen, maar niet willen stoppen.
Als we klimaatverandering een halt willen toeroepen en de energietransitie verder willen versnellen, betekent dat duidelijkheid over het einddoel: een wereld die afscheid neemt van fossiele energie. 2023 kan en moet het jaar worden dat de wereld zich hieraan committeert, waarmee deze top alsnog een echt succes kan worden. Met zo’n boodschap zou ik met een opgeheven hoofd huiswaarts kunnen keren.
Bas Eickhout