Voor de eerste keer in de geschiedenis hebben journalisten uit heel Europa bij het Europees Hof van Justitie klacht ingediend tegen het Europees Parlement. Op basis van de wet op de openbaarheid van bestuur (wob) vroegen de journalisten inzage in de onkostennota’s van de 751 Europarlementsleden maar het parlement weigert de documenten vrij te geven. Daarom maakten de journalisten op 13 november 2015 de zaak aanhangig bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.
Het team van 29 journalisten –een ad hoc samenwerkingsverband tussen journalisten van MO*, Newsweek Poland, de NOS, Stern en 24 andere media– vroeg bij het Europees Parlement alle documenten op met betrekking tot de onkostenvergoedingen die Europarlementsleden de afgelopen vier jaar hebben ontvangen.
Het wob-initiatief The MEPs Project werd in juni 2015 gelanceerd. Journalisten die alle EU-lidstaten vertegenwoordigen dienden op hetzelfde moment een officieel verzoek in om toegang tot bestuursdocumenten te verkrijgen over de besteding van onkosten. MO* diende het wob-verzoek over de onkostenvergoedingen van de 21 Belgische Europarlementsleden in op 29 juni 2015.
‘De Europese burgers hebben het recht om te weten hoe belastinggeld wordt aangewend, en of daar voldoende controle op bestaat’, zegt MO*journalist Kristof Clerix. ‘Daarom heb ik op basis van de wet op openbaarheid van bestuur de onkostenvergoedingen van de 21 Belgische Europarlementsleden opgevraagd. Omdat het Europees Parlement de documenten weigert vrij te geven, zijn we met een team journalisten uit heel Europa –een historisch samenwerkingsverband– naar de rechtbank gestapt. De redenen die het Parlement aangeeft om de documenten niet vrij te geven, zijn volgens ons ongegrond. We zijn er van overtuigd dat documenten over de uitgaven van publieke fondsen door Europarlementsleden –die louter bedoeld zijn voor onkosten tijdens de uitoefening van hun officieel mandaat– beschouwd moeten worden als publieke informatie. Dit is een uiterst belangrijke testcase voor de transparantie van een van onze belangrijkste politieke instellingen.’
Bovenop hun maandelijkse salaris krijgen de Europarlementsleden een aantal onkosten terugbetaald in het kader van hun officiële mandaat. De algemene onkostenvergoeding van 4320 euro per maand dekt onder meer kantoorkosten, telefoon- en postrekeningen en IT-materiaal. Daarnaast krijgen ze reisonkosten terugbetaald, een vaste vergoeding van 306 euro per dag en personeelstoelagen.
Volgens het Europees Parlement werd in 2014 zo’n 27 procent van zijn totale budget (1,756 miljard euro) besteed aan Europarlementsleden. Dit jaarlijkse bedrag van meer dan 474 miljoen euro omvat hun salarissen en allerhande onkosten. De journalisten van The MEPs Project vinden dat het Europese publiek het recht heeft om te weten hoe bijna een half miljard euro belastinggeld wordt uitgegeven. Hoewel het Europees Parlement bijna 40 miljoen euro per jaar uitgeeft aan de algemene onkostenvergoedingen van Eurparlementsleden, monitort niemand deze uitgaven.
In september 2015 verwierp het Europees parlement de wob-verzoeken van alle journalisten op basis van de bescherming van persoonsgegevens én een vermeende buitensporige werklast die het gevolg zou zijn van het vrijgeven van de documenten. Het Europees Parlement argumenteerde bovendien dat het geen documenten bijhoudt over hoe de Europarlementsleden hun algemene onkostenvergoedingen besteden.
Daarop stapten de journalisten naar het Europees Hof van Justitie. Volgens hen vervult het Europees Parlement zijn zelfuitgeroepen functie als hoeder van transparantie niet en negeert het op die manier het EU-verdrag.
‘The MEPs Project is een historisch precedent. Dit is de eerste keer dat journalisten uit heel Europa samenwerken op het gebied van openbaarheid van bestuur, met name dan wat betreft de toegang tot wat volgens ons onbetwistbaar publieke documenten van een Europese instelling zijn’, zegt de Sloveense journaliste Anuška Delić, de teamleader die het initiatief nam voor The MEPs Project. ‘De onkostenvergoedingen van de Europarlementsleden zijn enkel bedoeld om gebruikt te worden voor hun professionele activiteiten –niet voor persoonlijke doeleinden– en mogen bijgevolg niet verborgen blijven voor het Europese publiek.’
Lees meer op www.MO.be