Het wordt spannend: de politiek lijkt Eurobreed verlamd, de economie valt zelfs in Azië steeds verder terug en de Amerikaanse overheid doet het slot op de deur. Na Luyendijk roept nu ook de Duitse econoom Max Otte dat de grote crisis er aan komt: ‘De vulkaan staat op springen’.
De ervaring leert dat je beter naar het buitenland kunt kijken als het spannend wordt. Want was het niet Wouter Bos die in 2008, toen de banken om hem heen omrolden, heel stellig zei dat deze crisis Nederland niet zou raken? En amper een maand geleden wilden het FD en ING-baas Hommen ons nog doen geloven dat de crisis bijna voorbij is. Niet dus.
Maar wat kun je doen, zelfs als gewaarschuwd mens?
Een van de meest waarschijnlijke gevolgen van deze crisis is een versneld doorzetten van de schaarste van (beschikbaar) geld. Centrale banken willen het te veel aan geld dat in de economie is gepompt, terughalen. Regeringen willen hun tekorten terugbrengen met bezuinigen. En door het vertragen van de economie stroomt het overblijvende geld steeds langzamer. Maar als geld de adem van de economie is, hoe voorkom je dan de verstikkingsdood?
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Geld maken kun je zelf.
Geld is niet meer dan een ruilmiddel. En de voorwaarden waartegen een ruil plaatsvindt kun je samen bepalen. Op het moment dat zo’n afspraak is gemaakt is er feitelijk nieuw geld ontstaan. En wanneer je meer mensen kunt overtuigen om zich ook aan die afspraak te houden, kun je met dat geld handelen.
Alternatief geld, complementary currencies, regio- of tijdgeld, het zijn allemaal voorbeelden van mensen die zich lokaal hebben georganiseerd rond onderlinge afspraken over de waarde van te ruilen spullen of diensten. En dat juist die afspraken crisisbestendig zijn heeft de geschiedenis al eerder bewezen, bij voorbeeld in het Duitse Chiemgau.
In juni van dit jaar rondde professor Arjo Klamer een onderzoek af naar alternatief geld. In de inleiding van het rapport zegt hij: ‘Complementair geld kan een middel zijn voor veranderingen in de economische en de sociale sfeer. Het kan individuen en bedrijven stimuleren tot de uitwisseling van goederen en diensten die zonder dat geld niet plaats zou vinden. Een extra ruilmiddel kan bijdragen aan een veerkrachtige economie. Complementair geld heeft ook de potentie lokale gemeenschappen te versterken, door onderlinge relaties te bevorderen en te versterken, door het bieden van een alternatieve beloning voor geleverde diensten, en door het vergroten van de lokale identiteit.’
Lokaal geld is uiteindelijk veel meer dan alleen ruilmiddel. Het versterkt de gehele lokale economie en de sociale samenhang. Het doet precies het tegenovergestelde van centraal geld: dat vervreemdt, speelt mensen en bedrijven uit elkaar en trekt activiteiten juist uit de regio weg.
Elke verstandige ondernemer zal je vertellen dat het niet slim is om van een enkele opdrachtgever afhankelijk te zijn. Waarom zou het dan wel werken om maar één munt te gebruiken? Diversiteit is stabiliteit. In de natuur, in de samenleving en dus ook in de economie.
De crisis van de Euro en de Dollar is niet meer te stoppen. Maar de welvaart van de Makkie, de DAM of de Brixton Pound kan ons teruggeven wat we kwijt dreigen te raken: een solidaire samenleving die sociaal en economisch solide is. Geld, dat ook nog gelukkig maakt?