Niets lijkt er meer goed te gaan. We stikken in de stikstof, we stoken ons arm, we groeien ons te pletter. Er is bijna twee keer zoveel elektriciteit nodig in 2030 als toen het Klimaatakkoord werd afgesloten, lees ik ergens. En toch lijkt er helemaal niemand vragen te stellen bij de voorwaarde die bij alle ‘oplossingen’ wordt gesteld: veilig stellen van de economische groei. Terwijl juist die economische groei aan vrijwel alle problemen ten grondslag ligt.
Als dat ergens gaat knellen, dan is het wel in Nederland. En dat doet het. We zijn een heel klein landje met heel grote ambities. Zoals de wereld voorzien van zoveel mogelijk melk, kaas, vlees en bloemen. Als je dat meet in geld, doen we dat verschrikkelijk goed. Als je dat moet gaan meten in iets als stikstof, loop je binnen de kortste keren vast. Als je voor al die winst zelf voor je energie moet zorgen ook. En als er door een virusje of een agressor kinkjes in de ellenlange en wereldomspannende ketens komen waar we ons volledig afhankelijk van hebben gemaakt, is de puinhoop bijna compleet.
Als klein land loop je natuurlijk snel tegen je grenzen op. Extravert en zelfbewust als we zijn, stellen we ons land ook graag als voorbeeld voor de rest van de wereld. Hoe rijk je kunt worden op een paar vierkante kilometer aan de Noordzee. Nu dreigen we het voorbeeld te worden hoe snel je die rijkdom weer kwijt bent als het gas opraakt en je moet afrekenen wat je allemaal verwaarloosd hebt in de race naar groei en geld.
Tot zover niets nieuws, zullen veel lezers constateren. Terecht en helaas is dat zo. Al decennia lang groeit de kritiek op de economische groei vanuit de samenleving en de wetenschap bijna net zo hard als de economie zelf. Ook hier op Duurzaamnieuws zijn er in de loop der jaren honderden artikelen aan gewijd.
Zoals aan de fabel dat economische groei nodig is om de klimaatverandering te kunnen bestrijden. Maar economische groei veroorzaakt juist klimaatverandering. In theorie hoeft dat misschien niet zo te zijn, maar op de manier waarop we het nu nog steeds doen, is dat de realiteit. De winst van die groei hebben we zogenaamd nodig om een deeltje daarvan te investeren om een nog kleiner deeltje van de veroorzaakte klimaatschade tegen te gaan. Dat heet dan groene groei. Het resultaat is vervolgens zoiets als 99% klimaatschade per extra verdiende euro, in plaats van 100%.
Iets niet produceren levert geen schade op, en ook geen winst. Of toch wel? Als er geen schade is, hoeft die niet te worden bestreden of hersteld. Daar hoeft dus geen extra geld aan te worden uitgegeven. Dat is een dubbele besparing: in geld en in klimaatrisico. Dubbele winst dus.
Ieder weldenkend mens snapt dat. De politiek nog steeds niet.
Ik erken onmiddellijk dat deze vergelijking versimpeld is en de werkelijkheid vele malen complexer. En juist die complexiteit is zelf een deel van het probleem. Doordat er geen chips uit China komen en geen autokabeltjes uit Oekraiene kunnen er geen windmolens worden gebouwd om voldoende stroom te maken voor al die elektrische auto’s die niet kunnen rijden.
Wie herinnert zich nog mijn pleidooi om er niet naar te streven om iedereen een elektrische auto te laten hebben, maar vooral in steden in te zetten op deelvervoer waarin de voertuigen efficiënter worden ingezet. Minder grondstoffen, minder klimaatschade, minder winst, maar misschien wel een systeem dat werkt en dat blijft doen, omdat het ook met minder chips en minder kabeltjes (en minder van nog veel meer) toekan.
Iets vergelijkbaars is er aan de hand met de boeren en de stikstof. Die boeren zijn decennialang in een systeem geperst van gedwongen investeringen in gedwongen productieverhoging voor een dwangmatige bijdrage aan de economische groei. Meer productie moest om meer subsidies binnen te halen om de hogere kosten bij dalende prijzen te kunnen blijven betalen. Voor de stikstofbom die dat systeem veroorzaakt heeft werd ook al vroeg gewaarschuwd.
Ooit, lang geleden en waarschijnlijk ver voor de tijd dat de gemiddelde lezer hier een bewuste kennisconsument werd, was er een mooie droom van politiek die ten dienste staat van de samenleving. Op sommige plekken in de wereld werkte die droom ook nog. Welvaart en welzijn gingen gelijk op.
Het kantelpunt kwam toen energiebedrijven geen energiezekerheid meer leverden, maar winst produceerden, ziekenhuizen geen zorg meer moesten leveren maar geld moesten verdienen, openbaar vervoersbedrijven, post en telecom, de wetenschap, kortom alles wat zorgde voor kwaliteit in de samenleving, in dollars, guldens en later euro’s moest gaan denken. Al het andere was bijzaak. Bijzaak, die nu hoofdzaak wordt en de samenleving sloopt.
Net zoals de oorlog in Oekraïene. Want ook de wortels daarvan worden gevoed door de bodem van de neoliberale economie die de keerzijde is van de zelfde dollar van de democratie. Een samenspel dat wordt verdedigd door de Nato. En een systeem dat naar zoveel mogelijk delen van de wereld moest worden geëxporteerd, door de VS en de EU, om te kunnen blijven groeien. Omdat de wereld beperkt is in omvang is de groei van de een de krimp van de ander. Die agressieve groei kan aan de andere kant van de grens als bedreiging worden ervaren. Bijzaak misschien, maar wel precies hoe Poetin over de streep is geduwd. Dat is geen rechtvaardiging voor oorlog, maar wel een oorzaak ervan.
En vergelijkbaar met het klimaat dat nu rampen produceert in plaats van een beschermende atmosfeer voor alle leven te bieden.
Welvaart en welzijn lijken nu definitief ontkoppeld. Meer welvaart gaat ten koste van het welzijn. Van de Oekraiense bevolking, van de boeren, van chronisch zieken en van studenten, van toeslag-slachtoffers, van onschuldige Russen en van slachtoffers van droogte, stormen en watersnood. Bijna alle ellende op de aardbol is wel op de een of andere manier verbonden met de gevolgen van economische groei en geldwolverij. Of je daarbij wordt getroffen door een bom op je huis of dat er plots een rivier door je woonkamer stroomt maakt voor de getroffenen weinig verschil. De boer die zijn bedrijf kwijtraakt, de student die geen huis kan vinden, het grijpt allemaal diep in op de levens van mensen. Het sloopt de samenleving. Het sloopt levens.
Na zo’n beschrijving van een diepe bron van ellende zou een positieve draai wel welkom zijn. Maar ik kan hem niet vinden. Natuurlijk weten heel veel mensen hoe het wel en beter kan. Maar daar wordt niet naar geluisterd. In elk geval niet door de kliek de de dikste touwen vasthoudt. Maar je kunt natuurlijk ook proberen die basisregels zelf toe te passen op je bestaan. Dat zal niet iedereen lukken. Maar als je kunt, maak je leven eenvoudiger, blijf weg van lenen, doe meer met minder. Deel het met gelijkgestemden en maak veerkrachtige eilandjes die aan de sloop kunnen ontsnappen. Daarna zien we wel verder.
Peter van Vliet