In de tweede week van mei komt er een, op z’n zachtst gezegd, opmerkelijke man naar Nederland. TIME magazine riep hem eind 2011 uit tot de meest innovatieve boer ter wereld: Joel Salatin. Hij komt vertellen over de baanbrekende, integrale manier van werken van zijn familiebedrijf Polyface Farms in Swoope, Virginia. En zijn lezingen en workshops beloven alles behalve saai te worden: Salatin is van het type luidruchtige Amerikaan. Hij beent en buldert, hij grapt en grolt. Maar hij weet vooral precies waar hij het over heeft en zijn aanpak zou het ei van Columbus kunnen zijn voor de landbouw- en voedselproblematiek. Gaat dat zien, gaat dat horen.
Het agro-ecosysteem dat Salatin toepast in zijn gemengde bedrijf is nauw verwant aan de aanpak van de Zuid-Afrikaanse bioloog en boer Alan Savory, die door middel van begrazing uitgeputte grond nieuw leven in weet te blazen, waarbij en passant ook nog eens grote hoeveelheden Co2 aan de atmosfeer worden onttrokken. Daarmee gaat hij volledig in tegen de gangbare visie waarin veeteelt juist de Zwarte Piet krijgt toegespeeld op het vlak van klimaatverandering en voortschrijdende verwoestijning.
Dit gedachtegoed laat zich niet in een paar woorden omschrijven. Zie Savory’s TED talk voor een introductie. Ultrakort door de bocht komt de werkwijze van Savory en Salatin neer op het maximaal benutten van natuurlijke mechanismen, en ecosystemen om de grond weer te voeden met organische stoffen. Die organische stoffen zijn onontbeerlijk voor een rijk bodemleven, dat op zijn beurt weer zorgt voor gezonde en sterke planten en dieren. In feite hangt ons leven af van een voldoende voedselrijke bodem. En met die voedselrijkdom is het, dankzij de haast en de hebzucht van veel gangbare landbouw- en veeteeltmethodes, somber gesteld.
Tegenwicht voor gepruts aan failliete systemen
Salatin, in Nederland op uitnodiging van De Waard Eetbaar Landschap van permacultuurvoorvechter Fransjan de Waard, laat zien dat het ook anders kan. Heel anders. Salatin biedt een alternatief “voor het optimaliserende gepruts aan failliete systemen waar ‘duurzaamheid’ links en rechts vooral aanleiding toe lijkt te geven”, formuleert De Waard het op zijn blog. Dit alternatief kan als voorbeeld dienen voor “de omslag die de landbouw moet gaan maken van grootverbruiker en –verdelger tot vroedvrouw voor overvloed, kwaliteit en vreugde.”
En nu niet meteen gaan steigeren vanwege het ronkende taalgebruik. Bekijk dit filmpje en verwonder je over de geöliede machine van puur natuurlijke oorsprong die Salatin over zijn graslanden uitrolt: koeien die één dag lang een afgebakend stuk weidegrond mogen afgrazen en volschijten, waarna de kudde, de hekken, de waterbak en de liksteen verplaatst worden naar het volgende stuk land. Het gekortwiekte, platgetrapte en uitbundig bemeste gras doet vervolgens een mooi trucje: het komt niet alleen in een fase van versnelde groei terecht, maar laat tegelijkertijd een deel van zijn wortels afsterven: een geweldige bron van voedsel voor alles wat kruipt en wriemelt onder het aardoppervlak. Zo ontstaat een nieuwe, vruchtbare laag aarde.
Egg-mobiles en mentorkuikens
In het kielzog van de zich verplaatsende kudde worden Salatins ‘egg-mobiles’ in stelling gebracht: rijdende kippenrennen, voor het pluimvee dat zich, net als in het wild, tegoed komt doen aan de maden die na drie dagen uit de vliegeneitjes op de talrijke koeienvlaaien kuipen. Zo wordt de boel grondig schoon gepikt en gekrabd en krijgt het grasland een verjongingskuur waar je u tegen zegt.
In de winter staan Salatins koeien op stal, op een ondergrond van gehakseld hout (uiteraard uit eigen onconventionele bosbouw), dat regelmatig wordt aangevuld. Vóór elke verse houtlaag strooien Salatin en zijn mensen eerst een hoeveelheid maïs uit: een lokkertje voor de varkens die in de lente in de stal worden losgelaten om de smeuïge koeienkledder-houtmassa eens lekker te komen omwroeten. Maïs, ruiken de varkens door alle prikkelende geuren heen, maïs! En daar gaan ze. Als de varkenssnuiten klaar zijn, ligt er een stal vol rijke compost klaar om uit te rijden over het land.
Hands on
Elk dier en elk gewas heeft op Polyface Farms een constructieve functie in het grote geheel. Net als de mens. Die moet in Salatins agro-ecosysteem stevig aan de bak. “It’s hands on”, legt hij uit in één van de filmpjes op www.salatinnaarnederland.nl. “We zijn niet anti-technologie, maar we willen alleen technologie die ons helpt om de natuur beter na te bootsen. Verder zijn er warme lichamen nodig om het systeem draaiende te houden. Als je liever op knoppen van machines drukt en met een kop koffie in de hand op displays in de gaten houdt hoe de zaak draait, dan is dit niet jouw ding.”
Salatin heeft het treurige, uitgeputte stuk land dat hij van zijn vader erfde, weten om te vormen tot een uiterst productief en commercieel succesvol bedrijf. Maar bij Polyface Farms gaat het om meer dan voedselproductie. De familie Salatin heeft een hele gemeenschap om zich heen verzameld: van bevlogen medewerkers, van jonge boeren die de holistische aanpak willen leren, van klanten die zich verenigd hebben in zogenoemde ‘buying clubs’, van distributeurs, van sympathisanten en nieuwsgierigen die met eigen ogen willen zien hoe deze vreemde vogel terug lijkt te gaan in de tijd en tegelijkertijd ongekend vernieuwend is. “It’s bigger than farming or food”, zegt prominent ‘food-schrijver’ Michael Pollan over de aanpak van Polyface Farms. “Hier wordt per jaar bijna 20.000 kilo rundvlees, 15.000 kilo varkensvlees, 10.000 kippen, 12.000 kalkoenen en 35.000 dozijn eieren geproduceerd. Op 100 hectare. Dat is gigantisch. En aan het eind van het jaar, is er méér biodiversiteit ontstaan, meer bodemvruchtbaarheid, meer vruchtbare grond. We zijn gewend dat we met onze landbouw alleen maar aan de aarde onttrekken. Maar een daadwerkelijk duurzaam systeem onttrekt voedsel aan de aarde én laat het beter achter dan het was.”
Is dit nou journalistiek?
Te veel halleluja, te weinig hoor en wederhoor? Misschien. En ja, natuurlijk zijn er critici die stellen dat Alan Savory ongelijk heeft. En na enig zoekwerk kom je wel een reaguurder tegen die Salatin ‘te veel goeroe, te weinig realistisch’ noemt. Maar dat neemt niet weg dat het voor wie zich bezighoudt met voedsel en voedselproductie de moeite waard is om het eens met eigen ogen te gaan bekijken. Tijdens de aftrap van de toernee bijvoorbeeld, op donderdagochtend 8 mei op de Pure Graze boerderij in Overijssel (inclusief proeverij); tijdens de lezing op vrijdag 9 mei in Wageningen University & Research Centre; de tweedaagse Masterclass op boerderij Zonnehoeve in Zeewolde, of zondagavond op het Food Film Festival in de Westergasfabriek in Amsterdam. Lukt dat niet? Salatins website www.polyfacefarms.com biedt een hoop informatie. En boeken heeft hij ook geschreven; een stuk of negen. ‘Everything I want to do is illegal’ bijvoorbeeld, ‘Folks, this ain’t normal’ of, de meest recente: ‘Fields of farmers’. Eigenlijk is er geen reden om niet gewoon eens te zien of horen wat Salatin te vertellen heeft.
Voor meer informatie over Salatins bezoek aan Nederland: www.salatinnaarnederland.nl
Annelies Roon