Crystal Palace, De Eiffeltoren, en het Atomium, zijn enkele iconische bouwwerken die herinneren aan eerdere Wereldtentoonstellingen. De Wereldtentoonstelling, of World Expo wordt wel de culturele- en technologische Olympische spelen genoemd. Het doel van de Wereldtentoonstelling is te laten zien waartoe de mens op sociaal, cultureel, en technologisch gebied in staat is. Dit jaar wordt de Wereldtentoonstelling gehouden in Milaan, met als thema: ‘Voedsel voor de wereld, energie voor het leven’. Is de Wereldtentoonstelling de moeite waard om te bezoeken voor mensen die geïnteresseerd zijn in duurzame landbouw en voeding?
Wanneer je rondloopt over het ruim 1 vierkante kilometer grote Expo-terrein, ervaar je de wereld in het klein. Arabieren in lange witte thawbs aan een tafeltje bij het McDonalds paviljoen. Afrikaanse vrouwen in prachtige kleurrijke jurken. De geuren van gedroogde kruiden en gebakken hamburgers wisselen elkaar af. Voedsel is iets wat alle mensen met elkaar verbindt. De Wereldtentoonstelling laat de diversiteit aan (eet)culturen zien, en maakt ook de contrasten zichtbaar tussen de deelnemende landen.
Meer dan 140 landen, waaronder Nederland, hebben een paviljoen op het Expo-terrein. Vrijwel ieder paviljoen is een architectonisch hoogstandje. De gevels en daken van veel gebouwen zijn volledig begroeid met (eetbare) planten. In het paviljoen van Oostenrijk is een bergbos aangelegd waar de bezoekers even kunnen schuilen voor de Italiaanse zon. Een oase van fruitbomen ligt verborgen binnen de witte muren van het onopvallende paviljoen van eilandstaatje Bahrein. Andere landen hebben hun paviljoen ingericht met futuristische bollen van spiegelglas, of kastelen met watervallen. Nepal is er, ondanks de aardbeving, in geslaagd om een indrukwekkende boeddhistische tempel te bouwen, compleet met levensgrote gouden Boeddha, gebedsvlaggetjes en loungestoelen. De pilaren versierd met gedetailleerd houtsnijwerk.
Veel landen gebruiken hun paviljoen om hun landbouwsector in de schijnwerpers te zetten of om het gunstige investeringsklimaat in hun land onder de aandacht te brengen. Het oliestaatje Qatar vestigt bijvoorbeeld de aandacht op het innovatieve ‘Sahara Forest Project’, waarbij zeewater gebruikt wordt voor het verbouwen van gewassen in kassen midden in de woestijn. Ook zijn er landen waarvan het paviljoen een willekeurige verzameling van objecten huisvest die weinig tot niets met landbouw of voedsel te maken hebben. Zo presenteert Turkmenistan een grote verzameling stenen, een miniatuurvrachtwagen, en een schaalmodel van een satelliet.
Sommige landen lijken een deel van de kosten te willen terugverdienen door de verkoop van voedsel en snuisterijen. België verkoopt bier, ‘Belgian fries’, en ‘fruit snacks’. Voor de frietkraam staat een lange rij, maar de luiken van het fruitkraampje zijn gesloten. Nederland heeft voor een vergelijkbare insteek gekozen. Op het ‘Holland Pavilion’ wordt voedsel verkocht vanuit verschillende food trucks. Op het menu staan ‘mini pancakes’, ‘Dutch fries’, en ‘meatballs’, maar ook de smakelijke Dutch weed burger, gemaakt van zeewier uit de Oosterschelde. Wat betreft de pogingen om voedsel te verkopen spant Thailand echter de kroon. Voor het oog van tientallen toeschouwers in een bioscoopzaal worden beelden van verschillende Thaise gerechten in reusachtig formaat op de wand gepresenteerd. Na het verlaten van de filmzaal, wordt de bezoeker direct het restaurant ingeleid.
Naast de paviljoens van afzonderlijke landen zijn andere delen van het terrein ingericht rondom één thema gerelateerd aan voedsel of landbouw. Zo krijg je in het ‘Future Food District’ een klein voorproefje van de toekomst van het wereldwijde voedselsysteem. In dit gebied zijn schaalmodellen te zien van een drijvende kas voor het verbouwen van gewassen op zee, een 3D-printer voor pasta, en een algenkwekerij. Ook kan je ervaren hoe het is om boodschappen te doen zonder je huis te verlaten: shoppen met een 3D bril waarna de bestelde producten thuisbezorgd kunnen worden met een drone. Althans, er staat een drone tentoongesteld waarmee dit wellicht in de toekomst mogelijk zal zijn. Het blijft echter bij een voorproefje, de toekomst van voedsel komt nog niet echt tot leven.
In de ´supermarkt van de toekomst´, is weinig nieuws onder de zon. De schappen zijn gevuld met ouderwetse biefstuk in plaats van met insectenburgers en kweekvlees. In de supermarkt van de toekomst worden de schappen handmatig gevuld door vakkenvullers, maar als je een appel koopt, wordt deze door een robotarm in een bakje gedaan. Het blijft echter onduidelijk waarom een klant in de toekomst zijn appels niet meer zelf zou kunnen pakken en waarom iedere appel apart verpakt moet worden. De beeldschermen waarmee je de precieze herkomst van een product kunt traceren zijn weliswaar innovatief, maar de zelfscankassa´s zijn ook nu al in de supermarkt te vinden.
Naast de verschillende landen zijn er ook een aantal internationale bedrijven en niet-gouvernementele organisaties die een paviljoen hebben ingericht. Zo kan het gebeuren dat het paviljoen van de wereldwijde slowfoodbeweging vrijwel naast het paviljoen van fastfoodicoon McDonalds ligt.
De Verenigde Naties hebben op verschillende plekken op het Expo-terrein een paviljoen ingericht over de ‘Zero Hunger Challenge’. Met dit thema proberen de Verenigde Naties aandacht te besteden aan zaken als duurzame voedselproductie, het reduceren van honger en ondervoeding, en voedselverspilling. Dit laatste staat echter in sterk contrast met de grote stalen containers buiten het Expoterrein, waarin iedere dag de plastic bordjes en etensresten van de duizenden Expobezoekers belanden. Terwijl op de Wereldtentoonstelling voedsel in overvloed aanwezig is, zijn er ter kennismaking ook proefmonsters te verkrijgen van een calorierijk voedingsmiddel voor kinderen met ernstige ondervoeding.
Op de Wereldtentoonstelling kan je de enorme diversiteit aan eetgewoonten, geuren, en smaken binnen één dag ervaren. Echter, doordat ieder land heeft geïnvesteerd in zijn eigen paviljoen, blijft de Wereldtentoonstelling als geheel wat gefragmenteerd. Veel van de exposities blijven inhoudelijk gezien dan ook vrij oppervlakkig. Toch geeft de Wereldtentoonstelling een bijzondere kijk op de diversiteit van de voedselwereld.
De Wereldtentoonstelling 2015 in Milaan duurt nog tot 31 oktober. Het Expo-terrein is open van 10.00 tot 23.00. Een dagkaart kost 34 euro, maar als je na 19.00 naar binnen gaat betaal je slechts 5 euro.
Sietze Norder