Hebt u het ook gemerkt? Het is lente! In mijn tuin springen de narcissen, krokussen en tulpen omhoog, om genadeloos te worden opgeknabbeld door onze konijnen of ondergegraven te worden door onze katten. Maar dat houdt de lente niet tegen!
Als mijn vroege trein vertrekt schijnt de zon al volop en in plaats van door het donker te rijden, doorkruist mijn treinroute nu weer bij daglicht steden, dorpen en velden in twee provincies. De meeste plekken waar mijn trein langs zoeft of waar hij stil staat, ken ik. Veel stationsnamen en uitzichten associeer ik met organisaties, initiatieven en mensen die ik in de afgelopen jaren heb leren kennen door hun inzet voor een duurzame samenleving; doordat ze het niet bij ideeën laten, maar omdat ze – allemaal op hun eigen manier – aan de slag zijn gegaan. Groene daken. Duurzame mode. Een Fairtrade gemeente. Een cultuurcoöperatie. Zonnepanelen in het veld. Een microbrouwerij. Een pop-up buurtrestaurant. In de verte windmolens die stroom leveren aan een lokale energiecoöperatie.
Bij al deze initiatieven horen vernieuwers die elk op hun eigen manier nieuwe diensten, nieuwe producten, nieuwe manieren van werken en nieuwe transactiemodellen realiseren. Wat al deze pioniers verbindt is dat het hun uitgangspunt is geweest om een probleem aan te pakken, om iets te verbeteren of gemakkelijker te maken. Het succes van hun concept hangt voor de initiatiefnemers primair af van het realiseren van die uitgangspunten.
Samen vertegenwoordigen al dit soort ondernemingen, want dat zijn het, een visie op een economie waarbij het behalen van financiële winst niet langer de centrale motivatie is. Dat schept ruimte voor het experimenteren met nieuwe transactiemodellen en het ontwikkelen van nieuwe business modellen
Is dat nieuw? Nee. Mensen met visie zijn van alle tijden. Nieuw is dat nieuwe business modellen meer en meer verankerd raken in onze samenleving. Niemand kijkt meer op van een lokale energiecoöperatie. Sterker nog, meer en meer gevestigde ondernemingen krijgen oog voor dit soort ontwikkelingen. ‘Duurzame samenleving’ en ‘circulaire economie’ zijn ingeburgerde begrippen in het bedrijfsleven en bij de overheid.
Je zou verwachten dat financiële, bedrijfskundige en economische opleidingen hier op inspringen en de bankiers, de managers en de economen van morgen klaar stomen voor een samenleving die nieuwe en oude visies op de economie mixt. Nieuwe vormen van ondernemerschap hebben immers behoefte aan nieuwe vormen van financieel-economische dienstverlening met kijk op nieuwe transactiewaarden, zo zou je denken.
In de praktijk valt dat echter tegen, zo blijkt. Verleden week stond in Duurzaam Nieuws een oproep tot vernieuwing van het economisch onderwijs. De ondertekenaars beamen dat een duurzame transitie van onze samenleving een brede en integrale kijk op economie vereist. De economen, de bankiers en de bestuurders van de toekomst moeten nu al leren dat de gangbare neoliberale visie op economische ontwikkelingen niet de enige is, zo vinden de ondertekenaars die stuk voor stuk hun sporen hebben verdiend in het duiden van nieuwe en duurzame visies op de economie, en die voor het merendeel actief zijn in het wetenschappelijk onderwijs.
Behalve op universiteiten zou er ook in het economie onderwijs op HBO- en MBO-niveau veel meer aandacht moeten komen voor een bredere kijk op ‘economie’.
Bestaande en opkomende nieuwe business modellen zijn een interessante leerschool voor het beroepsonderwijs. Studenten zouden moeten worden uitgedaagd om mee te denken over de ontwikkeling van nieuwe transactiemodellen voor nieuwe vormen van bedrijvigheid. Het ligt voor de hand dat binnen het curriculum kennis wordt aangeboden over en ontwikkeld voor nieuwe, andere, minder ‘gangbare’ transactiemodellen. Dat betekent dat ook binnen het HBO en MBO de discussie gevoerd moet worden over de wijze waarop dat invulling krijgt. Geen gemakkelijke opgave in deze tijd, waarin voor veel opleidingen geldt dat urenverantwoording en accreditatie richtinggevend zijn. Toch ligt daar juist een leuke uitdaging. Uren, kennisoverdracht, et cetera… waren dat nou juist geen transactiewaarden die we tegenkomen bij nieuwe business modellen? Je zou zeggen dat er dan een mooie gelegenheid is voor opleidingen om te leren van de ervaringen die nieuwe business modellen.
Gelukkig is en wordt er al veel kennis ontwikkeld en beschikbaar gemaakt over nieuwe business modellen. Diverse beroepsopleidingen leveren daar al een bijdrage aan met speciale lesprogramma’s, met stageprojecten en met onderzoek.
Mijn trein zoeft langs stations waaraan ROC’s en HBO opleidingen gevestigd zijn. Elke ochtend en elke avond zit ik tussen de studenten, soms zelfs mijn eigen HBO studenten. Graag deel ik mijn kennis met hen over al die bijzondere, inspirerende, leuke en nieuwe vormen van ondernemerschap en samenwerking waar we met de trein langs zoeven. Ik daag ze soms uit om eens na te denken over wat ze van al die ontwikkelingen vinden. Het liefst daag ik ze uit om er eens rond te kijken. Om zich te verdiepen in nieuwe business modellen met een stage of onderzoek. Liever nog wil ik ze uitdagen om er stage of onderzoek te doen. Voor de huidige economiestudenten is dat nog niet vanzelfsprekend. En daar ligt een mooie uitdaging voor het onderwijs.
Moniek Kamm is docent / onderzoeker bij Saxion Hogescholen, academie Financiën, Economie en Management. Tevens doet zij promotieonderzoek naar de ontwikkeling van regionale duurzaamheidsnetwerken voor het lectoraat Business Development in samenwerking met het Institute of Management Research, RU Nijmegen.