Białowieża is “het mistige, broeierige bos dat opdoemde toen je als een kind de sprookjes van Grimm hoorde” aldus de poëtische, Amerikaanse ecoloog Alan Weisman. Deze unieke plek met torenhoge haagbeuken en schimmels ter grootte van borden ligt gewoon in Europa: 1500 vierkante kilometer bos op de grens van Polen en Wit-Rusland vormt het laatste overblijfsel van het laagland dat ons continent bedekte na de ijstijd. Het is de thuisbasis van 20.000 diersoorten, waaronder 12 carnivoren zoals lynxen en wolven, 120 soorten broedvogels zoals de drieteen-specht en zeldzame insecten en ongewervelde dieren die in de rest van Europa al een eeuw of langer niet meer voorkomen.
Het bos heeft de hoogste bomen van Europa en het grootste zoogdier: de bizon. Het is een nationale schat voor Polen en een internationale schat voor ons allemaal. Białowieża is ons verleden en onze toekomst, een natuurlijk laboratorium voor de studie van soorten en klimaat. Het woud geeft ons waardevolle inzichten in de manier waarop we onze omgeving hebben veranderd en hoe die steeds opnieuw verandert. Slechts een klein deel van het oerbos is een nationaal park (16%). Andere delen worden beschermd door de EU en als Unesco werelderfgoed.
De aankondiging van de Poolse regering drastisch meer bomen te gaan kappen in dit beschermde, oude bos gaat ons daarom allemaal aan. Lokale gemeenschappen mochten tot nu toe 48.000 kubieke meter hout oogsten per jaar, maar de regering denkt erover ten minste 180.000 kubieke meter toe te staan. De nieuwe minister van milieu, Jan Szyszko, beweert dat het bos aan het “wegrotten” is, omdat de sparren dood gaan door de schorskever. Maar wetenschappers zeggen dat een dergelijke ingreep meer kwaad dan goed zal doen.
“Ongelukkig is geen goed woord – we zijn wanhopig”, zegt Rafał Kowalczyk, directeur van het Zoogdieren Onderzoeksinstituut in Białowieża. “Als we toestaan dat dit een beheerd bos wordt, zullen de waarde en de biodiversiteit verloren gaan. Het zal honderden jaren duren voordat het bos een dergelijke verwoesting te boven komt. ”
Kowalczyk legt uit dat de sparren met hun ondiepe wortels te lijden hebben van de drogere bodem en de klimaatverandering. De vernietiging door de kever is een natuurlijk proces met een veerkrachtiger bos als gevolg: in gebieden waar de sparren niet terugkeren, komen snel andere boomsoorten die het beter doen in deze omstandigheden, zoals haagbeuk en linde. Het is juist natuurlijk voor gezonde bossen om veel dood hout te hebben, goed voor talloze insecten en andere kleine diersoorten. In het commercieel geëxploiteerde deel van Białowieża zijn drieteen-spechten bijvoorbeeld vier keer zo zeldzaam.
Delen van het bos zijn uniek, omdat ze nog nooit zijn geveld, maar het bos is niet helemaal “oer”. Het ondersteunt een inheemse bevolking die voor hun levensonderhoud afhankelijk is van toerisme, honing, paddenstoelen, jacht of hout. De plannen van de Poolse regering voor de vernietiging van een deel van het woud mengt culturele oorlog met een oneerlijk, selectief gebruik van de wetenschap.
De regering meent dat het erfgoed van de lokale bevolking die sinds eeuwen gebruik maakt van de rijkdom van het bos wordt geschaad door de internationale beschermingsorganisaties. Maar ook internationale wetenschappers, het Wereldnatuurfonds en Greenpeace Polen zijn tegen de houtkap, terwijl lokale wetenschappers en lokale goede doelen de grootste verdedigers van het bos zijn.
Er wordt gezegd dat de kever een handig alibi is voor de handel. Voordat Szyszko (leraar bosbouw) tot minister werd gekozen, sprak hij over het verspilde commerciële potentieel van ongekapt hout. Slechts 57% van de voorgestelde oogst bestaat uit zieke sparren: dit verrotte hout is waardeloos. Houthakkers willen juist de waardevolle, grote oude bomen. Één district heeft al het totaal aan bomen geveld waarvoor toestemming was tot 2021. De overheid gaat ermee akkoord dat de jaarlijkse opbrengst verhoogd wordt van 6.000 kubieke meter naar 53.000 kubieke meter. Andere districten zullen waarschijnlijk volgen.
De rijkdom van Białowieża ligt in de ongerepte status en omvang. Wetenschappers waarschuwen dat door het kappen van bomen langs de randen unieke soorten en kenmerken van dit complexe ecosysteem verloren gaan. Białowieża heeft juist behoefte aan méér bescherming, niet minder: het nationale park is 100 vierkante kilometer, maar het territorium van een lynx kan zich wel uitstrekken tot 300 vierkante km.
Het ongerepte karakter van Białowieża heeft een veel grotere economische waarde dan het eenmalig oogsten van een boom van 200 jaar oud. Kowalczyk stelt dat in de bosbouw weinig mensen werken en dat de winst ten goede komt aan de staat en niet aan de lokale gemeenschappen. Daarentegen werken 70 onderzoekers permanent in het bos, zijn er 100 stafleden van het nationale park en duizenden toeristen die naar Białowieża komen voor het rijke natuurschoon.
Białowieża vertegenwoordigt slechts 0,5% van de bossen van Polen, waarvan de meeste relatief onvruchtbare, commerciële plantages zijn. Waarom dan zo’n speciaal, kostbaar gebied vernietigen?
Vrijwel elke natuurbeschermer in Groot-Brittannië betoogt dat de UK in de EU moet blijven vanwege de bescherming van het milieu, met inbegrip van de richtlijnen voor leefomgevingen en de Natura 2000-gebieden, waarvan Białowieża er één is. Białowieża is de grote test voor dat argument. De EU moet ingrijpen en zorgen dat de Poolse regering hun vandalisme stoppen. Als de EU Białowieża niet kan redden, zijn de Europese milieumaatregelen het papier waarop ze geschreven zijn – ook al is dat dan duurzaam geproduceerd – niet waard.
Lees het hele verslag van Patrick Barkham in The Guardian