Voor een duurzame transitie is het belangrijk dat Links weer een machtsfactor van betekenis wordt, vindt Frans van der Steen. Daarom werd in deel 1 een lans gebroken voor erkenning door progressieve partijen dat er in deze voor velen zware economische tijden te weinig draagvlak is voor een ruimhartig asielbeleid en voor meer begrip voor de behoefte aan ‘culturele geborgenheid’. Oplossingen werden gezocht in het ontwikkelen van alternatieven voor de huidige harde globalisering en het stellen van een grens aan het aantal asielzoekers dat de EU op wil nemen. Een andere oplossing is bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van Afrika, zodat de noodzaak afneemt Fort Europa binnen te komen. Daarover gaat dit deel 2.
Je moet welhaast van steen zijn om onberoerd te blijven bij de beelden van verdronken bootvluchtelingen of onmenselijke omstandigheden in opvangkampen, of die nu in Griekenland of Afrika staan. Het hart schreeuwt: laat ze binnen; biedt deze wanhopige vluchtelingen een veilig en menswaardig bestaan. Maar hoe begrijpelijk en terecht dit ook is, om de oorzaak van hun misère bij de wortel aan te pakken is het onvermijdelijk de instroom van vluchtelingen en asielzoekers vergaand te stoppen.
Omdat 60% van de bevolking jonger is dan 25 jaar zal binnen 30 jaar de bevolking in Afrika verdubbelen. Dit terwijl tegelijkertijd door een combinatie van klimaatverandering, afnemende bodemvruchtbaarheid, verwoestijning, oprakende watervoorraden en ‘landgrabbing’ de voedselproductie zwaar onder druk komt te staan. Watertekorten, mislukte oogsten en honger zijn niet zelden de lont in het kruitvat bij het ontstaan van (burger)oorlogen, zoals in Tunesie en Syrië het geval was. Het aantal potentiële conflicten binnen en tussen Afrikaanse staten neemt eerder toe dan af.
De meeste jongeren in die landen hebben dan ook geen perspectief. Zij zien de beelden van onze welvaart en willen die ook. Wat ze niet willen is het armoedige leven dat ze nu leiden. Niet zelden overdreven succesverhalen van eerdere migranten worden gedeeld en gekoesterd. Bovendien willen ze, door in Europa te werken, geld naar hun familie sturen. Dit is voor veel families een belangrijke inkomstenbron. Daarom zullen die er alles aan doen om hen te helpen Fort Europa binnen te dringen. Steeds meer politici in Europa zijn zich hiervan bewust. Daarom worden in landen van herkomst met honderden miljoenen gefinancierde projecten opgezet met het doel jongeren wel perspectief op een beter bestaan te bieden en zo de vluchtelingenstroom in te dammen. Een goede zaak, maar meer inkomen zal ook gebruikt worden om de reis naar Europa te bekostigen.
Van al die fondsen zal onderweg ook nog het nodige ‘afgeroomd’ worden. En het geld dat de bestemming wel bereikt, geeft geen garantie dat beoogde resultaten ook worden bereikt of dat die er pak weg over tien jaar nog zijn. Door internationale arbeidsdeling, de (uit)verkoop van grondstoffen plus een taboe op het beschermen van nationale markten, is het in Afrika een vrijwel hopeloze zaak om een concurrerende eigen industrie op te bouwen. Daar komt de alom aanwezige corruptie en moeilijk toegankelijk, vaak slecht onderwijs nog bij.
Als tegenprestatie voor de verstrekte fondsen worden met de regimes afspraken over terugkeer van afgewezen asielzoekers gemaakt. Dat zullen veelal ‘papieren’ afspraken blijken, doordat hun economieën voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de geldstroom afkomstig van landgenoten in het rijke Europa. Ook de met miljarden geoliede afspraken met Turkije of met landen als Tunesië en Egypte zijn niet in steen gebeiteld. Om politieke redenen of als de druk van vluchtelingenstromen oploopt – en die kans is levensgroot – worden grenzen weer poreus.
Gezien dit alles is één conclusie onvermijdelijk: nog decennia zullen grote groepen mensen in Europa een goed heenkomen proberen te vinden. Het is een illusie te denken dat op langere termijn met de in gang gezette politiek en afspraken de stroom vluchtelingen uit Afrika ingedamd kan worden. Daarvoor is heel wat meer nodig. Maar wat dan? Ook wat dit betreft heeft niemand de wijsheid in pacht. Er zijn voor de lange en de kortere termijn wel een aantal aanbevelingen te geven.
Arme Afrikanen zijn nog meer dan de minder welvarende Nederlanders het slachtoffer van neoliberale globalisering, Daarom staat ook voor Afrika het bieden van tegenkracht daaraan voorop. Dat betekent, net als In Europa, de afhankelijkheid van de wereldmarkt verminderen door met een circulaire economie in te zetten op het zo veel mogelijk met eigen grondstoffen en eigen arbeid produceren van voedsel en gebruiksgoederen. En door het beschermen van de eigen markt tegen producten die niet aan sociale en milieueisen voldoen.
Op langere termijn is grotere voedselzekerheid gezien het toenemende aantal monden, klimaatverandering, bodemdegradatie, waterschaarste en nog zo wat de belangrijkste uitdaging. Daarvoor zijn genoeg kansen. Door het versterken van ondernemerschap, landhervorming en door vooral kleine boeren te steunen om op een houdbare manier – dus met zo min mogelijk kapitaalsintensieve en milieubelastende ‘inputs’ als fossiele brandstoffen, kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en optimaal gebruik van schaars water – hun grond te bewerken, kan èn meer voedsel worden geproduceerd èn meer werk worden gecreëerd. Op korte termijn gaat het om de opvang van vluchtelingen in de regio, maar wel op een humaan verantwoorde manier. Dan gaat het om vluchtelingenkampen die aan zekere eisen wat betreft voedsel- en watervoorziening, huisvesting, medische zorg en onderwijs voldoen. Dit vergt een stevige investering van de EU.
Een ontwikkeling van Afrikaanse landen die ook het volk ten goede komt, zal anders verlopen dan in Europa. Die strijd daarvoor wordt ook in Afrikaanse landen gevoerd en zou versterkt moeten worden. Afrikaanse ontwikkeling vergt opstand van Afrikanen tegen het wanbestuur van elites die zich door uitbuiting van mens en milieu sterk verrijken. Wat dan niet helpt is een Europese uitweg voor degenen die aan hun lot worden overgelaten. De escaperoute naar Europa houdt mede corrupte regimes in het zadel.
De duurzame ontwikkeling van Afrika is allereerst een zaak van Afrikanen. Alleen zij kunnen het wanbestuur van veel regimes aanpakken. Europa heeft de verantwoordelijkheid en een gezonde dosis eigenbelang hebben om daar zeer stevig aan bij te dragen. Die verantwoordelijkheid komt ondermeer voort uit de niet geringe Europese bijdrage aan klimaatverandering en de gevolgen daarvan, ook voor Afrikaanse landen. Het eigenbelang is er omdat alleen zo op langere termijn vluchtelingenstromen en klimaatverandering, die geen grenzen kent, ingedamd kan worden.
Frans van der Steen
De auteur was directeur van het Derde Wereld Centrum en Milieucentrum in Den Haag en is actief bij Platform Duurzame en Solidaire Economie en Lokaal Voedsel Den Haag