De Nederlandse industrie kan veel energie besparen door restwarmte met behulp van warmtepompen op te waarderen tot proceswarmte. Dit is effectiever dan het grootschalig inzetten van industriële restwarmte voor het verwarmen van huizen. Dit zegt Tjeerd Jongsma, directeur van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT), waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken voor innovaties in de procestechnologie.
Het opwaarderen van restwarmte (‘afvalwarmte’) tot proceswarmte is geen belofte meer maar realiteit in de papierfabriek van Smurfit Kappa in Roermond. Een warmtepomp onttrekt warmte aan vochtige lucht van 64 oC die vrijkomt bij het drogen van papier en wekt hiermee verzadigde stoom van circa 115 oC op. Met die stoom maakt het bedrijf warm water om te gebruiken op diverse plaatsen in het proces. Op deze manier is het bedrijf in staat met iedere kilowattuur aan elektriciteit vier kilowattuur aan proceswarmte uit restwarmte op te wekken. Dat scheelt in het aardgasverbruik en dus ook in de uitstoot van CO2. De lage stroomprijs van de laatste jaren maakt het voor bedrijven aantrekkelijk om de komende tijd in dergelijke systemen met warmtepompen te investeren.
De nieuwe besparingstechniek komt voort uit een gezamenlijke ontwikkeling van Smurfit Kappa, Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), Bronswerk Heat Transfer en IBK Koudetechniek binnen het CATCH-IT-project van ISPT.
Het beter benutten van industriële restwarmte is ook iets wat de regering graag ziet. Zij wil de komende jaren stimuleren dat de huishoudens en bedrijven in Nederland minder gas en meer duurzame warmte en restwarmte gebruiken voor verwarming en verhitting. In zijn brief aan de Tweede Kamer van 2 april jongstleden geeft de minister Henk Kamp van Economische Zaken als voorbeeld het aanleggen van warmtenetten om de restwarmte van de industrie te kunnen inzetten voor het verwarmen van huizen en gebouwen. Dit bespaart veel energie en verlaagt de CO2-uitstoot.
Volgens Jongsma ligt het echter voor de hand om de restwarmte eerst in de industrie zelf te benutten en daarna pas te gebruiken voor het verwarmen van huizen. “Als de industrie op grote schaal gebruik gaat maken van warmtepompen leidt dit sneller tot het bereiken van ons doel, namelijk het terugdringen van het aardgasgebruik en verminderen van de CO2-uitstoot, zonder dat we in fijnmazige en dure warmtenetten hoeven te investeren”, stelt Jongsma.
Het CATCH-IT-project heeft bewezen dat het mogelijk is om warmte op een economische manier terug te winnen uit restwarmtestromen. Het bewijst daarnaast dat mkb-bedrijven met hun innovaties voet aan de grond in de procesindustrie kunnen krijgen door met meerdere partijen samen te werken in een groot project. De samenwerking tussen enerzijds Bronswerk Heat Transfer (warmtewisselaars) en IBK Koudetechniek (warmtepompen) en anderzijds Smurfit Kappa en ECN heeft tot daadwerkelijke invoering van de nieuwe techniek geleid. “Dit is een prachtig voorbeeld van samenwerking en verdient navolging. Voor de Europese industrie ligt er een grote uitdaging om dit soort besparende technieken breed in te zetten. Nederland kan hierbij de voortrekker zijn”, aldus Jongsma.