Er is een toenemende druk op bedrijven om het juiste te doen, maar zijn EU-wetgevers bereid om op te treden? Maar weinig ideeën in de Brusselse beleidskringen zijn zo gewaagd en opwindend als die van corporate due diligence. Het werd een ‘hot topic’ in april toen de EU-commissaris voor Justitie Didier Reynders aangaf dat er in 2021 nieuwe mensenrechten- en milieuregels voor het bedrijfsleven komen.
Dit voorstel zou een grote mijlpaal kunnen zijn in de strijd om verantwoordingsplicht voor bedrijven, maar het gaat erom de kern van de zaak goed te krijgen.
De Europese Commissie zal niet precies onthullen wat het wetsontwerp zal inhouden tot de openbare raadpleging begin februari wordt afgesloten. Maar enkele brandende vragen zijn al bevestigd door Reynders: vereisten zullen gelden voor bedrijven van elke omvang en in alle sectoren, van cacao tot big tech.
Dat is een goed begin. Maar de verwachting dat alle bedrijven vrijwillig het goede doen, is naïef gebleken. De prijs die voor deze les is betaald, was hoog voor de meest kwetsbaren van onze wereldeconomie, maar ik vind het bemoedigend dat we eindelijk afstand nemen van dit wensdenken en naar solide regels voor bedrijven gaan.
Als we iets hebben geleerd van de beruchte ineenstorting van de Rana Plaza-kledingfabriek die aan Europese top moderetailers levert, is het dat dergelijke tragedies geen onvermijdelijke ongelukken zijn, maar het directe gevolg van weloverwogen beslissingen van merken aan de top van toeleveringsketens.
Het goede nieuws is dat er de afgelopen jaren veel is veranderd. Alles, van risicovolle handelsovereenkomsten tot uitslaande branden, heeft ertoe bijgedragen dat de tijdgeest verschuift naar verzet tegen een economisch model dat uitbuiting en vernietiging schaamteloos beloont met gigantische winsten.
Het gaat om een felbevochten debat over de vraag of bedrijven alleen zouden moeten werken ten behoeve van hun aandeelhouders, of ook voor iedereen die bij hun activiteiten is betrokken. Nu heroverwegen wetgevers in Europa eindelijk hun laissez-faire benadering van zaken.
Volg de Fransen
De koploper in dit verhaal is Frankrijk, dat drie jaar geleden een wet invoerde die waakzaamheidsplicht heet en die grote Franse bedrijven verplicht om mensenrechten en schendingen van het milieu in hun toeleveringsketens te controleren en te voorkomen.
Het is dan ook geen verrassing dat Franse multinationals grote voorvechters zijn geworden van het uitbreiden van deze regels in de hele EU om een gelijk speelveld te garanderen.
Nederland heeft een soortgelijke wet aangenomen, terwijl regeringen en parlementen in Duitsland, Finland, Luxemburg, Denemarken en Oostenrijk hun eigen regels voor de toeleveringsketen zijn gaan overwegen. Wat echter nog ontbreekt, is een EU-wet die ervoor zou zorgen dat verantwoordelijke bedrijven niet worden ondermijnd door de race naar de bodem. De EU, met commissaris Reynders aan het roer, heeft gelijk om deze lappendeken aan elkaar te breien.
De wet – onderdeel van de EU-Green Deal en het Herstelplan – zou ervoor zorgen dat alle bedrijven verder kijken dan de kern, en actie ondernemen om risico’s voor werknemers, gemeenschappen en het milieu aan te pakken door middel van een proces dat verplichte due diligence wordt genoemd.
Maar om een dergelijke wet een game-changer te laten zijn, moet deze verder gaan dan het loos aanvinken van vakjes, en echt bijdragen aan de noodzakelijke veranderingen. Het zou zinloos zijn zonder krachtige bepalingen, zoals het opleggen van burgerlijke aansprakelijkheid aan bedrijven.
Is voorkomen immers niet de beste remedie? De Franse wet dwingt grote Franse multinationals al om samen te werken met gemeenschappen in landen als Oeganda en Mexico om schade te voorkomen.
Door moedermaatschappijen aansprakelijk te stellen voor de schade die wordt veroorzaakt door dochterondernemingen en leveranciers die zij controleren, zouden bedrijven worden gestimuleerd om het juiste te doen en uiteindelijk hun slechte gedrag te veranderen. Dit idee is niet nieuw en verdient meer dan de lauwe ontvangst door sommige EU-pro-business parlementsleden en ambtenaren.
Vorige maand stemde het Europees Parlement nog voor verplichte due diligence en aansprakelijkheid voor bedrijven die producten op de EU-markt brengen die in verband staan met ontbossing.
De baanbrekende Franse wet legt ook aansprakelijkheid bij moedermaatschappijen, waardoor slachtoffers van bedrijfsmisbruik een schadevergoeding kunnen eisen op grond van het burgerlijk recht.
Aan de andere kant van het Kanaal, in het VK, is de afgelopen jaren al jurisprudentie gevestigd met Australië, Canada, Zuid-Afrika en India om de burgerlijke aansprakelijkheid verder uit te breiden in de toeleveringsketen. Daardoor is aan arme en kwetsbare mensen in sommige landen een weg naar gerechtigheid geboden.
Regeringen zullen hun rol moeten spelen – bedrijven dwingen bewijsmateriaal over te dragen, onderzoeksresultaten openbaar te maken, evenredige en afschrikkende boetes opleggen, en slachtoffers in staat stellen een beroep te doen op en toegang te krijgen tot rechtsmiddelen.
Hoewel de due diligence-wetgeving geen wondermiddel is, is het een cruciale kans om ervoor te zorgen dat de toeleveringsketens van bedrijven de mensenrechten en milieunormen raken.
Het potentieel is er. Een vastberaden beweging van het maatschappelijk middenveld, vakbonden, consumenten en geloofsgroeperingen hebben de due diligence van bedrijven veranderd van een eens ‘unsexy’-kwestie in het gepraat van de stad.
Zelfs bedrijven als Ericsson, H&M, Ikea, Mondelēz, Unilever en tientallen andere bedrijven in de EU steunen wetgeving en willen weten wat ze anders zouden moeten doen. Maar het momentum is ook kwetsbaar.
Ondanks overweldigende steun voor nieuwe corporate due diligence-regels in de commissies voor ontwikkeling en buitenlandse zaken van het Europees Parlement, verwachten we dat de stemming in de commissie juridische zaken nek aan nek zal zijn, en houden we een reeks mogelijke amendementen op de tekst in de gaten .
Conservatieve bedrijfsverenigingen hebben zich ook aangesloten bij de strijd, door valse claims te verspreiden, ondanks een overweldigende hoeveelheid bewijs dat aantoont dat wangedrag van bedrijven dringend politieke actie vereist, en dat corporate due diligence niet alleen haalbaar is (zoals aangetoond door een klein aantal principiële bedrijven), maar ook de bedrijfsprestaties op de lange termijn verbetert.
Volgens de geruchtenmachine in Brussel wordt de EU-Commissie onder druk gezet om een zwakker voorstel in te dienen dan wat maatschappelijke organisaties, vakbonden en het Europees Economisch en Sociaal Comité zeggen dat nodig is.
Dat zou multinationals nog een carte blanche geven om door te gaan met ‘business as usual’ – een klap voor de miljoenen Europeanen die zich zorgen maken over wat toekomstige generaties te wachten staat, en voor de miljoenen meer arbeiders en gemeenschappen die getroffen worden door slechte praktijken in het buitenland.
Claudia Saller