Soms voelt het triest om gelijk te hebben. Dat overkwam me bij het lezen van het onderzoeksverslag van The Guardian, waarin wetenschappers de moed verliezen over de kans om het klimaat – en onszelf – nog te redden. Het deed me terugdenken aan een commentaar dat ik in 2015 schreef na afloop van Parijs. Daarin schaarde ik me achter de voorspelling van 2,7 graad opwarming deze eeuw. Precies de waarde die ook nu weer door de IPCC wetenschappers gemiddeld wordt verwacht. Zelf zit ik inmiddels alweer een graadje hoger.
Dezelfde analyse achter die conclusie geldt nog steeds. Maar ik moet me ook verontschuldigen voor een verkeerde inschatting die ik in datzelfde stuk maakte:
“Kumi Naidoo van Greenpeace noemde het klimaatverdrag het begin van het einde van het fossiele tijdperk. De politiek mag verwachten dat ze wordt afgerekend op de toezeggingen. Onder dwang van de economie, want wie nu nog in fossiel investeert moet wel behoorlijk zitten te slapen” schreef ik. Niet dus.
Ik heb er de beurskoersen van een paar grote fossiele bedrijven op nageslagen. Sinds 1 december 2015 ging de beurskoers van een aandeel Shell met 62% omhoog, van BP met 11% en van ExxonMobil met 38%. De jaarwinst van Shell was in 2023 het dubbele van 2015, $ 83 miljard. Daar sta je dan met de mond vol over divestment en het einde van fossiel.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
De verzachtende omstandigheid bij die verkeerde inschatting was hoop. Ik liet me verleiden tot een (te) hoopvol vooruitzicht bij alle ellende. Want alle lichten stonden ook toen al op oranje.
Onder druk van de werkelijkheid heb ik sindsdien het radicaal realisme omarmd. Cijfers liegen niet. De gerapporteerde CO2 uitstoot is sinds 2015 niet gedaald en er worden nog steeds niet-gerapporteerde brionnen van emissies ontdekt. De concentratie van CO2 in de atmosfeer is sinds 2015 met 7% toegenomen. (Dat is zonder de CO2 die door de oceanen is opgenomen, dat aandeel wordt op 25% van de uitstoot geschat)
Inmiddels hebben politici en ceo’s de handschoenen uitgetrokken. De fossiele lobby heeft de klimaatconferenties van de VN gekaapt en ligt op ramkoers met de wetenschap. Politiek en grote delen van de industrie laten zelfs de schijn van klimaatzorgen los en kiezen openlijk en onvoorwaardelijk voor economische groei, wat de gevolgen daarvan ook zullen zijn.
De feitelijke, gemeten uitstoot is – en blijft – dus nog steeds hoger dan waar de modellen mee (konden) rekenen. Dat komt mede door de uitstoot van niet-gerapporteerde activiteiten, waaronder militaire. Maar ook de luchtvaart stoot veel meer uit dan gemeld.
Het is triest en het is om wanhopig van te worden, zoals sommige wetenschappers toegeven.
Hoop is de energie die het verzet tegen het verval voedt.
Moeten we de hoop dan helemaal laten varen? Nee. Ook daar geeft de wetenschap een antwoord op. Dat het zinvol is om hoop te houden volgt uit de chaostheorie. Die zegt dat naarmate systemen instabieler worden, er altijd een moment komt waarop uit de chaos een nieuw evenwicht ontstaat. Wat we niet kunnen voorspellen is welk evenwicht dat wordt.
Vervallen we in een primitieve samenleving na een ineenstorting van klimaat en samenleving, of maken we een kwantumsprong naar een stabiele, schone en duurzame samenleving? Hoop houden kan wel degelijk zinvol zijn, als dat helpt om het dubbeltje de goede kant op te laten vallen.
Ondertussen hebben we geen andere keuze dan de realiteit onder ogen te zien, en ons blijven verzetten tegen verdere aftakeling. Radicaal realisme en hoop gaan daarin onverwacht goed samen. Hoop is de energie die het verzet tegen het verval voedt. Verzet dat ook best radicaal kan worden. Bereid je wel voor op een lange adem.
Peter van Vliet