De landbouw krijgt de komende jaren steeds meer te maken met klimaatverandering. Het LEI doet onderzoek naar de kosten en baten van maatregelen die de agrarisch ondernemer kan nemen voor een duurzaam en klimaatbestendig bodembeheer. Een dergelijk onderzoek is uitgevoerd voor de akkerbouw in de Drents-Groningse Veenkoloniën in opdracht van Stichting Kennisontwikkeling en Kennisoverdracht Bodem (SKB). Uit dit onderzoek blijkt dat het mogelijk is om de oogstopbrengst op duurzame wijze te verhogen. Alle onderzochte alternatieven leiden tot een betere bodem dan de huidige situatie (trendscenario).
De betere bodem ontstaat door een hoger gehalte aan organische stof. Dit zorgt als resultaat voor een hogere opbrengst, beter waterbeheer, en is goed voor de structuur van de bodem en het bodemleven. De verschillende scenario’s zijn langs de economische en de ecologische lat gelegd. Uit de berekeningen van het LEI blijkt dat het bouwplan van het scenario ‘maximale aardappelproductie’ het hoogste saldo oplevert en ecologische voordelen biedt ten opzichte van het trendscenario. Nadeel van dit scenario is wel dat er meer mest op de grond gebracht moet worden dan nu wettelijk is toegestaan.
De temperatuurstijging is in principe niet ongunstig voor akker- en tuinbouw, maar verschuivingen in neerslagpatronen kunnen leiden tot wateroverlast in de winter en watertekorten in de zomer. Omgekeerd draagt de landbouw zelf ook bij aan klimaatverandering door het gebruik van fossiele brandstoffen, kunstmest, uitstoot van methaan en lachgas. Door verstandig bodembeheer kan de boer enerzijds zich aanpassen aan klimaatverandering en anderzijds zijn eigen bijdrage aan het broeikaseffect verminderen. Bij dat laatste heeft de samenleving baat, en zou het dus interessant kunnen zijn om de boer hiervoor te betalen.
De Veenkoloniën zijn een gebied met een bijzondere bodemgesteldheid en daarom ook een bijzonder bouwplan: zetmeelaardappelen worden in rotatie afgewisseld met suikerbieten en granen. In het onderzoek gaven agrarische ondernemers in dit gebied aan de meeste belangstelling te hebben voor alternatieve bouwplannen. Het LEI heeft vervolgens doorgerekend wat daarvan de effecten zijn op opbrengst, saldo en op milieu (inclusief broeikasgassen), uitgaande van een bepaalde maatschappelijke waarde. Alle veranderscenario’s leveren zowel ecologisch als bedrijfseconomisch betere resultaten op dan het trendscenario, zoals betere waterhuishouding en minder winderosie. Echter, de ecologisch meest gunstige scenario’s leveren minder voordeel op dan het scenario ‘maximale aardappelproductie’.