In veel steden wordt flink geboerd. In de tuin, in plantenbakken op het koertje of op het balkon, in de fel begeerde volkstuintjes of op plaatsen die tijdelijk voor volkstuinieren worden inricht. Maar zijn deze zelf gekweekte groenten gezond in een stad waar toch wel een vuiltje aan de lucht is? De Universiteit Gent voerde voor het eerst in Vlaanderen een grootschalig onderzoek uit naar het wel en wee van sla uit de stad.
Sla in plantenbakken
Professor Gijs Du Laing van de Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent onderzocht de stalen zelf gekweekte sla op 35 plaatsen, verspreid over de stadskern. De organisaties Kompaan en Labeur bezorgden de vrijwillige deelnemers plantenbakken uit recuperatiemateriaal en potgrond. Zo kon dit onderzoek de impact van bodemverontreiniging op de geteelde sla uitsluiten. De keuze viel op sla, omdat deze groente met zijn veelvuldige en grote bladeren, heel gevoelig is voor luchtverontreiniging. De sla werd, zowel voor als na het wassen, onderzocht op arseen, cadmium en lood.
Lood van onder het stof gehaald
De gehaltes aan arseen en cadmium op de ongewassen sla overschreden nauwelijks de norm. Dat in tegenstelling met lood, dat in heel wat stalen fors boven de norm piekte. Vreemd, want het tijdperk van de loodhoudende benzine ligt toch al twintig jaar achter ons? Gijs Du Laing zoekt een verklaring: “Deze historische loodverontreiniging heeft zich in de toplaag van de bodem genesteld en klampte zich hierbij vast aan de fijnste (klei)deeltjes uit de bodem. Daarnaast heb je het fijn stof, afkomstig van uitlaatgassen van dieselauto’s, industriële verbrandingsprocessen en van verbranding in houtkachels en allesbranders. Deze fijne partikels belanden op de bodem waar de looddeeltjes zich makkelijk aan vasthechten. Dit fijn stof pikt niet alleen de achtergebleven loodpartikels uit de loodhoudende benzine op. De dag van vandaag zijn er ook nog een aantal minder bekende bronnen van loodverontreiniging in het spel. Als loodhoudende verf, jarenlang geleden aangebracht, nu onderhevig is aan corrosie, dan komen hierbij looddeeltjes vrij. Dat is ook het geval bij de slijtage van auto-onderdelen die lood kunnen bevatten, zoals autobanden en remmen. Punt is dat zowel deze fijne, met lood verontreinigde, bodemdeeltjes als het fijn stof, waar lood zich al op hechtte of zich nog op kan hechten, door het drukke verkeer opgewerveld wordt en zo op de gekweekte groenten van de stadstuintjes belandt. Vanop verharde oppervlaktes sleuren deze beide vormen van opwaaiend fijn stof, vooral op droge zomerdagen, als het ware de loodpartikels met zich mee om ze ergens anders af te zetten.” Een fysische afscherming van de moestuin met een groenbuffer kan in behoorlijke mate deze verontreiniging tegengaan. Om dezelfde reden verdient een achtertuin de voorkeur boven een tuin langs de straat.
Spoel je sla, tot driemaal toe!
De stadstuiniers kregen ook de boodschap mee om hun sla te wassen. Gijs Du Laing verduidelijkt zijn advies: “Sla wassen doe je niet door de bladeren even onder de kraan te houden. We bedoelen wel degelijk grondig wassen. Dat betekent concreet: de sla driemaal in een zwierder reinigen, telkens met vers proper water. Op deze manier dring je de te hoge loodconcentraties in de gewassen sla terug tot onder de norm van 0,3 milligram per kilogram. Onzorgvuldig wassen kan nog leiden tot nog te veel lood in de sla, zo leerde de metingen van de gewassen stalen sla.”
Meteen wijst hij nog op een ander risico: “Spoelen doe je met proper water. De drinkwatermaatschappijen zijn druk bezig om overal de loden leidingen tussen de waterteller en de straataansluiting te vervangen door koperen of gegalvaniseerde buizen. In sommige oude woningen komen echter nog loden leidingen voor. De vervanging hiervan blijft de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Loden leidingen zijn herkenbaar aan hun grijze kleur en aan het feit dat ze niet magnetisch zijn.”
Stadstuinieren met gezond boerenverstand
Of stadstuinieren dan nog wel een goed idee is? Gijs Du Laing: “De luchtkwaliteit in Gent en ook in andere steden is niet van de beste kwaliteit en doeltreffende maatregelen zijn hier zeker aan de orde. Fijn stof is niet alleen schadelijk voor de luchtwegen. Het is ook een gevreesde drager en verspreider van heel wat toxische stoffen, die we zo willens nillens rechtstreeks in ons lichaam opnemen. Toch mag de stadsbewoner zich hierdoor niet uit zijn lood laten slaan om zijn eigen groenten te kweken. Dit Gentse onderzoek toont aan dat stadstuinieren best kan, als je ten minste een aantal eenvoudige aanbevelingen zorgvuldig en consequent opvolgt.” Naast luchtvervuiling kan ook de bodem een bron van verontreiniging voor de gekweekte groenten zijn. Ook hier geeft Gijs Du Laing enkele richtlijnen mee: “Literatuuronderzoek toont aan dat je je moestuin het best inricht vanaf een afstand van 30 meter van drukke auto-, spoorwegen en industriële activiteiten. Daar zijn de concentraties van vervuilende stoffen meestal al tot een normaal niveau teruggelopen. Verder kun je bij de stadsdiensten of de OVAM nagaan of er geen historische bodemverontreiniging in het spel is. Ook een bodemanalyse kan hierover uitsluitsel geven. Eventuele problemen met bodemverontreiniging kun je ook vermijden door groenten te telen in bakken met verse teelaarde. De in de handel te verkrijgen teeltsubstraten worden namelijk zorgvuldig op contaminanten gecontroleerd.”
Patrick Verheye
Dit artikel verscheen eerder op Argusactueel.be