Belasting op energie zou moeten stimuleren dat bedrijven sneller overgaan tot het opwekken van schone energie. Maar in het huidige systeem van energiebelasting werkt het precies andersom: hoe meer energie een bedrijf verbruikt, hoe minder belasting het betaalt.
Het nationale beleid voor de tarieven milieubelasting waaronder de energiebelasting (eb) en de opslag duurzame energie (ode) kent een aantal uitgangspunten :
- De energiebelasting (eb) is oorspronkelijk bedoeld als regulerende belasting met het doel het gebruik van fossiele energie terug te dringen ten gunste van groene energie. (De term regulerend is later ten onrechte weggevallen toen ook groene energie belast werd).
- De opslag duurzame energie (ode) is bedoeld om de kosten voor subsidies waaronder SDE en SDE+ te dekken.
- De totale lasten zijn 50/50 verdeeld over huishoudens en bedrijven
- Het principe is dat de vervuiler betaalt.
- Omdat concurrentie kan optreden is gekozen voor een degressieve belastingstructuur (d.w.z lagere tarieven bij meer verbruik volgens een aantal schijven)
Het belangrijkste uitgangspunt, dat deze belastingen zijn bedoeld om de overgang naar duurzame energie te bevorderen ontbreekt.
Zowel de degressieve structuur als de zogenaamd redelijke 50/50 verdeling van de lasten zijn niet met droge ogen te verdedigen. Beiden zijn in strijd met het principe de vervuiler betaalt, omdat de bedrijven ongeveer 4 keer zoveel energieverbruiken en dus per hoeveelheid energie vier keer zo weinig betalen. De opmerking over concurrentie in de uitgangspunten ter verdediging van de degressieve structuur verraadt dat het klimaat wordt opgeofferd ter wille van de economie.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Ten slotte pleit ik ervoor dat er in verband met de noodzakelijke omslag van aardgas naar andere energiebronnen een gelijke heffing per energie-inhoud nodig is.
Om deze bezwaren te illustreren heb ik onderstaand de energie-inhoud van een m3 aardgas op 9 kWh gesteld en alle ode en eb tarieven 2018 in Eurocent per kWh energie gegeven.
Milieubelastingen in Eurocent per kWh
Aardgas m3/j | ode | eb | Elektriciteit
kWh/j |
ode | eb |
Tot 170.000 | 0,32 | 2,9
|
Tot 10.000 | 1,32 | 10 |
Van 170.000 tot 1 miljoen | 0,12 | 0,7 | 10.000-50.000 | 1,80 | 5,3 |
1 – 10 miljoen | 0,043 | 0,26 | 50.000 – 10 miljoen | 0,48 | 1,4 |
>10 miljoen | 0,023 | 0,14
|
> 10 miljoen | 0,02 | 0,1 |
> 10 miljoen zakelijk | 0,057 |
Omdat voor aardgasgebruikers tot 1 miljoen m3 /j geldt dat de heffing per kWh energie inhoud van elektriciteit 3,5 tot 8 keer hoger is dan voor aardgas is dat geen stimulans om naar warmtepompen over te schakelen. Zelfs als de warmtepomp maar ¼ van de hoeveelheid energie verbruikt, worden de hogere aanschafkosten nooit terugverdiend.
Voor de kostprijs van stroom uit zonnepanelen of windturbines moeten we rekenen met €0,06 – 0,08 per kWh. Omdat door bedrijven met meer dan 10.000 kWh/j relatief weinig belasting wordt betaald, is de stimulans om dit te vervangen door duurzame energie te gering. Dit bezwaar wordt nog versterkt doordat duurzame energie niet is vrijgesteld. Alleen door de salderingsregeling is het voor de laagste schijf interessant om te investeren in duurzame opwek. Juist deze regeling dreigt te worden afgeschaft.
De degressieve belastingstructuur betekent dat de overschakeling naar duurzame energie voor een bedrijf extra hoge belastingdruk oplevert. Het systeem werkt dus geheel averechts. De bedrijven zullen daar dus niet uit zichzelf toe overgaan.
Het uitgangspunt van de regering om de totale lastendruk voor huishoudens en bedrijfsleven 50/50 te verdelen, gaat er dan ook van uit dat deze lastendruk permanent zal blijven. De bescherming van de concurrentiepositie voor het bedrijfsleven gaat dus geheel ten koste van de noodzakelijke transitie naar duurzame energie. Het klimaat wordt geofferd om de economie te redden.
Ik hoop dat minister Wiebes begrijpt dat we er zo niet komen.
Han Blok