De extreme regen in juli, die in Duitsland, Belgie en Limburg viel, kan veel vaker voorkomen als gevolg van klimaatverandering. Dat blijkt uit onderzoek van een groep internationale wetenschappers. Die berekenden dat de kans en de intensiteit van deze hevige regenval door klimaatverandering groter is geworden en ook nog toeneemt naarmate de aarde verder opwarmt.
Het onderzoek werd uitgevoerd door een internationaal team van wetenschappers van World Weather Attribution (WWA), aangevuld met experts van betrokken landen en experts op het gebied van extreme regenval. Met behulp van al eerder gepubliceerde peer-reviewed onderzoeken hebben ze geanalyseerd hoe door de mens veroorzaakte klimaatverandering de maximale 1-daagse en 2-daagse regenval in het zomerseizoen (april-september) beïnvloedde. Daarbij stonden de twee kleine regio’s waar de recente overstromingen het ernstigst waren centraal: in de Ahr-Erft regio (Duitsland) en aan de Maas (BelgiëKans op extreme regen wordt groter
Uit het onderzoek blijkt dat in het huidige klimaat een dergelijke regenval gemiddeld ongeveer eens in de 400 jaar optreedt op een gegeven (vaste) locatie in de West-Europese regio tussen het noorden van de Alpen en Nederland. Maar het zal vaker voorkomen dat het ergens in de regio zo hard regent.
Ook blijkt uit de studie dat klimaatverandering de intensiteit van regenval in het zomerseizoen in de West-Europese regio heeft doen stijgen met ongeveer 3 tot 19% ten opzichte van het klimaat rond 1900 toen de wereld gemiddeld 1,2 °C koeler was dan vandaag.
De kans op een soortgelijke zware regenval is sinds 1900 dan ook met een factor tussen 1,2 tot 9 toegenomen. Afhankelijk van de uitstoot in de komende decennia, is de wereld al in 2040 mogelijk 2 graden warmer dan rond 1900. Modellen laten zien dat de intensiteit van een dergelijke gebeurtenis met nog eens 0,8 tot 6% zou kunnen toenemen en de kans met een factor 1,2 tot 1,4. Deze toename wordt mogelijk onderschat omdat de waargenomen veranderingen in intensiteit en kansen tot nu toe groter zijn dan dat de modellen laten zien.
Voornaamste bevindingen
De ernstige overstromingen werden veroorzaakt door extreme regen gedurende een periode van 1-2 dagen en natte omstandigheden die al vóór het evenement de bodem hadden verzadigd.
De waargenomen neerslaghoeveelheden in de Ahr/Erft en het Belgische deel van het Maasstroomgebied overtroffen historisch waargenomen neerslagrecords met ruime marges.
De analyse is verbreed door de invloed van klimaatverandering te beoordelen op soortgelijke gebeurtenissen die zich overal in West-Europa kunnen voordoen in een groot gebied tussen het noorden van de Alpen en Nederland. In het huidige klimaat voor een bepaalde locatie kunnen we in deze grotere regio gemiddeld één zo’n gebeurtenis in de 400 jaar verwachten. Dat onderzoekers verwachten verder dat dergelijke gebeurtenissen vaker dan eens in de 400 jaar zullen voorkomen in de grotere West-Europese regio.
Klimaatverandering verhoogde de intensiteit van de maximale regenval in het zomerseizoen in deze grote regio met ongeveer 3 – 19% in vergelijking met een wereldwijd klimaat dat 1,2 °C koeler is dan vandaag. Dat is het klimaat van rond 1900.
Bijna 10 keer meer kans
De kans dat een dergelijke extreme regen zich vandaag voordoet in vergelijking met een 1,2 °C koeler klimaat is met een factor tussen 1,2 en 9 toegenomen.
In een klimaat dat 2 °C warmer is dan in pre-industriële tijden, suggereren modellen dat de intensiteit met nog eens 0,8-6% zou toenemen en de kans met een factor 1,2-1,4.
Omdat dit soort gebeurtenissen in de toekomst vaker zullen voorkomen, is het van cruciaal belang om te onderzoeken hoe kwetsbaarheid en blootstelling kunnen worden verminderd om toekomstige effecten te verminderen.
De resultaten laten zien dat significante trends kunnen worden toegeschreven aan door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Die zijn duidelijk, zelfs als we niet kunnen voorspellen waar precies deze gebeurtenissen plaatsvinden. Ook is duidelijk dat deze veranderingen zich zullen voortzetten in een snel opwarmend klimaat.