Er is geen akkoord bereikt over regels rond “solar-engineering” – technologieën die het zonlicht dimmen om de klimaatverandering te temperen. Afrikaanse landen hadden voor een verbod gepleit, maar dat komt er voorlopig niet.
Zonnestralingsbeheer (Solar radiation management of SRM) verwijst naar vormen van geo-engineering die het licht van de zon weerkaatsen of filteren, bijvoorbeeld door stoffen in de atmosfeer te pompen. Minder zonlicht betekent minder opwarming, zeggen de voorstanders, en zo wordt de klimaatverandering tegengegaan.
De voorbije week werd op de Milieuvergadering van de VN in het Keniaanse Nairobi gesproken over een internationaal kader om de technologie en het onderzoek ernaar te reguleren. Zwitserland stelde een expertenpanel voor om de “risico’s en opportuniteiten” van SRM te onderzoeken. In dat panel zouden dan vertegenwoordigers van regeringen en internationale onderzoeksinstituten zetelen.
Maar Afrikaanse landen verzetten zich tegen het onderzoek, en bij uitbreiding tegen de hele technologie. In een brief aan de voorzitter van de gesprekken pleitten de landen onomwonden voor een wereldwijd verbod. De risico’s zijn veel te groot, zeggen ze, en bovendien ondermijnt de optie van SRM “echte klimaatoplossingen”.
Omdat de standpunten zo ver uiteenliepen, trok Zwitserland het voorstel terug. Daardoor komt er dus voorlopig geen internationaal kader, maar ook geen verbod op SRM.
Controversieel
Dat betekent niet dat iedereen zomaar zijn gang kan gaan. Sinds 2010 geldt er een de facto moratorium op geo-engineering in het algemeen, afgesproken op de Conventie rond Biodiversiteit. Er zijn wel uitzonderingen mogelijk voor kleinschalige wetenschappelijke studies.
De technologie roept wel nog steeds veel vragen op. Tegenstanders wijzen bijvoorbeeld op het risico van verschuivende regenpatronen, die voedselschaarste en honger kunnen veroorzaken. En de – al dan niet realistische – optie om de planeet kunstmatig af te koelen kan vervuilers ook groen licht geven om verder te doen.
Omdat pogingen om de technologie te reguleren zo traag verlopen, neemt de kans toe dat een machtig land of bedrijf op eigen houtje gaat experimenteren. Mogelijk gaat dat ten koste van anderen, en dat kan leiden tot conflict, zeggen critici.