Zeggen veel commentatoren: “XR (Extinction Rebellion)-acties, leuk, maar ze komen niet met alternatieven”. Hervé Kempf stelt: “Ze opperen niets over het hoe”. En Luttikhuis (NRC) vindt het radicalisme tot nu toe inhoudelijk te leeg.
Dan zeg ik: Formeel klopt dat: Er staat geen toekomstplan op papier. Echter, er is binnen XR voor de goede verstaander wel degelijk een basisplan – plan X dus – tot ontwikkeling aan het komen. Enerzijds zijn er ideeën van kernfiguren als Bradbrook, Hallam, Raworth, Monbiot, en meer op de achtergrond de visies van 350.org, Postcarbon.org, Zerowaste, Alternatiba, FF, TT, Klimaatstaking, Staygrounded, etc. Anderzijds is er het XR-gedrag. Gretha is niet voor niets in haar gewone kloffie met een zeilboot naar Amerika gereisd. De meeste jongeren wijzen niet voor niets vliegreizen af, willen weinig vlees eten, bekritiseren de aanvoer uit verre landen, kopen bij kringloop- en biologische winkels. Hé, Hervé, zit er stront in je ogen? Wat jij zoekt zit in hun gedachten, dwaalt in hun dromen, en krijgt vorm in hun communicaties, en in hun leuzen (“The wrong Amazon is burning”, “Systems change”, “Birds, not Boeings”). Het heeft tijd nodig om uit te kristalliseren in public wisdom. Gun ze die tijd. Maar de basiselementen van hun plan liggen volgens mij op straat. Als volgt.
De basiselementen van plan X
Kijk de urgentie-eis van XR is “de uitstoot moet binnen een paar jaar naar nul”.
Ze constateert – en dit is haar fundamentele kritiek – dat alle beloften ten spijt steeds duidelijker blijkt dat het technisch onmogelijk, en sociaal niet implementeerbaar is om het hele mondiale wisselwerkingcircus binnen korte tijd vanuit de huidige totale fossiele voeding om te bouwen naar uitstootloze energetische voeding.
Daarmee prikt ze in de achilleshiel van de bestaande orde, blaast die droom uit, en eist een totaal omdenken – een totale economische reorganisatie eigenlijk – om niet te worden uitgeroeid, niet te hoeven sterven.
Welke reorganisatie-denkbeelden zwerven rond?
- We moeten enorm versoberen, en terugschakelen naar productie van het hoognodige nl. voeding, water, kleding en woonvoorzieningen, plus enkele middelen om die vier producten te maken en te consumeren.
- Dat betekent dat we de rest – zoals reizen, cultuur, internet, vervoer – minimaliseren. Back to basics! Retour à l’essentiel! Onze leefstijl beperken tot primaire levensbehoeften. Simplicity dus.
- Zo’n maatschappelijke exercitie is technisch en sociaal alleen implementeerbaar als iedereen een gelijk speelveld krijgt. Social justice moet, want zodra je de voet waarop wij leven via overheidsbeleid gaat beperken, kun je geen posities handhaven die potenties bevatten die voet onbeperkt te vergroten.
- Ja, maar gelijk in welke zin? Als je zegt qua kosten en baten, stoot je gelijk op de uitdijing en apathie van de verzorgingsstaat. Nee, het gaat om de manier waarop iedereen in zijn leven primair wordt opgesteld ten aanzien van de hier op aarde beschikbare middelen van bestaan. Het gaat dus om toegankelijkheid tot middelen. Die moet vrij gelijk worden getrokken, en op tijd (qua levensfase) toegewezen worden, om mensen optimaal in beweging te krijgen en waardeconvergerend samen te laten leven. Accessibility dus.
- Om die toegankelijkheid vrij gelijk te houden moet die beschikking worden afgeschermd van verkrijging door anderen.
- Uitstootloos produceren van het hoognodige lukt alleen als we elke productie zo dicht mogelijk bij de inputs (grondstoffen, aanleveringen, bronnen) en zo dicht mogelijk bij de afnemers (consumenten, aansluitende processen) laten plaatsvinden. Produceren dus in zo kort mogelijke en dus lokale kringlopen. Circularity dus.
Uiteindelijk kom je hiermee dicht op het idee van rurale gemeenschappen die zich zelfvoorzienend in stand houden, en die regionaal gezamenlijk een aantal basisdiensten en gereedschapsproducties initiëren en uitvoeren, tegelijkertijd grensoverschrijdende inputs en outputs minimaliseren.
Ideaal? Nee, pas du tout, maar zo’n noodoplossing is 100% efficiënt om op korte termijn te voorkomen dat het klimaat fataal gaat ontsporen. Goed plan dus!
Waar schuurt plan X vooral?
Gelet op de stand van zaken van de maatschappelijke discussie rond de drie basiselementen van dit plan, zien we circularity en simplicity wel opschieten, maar accessibility qua onderwerp gemeden worden. Het idee dat mensen zich directer en dus bewerkelijker aan de beschikbare lokale middelen van bestaan zoals land en materie zouden moeten koppelen, roept mentaal enorme weersstanden op. Bij de burger stuit het opnemen van de zorg voor basale processen tegen de borst omdat hij dacht daar voor eeuwig van verlost te zijn, en bij de boer, de managers, en de veelhebbers is het idee afstand te moeten doen van hun regelbaarheid en beschikkingsrecht over land, bronnen, grootschalige processen, en grote reserves vrijwel ondenkbaar. Hun toekomst stort in. Zo onvoorstelbaar het voor een burger is om op het land te gaan leven, zo onvoorstelbaar is het voor een boer voor anderen ruimte te maken, en zich in een andere slagorde op te stellen. Meer iets voor een film. Ieder heeft zijn rijk alleen en was nou net bezig dat uit te breiden, het andere nog verder weg te dringen. Dat we van een stralende steeds maar expanderende cerebrale toekomst moeten gaan omdenken naar lokale intensieve zorg voor en instandhouding van basisprocessen, wat een afgang! Men rilt er van. Maar XR is noch intens burgerlijk, noch vies van basale uitwegen, en begint er gerichter naar te kijken. Naar mensen die her en der al stappen in die richting namen en oplossingen realiseerden. Zowel coöperatieve als distributieve als collectieve als meer individuele.
De druk der omstandigheden
Ondertussen dringt de tijd. Het klimaat gaat toenemend met onze middelen voetballen. Dus we zullen haast moeten maken met elkaar de zorg voor onze huidige middelen van bestaan in de handen te drukken, voordat die middelen ons definitief uit de handen worden geslagen.
Lokaal uitwerken dus dat plan en knopen doorhakken! En ondertussen diegenen – de beter gesitueerden bedoel ik – die de klimaatontregelingen denken te kunnen uitzitten, via een opstand tot medewerking dwingen.
Tim Hollo: “Our most important task right now is to build social cohesion while learning to live within natural limits.”