[ update ] Al weer vijftien jaar geleden probeerde Al Gore de wereld wakker te schudden met zijn Inconvenient Truth boodschap, nadat zijn talloze voorgangers met een soortgelijke boodschap dat niet was gelukt. En nadat een miljoenenpubliek de film had gezien of het boek had gelezen, gingen we over tot de orde van de dag. Dat was in 2006.
Er volgenden nieuwe rapporten van het IPCC, in 2015 was er een grote klimaatconferentie in Parijs, en het klimaat veranderde verder. Ons gedrag nauwelijks. Op alle niveaus blijven we de werkelijke klimaatdreigingen en systeemrisico’s van onze samenleving onderschatten en onder het tapijt vegen.
In 2019 schreef ik een column over de kans op extreme gevolgen, die veel groter is dan ook het IPCC wil toegeven. De Australische denktank Breakthrough beschreef dit fenomeen in een rapport in 2017.
Daarin werden zowel de corona pandemie (het had welk ander virus ook kunnen zijn) als de huidige extreme weerrampen aangekondigd. Niemand reageerde op die toen al echte ongemakkelijke waarheid. Nu worden de rapen steeds gaarder, maar nog steeds wordt de illusie levend gehouden dat we erger kunnen voorkomen.
Jim Skea, de huidige baas van het IPCC, erkent nu eindelijk dat 1,5 graad temperatuurstijging een illusie is. Het worden er eerder 3 tot 4,5. Met alle gevolgen van dien. Maar ondanks Helene, Boris, Yagi en Milton blijft er scepsis in brede kringen, vooral in de politiek.
Mistig IPCC jargon en verborgen misleiders
Die illusie wordt mede in stand gehouden door de terminologie die het IPCC hanteert om het risico op een gebeurtenis en de mate van overeenstemming daarover weer te geven. Wie niet volledig is ingevoerd trekt makkelijk verkeerde conclusies.
Want de gehanteerde terminologie nodigt uit tot een (veel te) positieve beoordeling van risico’s. Zo wordt een gebeurtenis met een kans van 33%, of 1 op 3, beschreven als ‘unlikely’. Stap jij in een vliegtuig dat 33% ( of zelfs maar 10% = very unlikely) kans heeft om neer te storten? Of kun je een huis verzekeren dat zelfs maar 1 % kans heeft om binnen een jaar af te branden? Bij het IPCC vinden ze dat kennelijk geen probleem.
Meer verborgen is de onderschatting die voortkomt uit de manier waarop de risico’s worden berekend. Daarbij wordt doorgaans uitgegaan van een normale verdeling of Gauss-curve.
Die werkt prima als het om een steekproef van een verzameling van statische elementen gaat, bijvoorbeeld de lengte van een groep mensen. Dat gaat fout bij dynamische elementen, waarvan de eigenschappen of waardes in de tijd veranderen, zoals bij het weer. De kans op een gebeurtenis met een kleine kans in een normale verdeling, kan een veel groter risico vormen onder invloed van externe gebeurtenissen die geen deel uitmaken van de onderzochte verzameling. Daardoor ontstaat een zogenaamde vette staart aan het positieve uiteinde van de grafiek. ( What lies beneath, pag 13 )
Dat kan grote gevolgen hebben voor de inschatting van bijvoorbeeld een waarschijnlijke temperatuurstijging, zo laat Breakthrough zien. In een scenario voor (gemiddeld) 3 graden opwarming wordt het risico dat het uiteindelijk 6 graden warmer wordt geen 2% (zoals in een normale verdeling) maar 10%. Oftewel 1 op 10, in plaats van 1 op 50, oftewel 5x zo groot. Bij het IPCC zijn beide overigens dan nog steeds ‘very unlikely’. Je kunt dus rustig gaan slapen.
Het illusiewoord ALS
Die illusie dat we erger nog steeds kunnen voorkomen wordt vaak voorafgegaan door het woord ‘als’. Als we extra maatregelen nemen om de co2 emissies nog op tijd terug brengen, als we allemaal samenwerken, als we….. noem er nog maar een paar. De overeenkomst van Parijs is er op gebouwd: als we ons allemaal aan onze voornemens houden….
In werkelijkheid hebben we nog steeds niet gedaan wat we (zes jaar geleden) in Parijs aan elkaar hebben beloofd, terwijl er nu al weer méér nodig is. Maar de dag na het verschijnen van het laatste IPCC rapport meldden zowel China als de meest extreme vervuilers van de Nederlandse industrie dat ze niets aan hun klimaatplannen gaan veranderen. Putin hult zich in zwijgen. India stelt dat het niet meer kan doen en dat geldt waarschijnlijk ook voor de rest van de wereld. Europa heeft wel een plan, maar is traag en verdeeld.
Net zo min als we internationaal de corona pandemie gezamenlijk en gecoördineerd aanpakken, is dat het geval met de klimaataanpak. Dat haalde ik al eerder aan. Toch weten we best wat er zou moeten gebeuren en zijn er meer dan voldoende middelen een omslag te realiseren. Waarom gebeurt dat dan steeds weer niet?
Bubbelen in een tunnel
Aan de basis van die verlamming liggen een paar fenomenen in menselijk gedrag die elkaar versterken. Twee daarvan zijn bubbeldenken en tunnelvisie.
Tunnelvisie is de onkunde, onwil of onmogelijkheid om bepaalde dingen waar te nemen die buiten iemands directe belevingswereld liggen. Dat begint op individueel niveau en kan overgaan op een groep.
Bubbeldenken ontstaat wanneer mensen met eenzelfde idee elkaar opzoeken en een groep (bubbel) vormen waarin ze dat idee bij elkaar versterken. Zo ontstaan bubbels op basis van een tunnelvisie. Hoe groter (of luider) de groep, hoe sterker het effect. Het gebeurt in voetbalstadions en in vergaderzalen en het gebeurt de laatste jaren ook steeds meer door het gebruik van social media.
Tel daarbij op de inspanningen en tijd die het kost om mensen tot gedragsverandering te brengen, de effecten van economische en politieke belangen, sociaal-culturele sentimenten en technische lock-ins van bestaande, rigide structuren en reken vervolgens de kans uit op een snelle en vooral fundamentele verandering in het samenspel van miljoenen, misschien wel miljarden, georganiseerde en informele systemen die op elkaar inwerken. Van Gele Hesjes en Taliban tot Verenigde Naties en voetbalbonden.
Die uitkomst van dat alles leidt bijna zeker tot een echte ongemakkelijke waarheid: we redden het niet. Het klimaat warmt (veel) meer op dan 1,5 graad Celsius. We liggen op koers naar 3 tot 4,5 graad opwarming en dat heeft dramatische gevolgen. Voor jou, voor mij, voor onze (klein)kinderen en voor de rest van de planeet. Die wordt bijna onbewoonbaar. Hoe dat er uitziet kun je in tientallen rampenfilms al zien.
Wat we misschien wel nog kunnen doen
Breakthrough suggereert dat alleen een complete oorlogseconomie nog iets kan redden. Daarin staat alles in het teken van het maximaal terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen.
Dat vergt extreme maatregelen die aanzienlijk verder gaan dan afstand houden en mondkapjes dragen. En dat vergt gezamenlijk, gecoördineerd en krachtig ingrijpen van overheden. Ik noem een paar voorbeelden:
- Onontkoombaar in zo’n strategie is het rantsoeneren van co2. Zoals we tijdens de Tweede Wereldoorlog voedselbonnen kenden, zullen er beperkte verbruiksrechten op uitstoot worden ingevoerd. Aan alle producten worden uitstoot-equivalenten toegekend.
- Autobezit en vliegreizen zijn alleen nog mogelijk met vergunning. Het idee dat iedereen een eigen auto kan hebben is onhoudbaar, ook als die elektrisch is. Zeker in steden moeten we volledig naar autodelen, naast openbaar vervoer.
- Er komt een progressieve belasting op vervuilende producten.
- Klimaatmisdaad wordt aan het strafrecht toegevoegd.
- Het zijn maatregelen waarvan niemand zich kan voorstellen dat die er ooit zullen komen. Maar dat dachten we twee jaar geleden ook over mondkapjes en lockdowns.
- Zelf zullen we onverminderd moeten doorgaan met wat binnen ons vermogen ligt om bij te dragen: stoppen met het gebruik van fossiele brandstof, minder of geen vlees eten, minder nieuwe kleding aanschaffen.
Het worden dit soort maatregelen, of het wordt het einde van de huidige beschaving. Een gemakkelijker waarheid is er helaas niet.
Peter van Vliet
[ Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op 15 augustus 2021 ]