Nu na maanden zwoegend vergaderen er waarschijnlijk eindelijk licht aan het einde van de politieke tunnel is en we over niet al te lange tijd een Rutte III regering kunnen verwachten, is het kennelijk tijd om te ‘lekken’. Het lijkt wel een beetje een balanceer-act tussen wortel en stok. Er komt van alles in de openbaarheid dat al besloten is en daarmee worden piketpaaltjes geslagen voor een kabinet in wording. Of misschien nog wel belangrijker, afhankelijk van de reacties ontstaat een peiling voor wat haalbaar is. Slimme tactiek, heet dat. Maar waar gaat het eigenlijk over?
De kunst van het lekken
Laten we wel wezen: informatie lekken is een kunst. Maandenlang verschijnen er mogelijke kabinetfähige partijen in beeld die bij aankomst of vertrek van de zoveelste bijeenkomst nietszeggende uitspraken doen voor een horde journalisten. Niets, maar dan ook werkelijk niets, worden we daar wijzer van. Dat is best knap, want binnenkamers moet het echt wel spannend zijn. Maar nu zeven maanden later lukt het na honderden uren vergaderen kennelijk toch om terzake te komen met elkaar. En dat lukt opeens (waarom?) kennelijk zo goed en ‘definitief’ dat het politiek handig is om tactisch dat waar men het sowieso over eens is te laten lekken. En lekken dat doet het. Maar wat komt er nu eigenlijk naar buiten? Je zou verwachten dat een zo moeizaam tot stand gekomen politieke constructie vooral visie en strategie voorzichtig wil toetsen. Waar staat dit kabinet voor en hoe verhoudt zich dat tot een verkiezingsuitkomst, ook al zullen veel mensen die inmiddels vergeten zijn?
Maar niets blijkt minder waar. We horen – op wat rommelige discussies (als je het al zo mag noemen) over het ‘uitruilen van principes’ na – niets over inhoud. Waar dit kabinet voor gaat staan, wat hun maatschappijvisie is en hoe deze aansluit bij eerdere strategische besluiten, laat staan de ‘wicked’ vragen voor het komende decennium; … het is allemaal nog in nevelen gehuld. Wat daarentegen wel ruimhartig gelekt wordt, zijn de cijfers. Wie krijgt wat erbij en hoe gaat het kabinet bepaalde groeperingen ontzien, belonen of compenseren. Dat ze dat kan doen, is niet de verdienste van dit kabinet, maar van een aantrekkende economie die zorgt voor die ruimhartige extraatjes. En waar extra te verdelen valt, zijn al snel heel veel verlanglijstjes. Maar was het niet mooi geweest als bij monde van Rutte II gesteld was dat deze financiële meevallers integraal besteed gingen worden aan een maatschappelijke en economische transitie?
Geen lef
Met een bedrag van zo’n 10 miljard euro had dat een mooie ‘boost’ gegeven. Daarnaast zou het van lef getuigen om alvast aan te kondigen dat de subsidie op ‘fossiel’ (alles bij elkaar zeker 7 miljard euro) in de komende tien jaar exponentieel zou worden afgebouwd – dus eerst 1%, dan 2 %, dan 4%, et cetera. Als derde en laatste wenselijke maatregel zou een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op grondstof een goed zaak zijn. Dat is een oude wens, maar deze is nog steeds niet ingevuld. Alles bij elkaar creëer je als overheid dan een situatie waarin transitie gerealiseerd kan worden.
Wat nu wordt gelekt, zijn de uitkomsten van een Haags monopolie-spel. Honderd miljoen hier, een miljard daar, compensatie voor die en die, douceurtje daar en … zo praat je met elkaar gemakkelijk een nieuwe begroting bij elkaar. En zo kan het komen dat op de jongste Prinsjesdag bij het uitspreken van de Troonrede vijf keer het woord economie gebruikt is, maar geen enkele keer het woord ‘duurzaamheid’ (in welke variant dan ook) of iets dat dan ook maar in de verste verte verwijst naar maatschappelijke transitie of innovatie. En dat is zorgelijk, heel zorgelijk.
Goed, laten we niet voor de muziek uitlopen. We hebben nog geen kabinet Rutte III. Dus nog geen visie, geen beleid, geen hoofden en geen begroting. Dus laten we nog even geduld hebben. Na zeven maanden kan er nog wel een achtste maand bij. Maar in de tussentijd zou het wel mooi zijn als er ook wat over de toekomstige inhoud van Rutte III gelekt zou worden. Wel of geen klimaatminister? Naast een ministerie van conventionele economie een minister van circulaire economie? Kaders voor een belastinghervorming met het oog op duurzaamheid? En zo zijn er nog wel veel meer pittige beleidsonderwerpen te bedenken.
Nee, en we moeten de meesters en juffen, de zieken en bejaarden, de asielzoekers en de mensen die langs de maatschappelijke zijlijn staan niet vergeten. Maar te denken dat we de crisis echt achter ons hebben nu de economie weer aantrekt, is een grote illusie. De maatschappij moet op de schop om haar toekomstbestendig te maken. Lekken over hoe Rutte III dat gaat aanpakken is meer dan welkom.
Jan Jonker is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zijn werk concentreert zich op nieuwe business modellen in een veranderende economie. Recent heeft hij een landelijk onderzoek naar Business Modellen voor de Circulaire Economie uitgevoerd (zie: bit.ly/2dSu9S8). Momenteel werkt hij met een groot aantal partijen aan een programma om middels icoonprojecten een bijdrage te leveren aan de implementatie van de CE.