De mensheid staat voor grote en nog steeds groeiende milieuproblemen. De rijke landen hebben in eigen land al wel vooruitgang geboekt in de aanpak daarvan, maar op mondiaal niveau is men nog maar nauwelijks begonnen. Klimaatverandering en de verwachte gevolgen ervan (stijging van de zeespiegel, extreme weersomstandigheden, watertekorten, schade aan ecosystemen), vormen enorme uitdagingen, vooral in de armere landen. Net als vervuiling, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, verlies van landbouwgrond, vernietiging van ecosystemen, verlies aan biodiversiteit, ontbossing, en verwoestijning.
In Nederland en een aantal andere rijke landen doen veel mensen oprecht hun best duurzamer te leven en zo hun “ecologische voetafdruk” te verkleinen. Dat is belangrijk, maar het is niet genoeg. Daarvoor is die groep te klein. Anderzijds zou, om de gemiddelde voetafdruk van de Nederlandse burger binnen de ecologische perken te houden, de politiek draconische maatregelen moeten nemen. Daar is geen steun voor onder kiezers en vrijwel geen politicus waagt zich daar dan ook aan. Bovendien zouden voor het beoogde effect andere landen vergelijkbare maatregelen moeten nemen. Daar is de bereidheid daartoe nog minder: denk aan de Verenigde Staten. Door de houdgreep waarin burgers (en daarmee kiezers) en politici elkaar houden is er helaas weinig zicht op verbetering.
Het is goed dat mensen duurzamer gaan leven en dat landen maatregelen nemen tegen de achteruitgang van het milieu. Maar om in de komende decennia onze milieuproblematiek echt op de benodigde schaal aan te pakken vraagt een veel intensievere en grootschaliger inzet. En daar is draagvlak voor nodig. Dat draagvlak kan alleen gecreëerd worden met een helder verhaal dat duidelijk maakt dat de Grote Transitie naar Duurzaam niet alleen op de lange maar ook op korte termijn verbetering brengt. Een verhaal dat zowel de baten van de voorgestelde aanpak duidelijk maakt als de huidige ontevredenheid en onzekerheid van veel mensen weg kan nemen. En een verhaal dat uitlegt dat mensen zich weliswaar bepaalde opofferingen zullen moeten getroosten maar dat daar baten tegenover zullen staan die de opofferingen meer dan compenseren.
Dat verhaal moet gebaseerd zijn op een programma voor duurzame ontwikkeling, gericht op een wereldwijde aanpak van zowel onze milieuproblemen als van armoede en het gebrek aan goede sociale voorzieningen. En het verhaal moet aangeven hoe we dat programma gaan betalen.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Zowel de wereldwijde aanpak van onze milieuproblemen als van armoede vereist enorme investeringen. In energiebesparing, de omschakeling naar hernieuwbare energie en ook, vooral in arme landen, in de aanleg van infrastructuur voor het beheer van water, bodem, en ecosystemen. Daar bovenop moet vervuiling van grond, water en lucht worden tegengegaan. Er moeten dus systemen worden opgezet voor zuivering, verwerking, en hergebruik van afvalstoffen, en het opschonen en verduurzamen van industriële processen, transport, en landbouw. Tegelijkertijd moet armoede worden bestreden door alle mensen toegang te geven tot goede huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, water en sanitatie, een basisinkomen, en werk – onder meer in het duurzame ontwikkelingsprogramma.
De investeringen in de transitie naar duurzaam, in arbeid, materialen en expertise, zijn al enorm in de rijke landen. Daar is al veel gedaan, maar nog lang niet genoeg. Maar in de rest van de wereld zijn de problemen nog veel groter en blijft de aanpak er van ver achter. Hetzelfde geldt natuurlijk voor armoedebestrijding en basisvoorzieningen: alhoewel er ook in rijke landen nog het nodige gedaan moet worden zijn in de arme landen de behoeften nog vele malen groter.
Implementatie van een duurzaam ontwikkelingsprogramma waarin bovengenoemde zaken aangepakt worden levert over meerdere decennia een enorme hoeveelheid werk op. Zeker in arme landen, waar grote openlijke werkloosheid en nóg grotere verborgen werkloosheid heersen geven die banen mensen meer kansen in eigen land en hoeft men niet meer te migreren voor een beter bestaan.
De grote vraag is natuurlijk: wie gaat dat betalen? In een eerder artikel op Duurzaam Nieuws, Ons geldsysteem en het milieu (https://www.duurzaamnieuws.nl/ons-geldsysteem-en-het-milieu-deel-1/), werd al aandacht aan deze vraag besteed. Het antwoord was dat de meeste investeringen benodigd voor duurzame ontwikkeling niet op korte termijn winst opleveren. Daarom zijn ze niet interessant voor de private sector, de overheid zal moeten betalen. Dat is ook logisch, het programma is immers gericht op het algemeen belang, niet op winst maken.
Het grote probleem is dat het de overheid aan geld ontbreekt. Door de opzet van het huidige financiële systeem moet de overheid vrijwel alle uitgaven die ze doet direct of indirect betalen uit belastinggeld (indirect als de overheid geld leent – wat later dan alsnog, met rente, uit belastinggeld moet worden terugbetaald). Maar we kunnen ons geldsysteem veranderen. Een onafhankelijke monetaire autoriteit, vergelijkbaar met de huidige centrale bank, zou schuldvrij geld kunnen creeren. Dat geld zou vervolgens ten dele direct aan overheden beschikbaar gesteld kunnen worden voor investeringen in duurzame ontwikkeling. Dat zou gefaseerd gebeuren, in lijn met de bestaande en zich ontwikkelende productiecapaciteit. Zo zou ook meer geld beschikbaar komen voor andere zaken die mensen belangrijk vinden, zoals in Nederland, de zorg, het onderwijs, en veiligheid. Op die manier kan draagvlak worden gecreëerd voor duurzame ontwikkeling.
De combinatie van duurzame ontwikkeling en monetaire hervorming zou in gang kunnen worden gezet door samenwerkende burgers, organisaties en politieke partijen die milieu en sociale rechtvaardigheid hoog in het vaandel hebben staan. Niet-gouvernementele organisaties die zich nu al richten op het milieu en op sociale thema’s als armoedebestrijding zouden de aangewezen partijen zijn om daarbij het voortouw te nemen. Het huidige financiële systeem vormt een obstakel voor duurzame ontwikkeling en een economie en maatschappij die binnen haar ecologische grenzen blijft. Daaruit zou logisch moeten volgen dat vooral milieuorganisaties het streven naar mondiale duurzame ontwikkeling en monetaire hervorming gaan ondersteunen. De lobby daarvoor zou ondersteund moeten worden door andere maatschappelijke organisaties die direct belang hebben bij monetaire hervorming en duurzame ontwikkeling, zoals vakbonden en andere belangenorganisaties – bijvoorbeeld van consumenten en midden en kleinbedrijf – en organisaties die vanuit een moreel standpunt naar duurzame ontwikkeling streven, zoals organisaties op levensbeschouwelijke grondslag. Gezamenlijk zouden deze maatschappelijke organisaties dan politieke partijen, nationale overheden en internationale organisaties kunnen bewerken om de combinatie van monetaire hervorming en mondiale duurzame ontwikkeling op de agenda en geïmplementeerd te krijgen.
Een uitgebreide versie van bovenstaand artikel met de titel “Duurzame Ontwikkeling, Geld en Draagvlak” is hier te downloaden.
Frans Doorman is lid van van het Platform Duurzame en Solidaire Economie (www.platformdse.org) en de Stichting Ons Geld (www.onsgeld.nu), organisaties die streven naar respectievelijk de transitie naar een duurzame economie en monetaire hervorming. Hij is de auteur van meerdere boeken over geld, economie en mondiale ontwikkeling. Die boeken zijn gratis te downloaden van www.new-economics.info, of kunnen via die website worden opgevraagd.