Concepten voor nieuwe businessmodellen zijn nu al een aantal jaren in ontwikkeling en de lijst van voorbeelden wordt gestaag aangevuld met nieuwe projecten. Vanuit alle hoeken van de samenleving worden er nieuwe manieren bedacht om economisch duurzaam en circulair productief te zijn en te blijven. De crowdfunding sites hebben er hun handen vol aan.
Waar we minder zicht op hebben is de levensduur van al die projecten. Als ze succesvol zijn verdwijnen ze vanzelf uit beeld omdat de houdbaarheidsdatum van het predicaat ‘nieuw’ verstreken is. En van de minder succesvolle pogingen vernemen we doorgaans weinig of niets. Dat maakt het lastig om van fouten te leren en concepten te verbeteren, oftewel om ook een businessmodel als zodanig circulair te maken.
Als je naar de markt kijkt zie je een duidelijke waterscheiding in de omvang van initiatieven. Heel veel nieuwe businessmodellen zijn heel klein. En een paar grote zijn heel groot – de Ubers en de AirBnB’s van deze wereld. De middenmoters zouden moeten komen van de doorgroeiende kleintjes. En die zie je nog nauwelijks. Misschien is de thuiszorgclub Buurtzorg van Jos de Blok er een. Maar dan wel met behulp van een strategie uit de oude wereld: overname.
Dat brengt me bij de vraag hoe je het succes van nieuwe businessmodellen definieert. De kern van die initiatieven is het creëren van meervoudige waarde, het gaat om méér dan geld alleen. Probleem is dat naarmate een onderneming groeit, juist het financiële rendement doorslaggevend blijft voor het voortbestaan.
En juist dat financiële rendement blijft een zorgenkindje, zowel bij groot als bij klein. Veel kleine initiatieven kunnen niet blijven bestaan zonder de inzet van vrijwilligers, die hun beloning uit niet-materiële compensatie halen: waardering, geluk, voldoening uit het bijdragen aan een betere wereld. Zolang je inkomsten hebt uit andere bronnen is dat vol te houden. Zo niet, dan kun je een nummertje halen bij de bijstand of de schuldhulpverlening.
Bij de grote jongens is het niet anders: Uber maakte in 2015 bij een jaaromzet van 200 miljoen dollar een verlies van 2 miljard, maar heeft een beurswaarde van 10 miljard. De wortel waar investeerders achteraan lopen is de verwachting dat het bedrijf ooit winst gaat maken. De maatschappelijke bijdrage bestaat vooral uit het vernietigen van chauffeursbanen en het onder bijstandsnivo betalen van haar deelnemers.
Bij Airbnb is het niet veel anders: 150 miljoen verlies per jaar bij een omzet van 900 miljoen. Beurswaarde: 24 miljard. Winstgevend in 2020, naar verwachting….. Maatschappelijk rendement: failliete hotels en een ontwrichte woningmarkt.
Nieuwe businessmodellen in een oude wereld vormen kennelijk geen gelukkig huwelijk. Voor de kleintjes is er onvoldoende binding met de bestaande economie waardoor ze te vaak financieel onderuit gaan.
De grote jongens misbruiken nieuwe modellen om de financiële markt ouderwets leeg te zuigen onder het motto: greed is good. De initiatiefnemers lopen giga binnen en laten een mega brandspoor achter, a-la de internetbubbel van 1999.
Is er een manier om je daar als samenleving tegen te wapenen? Ik denk van wel. Het basisinkomen zou meer stabiliteit kunnen bieden. Het voorkomt dat mensen zich uit wanhoop in een inkomensrace naar de bodem laten betrekken. Dat zou de Ubers wind uit de zeilen kunnen nemen. En dat zelfde basisinkomen kan mensen een hand in de rug houden bij hun inzet in kleine initiatieven, die zich op andere vormen van waardecreatie richten. Het financiële rendement daaruit kan terugkomen uit besparingen in overheidsuitgaven aan zorg, groenvoorziening, uitkeringen etc.
Belangrijk is om te constateren dat nieuwe businessmodellen ook een nieuwe maatschappelijke en economische omgeving nodig hebben om te kunnen floreren. En dat die nieuwe maatschappelijke en economische omgeving bescherming kan bieden tegen nieuwe-hebzucht modellen. Wie gaat dat in Den Haag vertellen?
Peter van Vliet