Het gemeentelijk klimaatbeleid in Nederland zit in een nieuwe fase. Subsidies zijn schaars en burgers en bedrijven nemen steeds vaker zelf initiatief, vooral op het gebied van klimaat en duurzaamheid. Dit stelt gemeenten voor een heroriëntatie: wat zijn de gemeentelijke rollen in deze energieke samenleving? En hoe vullen we dat zo in dat initiatieven ook worden gerealiseerd? Regionale samenwerking biedt extra mogelijkheden. Het Klimaatverbond ondersteunde drie regio’s hierbij en deed een schat aan ervaringen op.
Regionale samenwerking is een belangrijke manier voor de grote groep middelgrote en kleinere gemeenten om ook de komende jaren uitvoering te kunnen geven aan hun klimaatambities. Vanuit de Green Deal regionale samenwerking, die in juni 2012 werd gesloten tussen het Klimaatverbond en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, is in drie regio’s een projectteam van het Klimaatverbond aan de slag gegaan: Holland-Rijnland, de Achterhoek, en regio Alkmaar. Doel was om de regionale samenwerking rond Klimaatinitiatieven te versterken. Het Ministerie van I en M heeft de Green Deal gefinancierd om te laten zien dat regionale samenwerking van vitaal belang is bij de uitvoering van lokaal klimaatbeleid en de hieraan gekoppelde Lokale Klimaatagenda. De LKA is een interactief kennisplatform waarin het Rijk nauw samenwerkt met gemeenten, provincies en waterschappen op het gebied van de uitvoering van klimaatinitiatieven.
Van position paper tot start van geselecteerd project
Op basis van de eerste verkenningen bleken de regio’s een eigen specifieke situatie te hebben. Daarom is per regio een op maat gesneden traject doorlopen. Voor de regio’s Achterhoek en Alkmaar is eerst een inventarisatie gemaakt van de stand van zaken in de vorm van een position paper. Deze is gebruikt om een helder beeld te creëren van de bestaande situatie in de regio. Ook brengt het de kansen voor klimaatbeleid en regionale samenwerking in kaart. In een eerste bijeenkomst werd een lijst gegenereerd van alle relevante projecten waarna focus is aangebracht. Welk project is nu echt belangrijk? Met de aanwezige ambtenaren werden inhoudelijke keuzes gemaakt. Vervolgens werd het speelveld aan betrokken partijen onder de loep genomen. Welke partijen zijn relevant wanneer het om klimaat en duurzaamheid gaat? Wat is hun rol? Wat zeggen die partijen over klimaat en welke acties zien we hen uitvoeren? Welke belangen spelen mee? Dit is grondig geanalyseerd waardoor helder werd wat ieders belangen zijn en welke bijdrage een partij kan leveren aan realisatie van een projectidee. Deze analyse leverde een gespreksagenda op waarmee gemeenten het gesprek aan kunnen gaan met de betrokken partijen. Hun betrokkenheid is immers cruciaal in het samenwerkingsproces. Door het verbinden van belangen ontstaat een gezamenlijk belang wat de basis is voor een goede samenwerking.
Door de relatie te maken tussen het gezamenlijke belang en de afzonderlijke deelbelangen wordt de meerwaarde van samenwerking duidelijk. De aandacht voor de uiteindelijke opbrengst van de partijen laat het vertrouwen groeien en dat is in essentie de sleutel tot succes. Pas wanneer dat vertrouwen er is, zijn partijen bereid zich in te zetten en tot echte samenwerking te komen. In het verleden gingen gemeenten er vaak vanuit dat men wel meedeed vanuit een besef van ‘maatschappelijk belang’. Nu wordt er gezocht naar synergie, waar komen onze belangen samen? Daarmee wordt de bereidheid om mee te werken groter. Daarna werd er opnieuw gekeken naar de geselecteerde projecten en werd een antwoord gegeven op de vraag welke partij(en) de coördinatie op zich moest nemen.
Quote: “Het kost soms wat tijd voordat je iets concreets kunt laten zien en dat kan soms tot frustratie leiden, maar het wordt wel veel waardevoller omdat de samenwerking structureler wordt. Er zullen ook heus wel regio’s afvallen in dat proces, maar dit is die transitie naar die energieke samenleving, daarvoor zul je toch echt wat stappen moeten maken. Je hoeft niet te wachten met actie als de actiebereidheid er al is, maar je moet parallel daaraan wel bezig zijn met het verwerven van inzicht in het speelveld, analyses maken en je eigen rol vormgeven,” Ruud van Vliet, projectleider.
Wat zijn de resultaten?
Holland Rijnland: samenwerking in subregio’s
In Holland-Rijnland werden in de afgelopen jaren de SLOK-subsidies gebundeld en gebruikt om de taken op het gebied van klimaatbeleid te laten uitvoeren door de Milieudienst (tegenwoordig de Omgevingsdienst West-Holland). Daardoor hebben zij in de SLOK periode veel grotere projecten kunnen uitvoeren. Na deze periode bleek er een nadeel te kleven aan deze manier van werken; deze projecten werden als ‘iets van de Omgevingsdienst’ ervaren, de verbinding met de gemeenten zelf bleek geleidelijk aan weggevallen te zijn.
De focus van de gemeenten in deze regio is op dit moment veel meer gericht op de lokale ontwikkelingen en de regionale samenwerking is pas aan de orde wanneer er sprake is van een concreet project. Elke gemeente maakt daarin zijn eigen afweging om wel of niet mee te doen. De omvang van de regio van 15 gemeenten speelt hier waarschijnlijk ook een rol bij de verminderde interesse in het behouden van de regionale samenwerking zoals die was. Maar lokaal blijven de meeste gemeenten fors inzetten op duurzaamheid, dus het is niet ondenkbaar dat uiteindelijk de gemeenten in kleiner verband wel tot samenwerking komen. De gemeenten in de Bollenstreek bijvoorbeeld doen dat al.
Achterhoek: verbinding tussen gemeenten en regio
In de Achterhoek deelt men een bepaalde gemeenschappelijke cultuur en identiteit. En historisch gezien heeft men altijd al gezien dat men elkaar nodig heeft. De leidende gemeenschappelijk visie op milieubeleid is de Agenda 2020. Om deze Agenda te vertalen naar concrete projecten zijn zogenaamde Werkplaatsen opgezet waar private partijen en overheden gezamenlijk werken aan nieuwe initiatieven. Daarmee was er al een hele organisatiestructuur waarbinnen klimaat en duurzaamheid een duidelijke plek hebben. En er waren al heel veel stappen gezet om die structuur te versterken. De stakeholders analyse was hier in grote mate al uitgevoerd. Er bleek echter een gat te zitten tussen wat er op regioniveau gebeurde en hoe daar op lokaal niveau op werd aangehaakt. Dat is besproken met de gemeentebestuurders waarop het contact met de regio is aangehaald. Ook over de coördinatierol zijn de bestuurders unaniem: AGEM (Achterhoekse Groene Energie Maatschappij) en ADV (Achterhoek Duurzaam Verbouwen) zijn straks de dragers voor respectievelijk de onderwerpen duurzame energie en energiebesparing. De gemeenten vormen daarbij het ‘loket’ en op projectniveau wordt steeds gekeken wie daarin participeren. In september 2013 vindt een startmanifestatie plaats waar alle betrokken partijen zich zullen presenteren en zullen laten zien waar ze mee aan de slag gaan.
Alkmaar: Kennisdeling in de energieke samenleving
In de regio Alkmaar wilden de samenwerkende gemeenten vooral voortvarend aan de slag met het thema energiebesparing bestaande woningen. Bij voorkeur direct een project aanpakken en de handen uit de mouwen. Plannen zijn er genoeg. Maar na een gezamenlijke analyse ontstond het besef dat nog veel informatie over stakeholders ontbreekt om tot succesvolle samenwerking te komen. Om dit hiaat te vullen is de dialoog met de bedrijven aangegaan. Door hen te betrekken in het ontwikkelen van projecten, gebruik te maken van hun ideeën en aan te sluiten op hun mogelijkheden, ontstaat een speelveld waarin de gemeente zowel een participerende als faciliterende rol speelt. Dat deze Energieke Samenleving zich ontwikkeld in deze regio, blijkt ook uit het groeiend aantal bewonersinitiatieven rond energiebesparing en duurzame energieproductie.
In Castricum bijvoorbeeld stimuleert CALorie sinds 2010 bewoners en bedrijven om energie te besparen en duurzame energie te gaan produceren. Voor de gemeenten in de regio vraagt dit een andere rolopvatting en bij het ontwikkelen van de visie hierop kan men veel van elkaar leren. Kennisdeling levert samenwerkende gemeenten dan ook veel op. Zij hoeven het wiel niet altijd zelf uit te vinden, maar kunnen gebruik maken van de ervaringen en middelen die anderen al beschikbaar hebben. Bovendien zien de gemeenten dat door samen te werken meer mogelijk wordt in de regio omdat door de omvang van projecten de business case interessanter wordt voor marktpartijen. Jenny Oomen, gemeente Heiloo: “Ik heb een goed gevoel voor de toekomst en ik ben blij met waar we heengaan.”
Wat zijn de randvoorwaarden voor succesvolle regionale samenwerking?
1 Gemeenschappelijk belang zien en daar naar handelen
Het gaat er echt om dat je een gemeenschappelijk belang hebt en daar een gezamenlijkheid in ontwikkeld. Hier ligt een belangrijke taak voor bestuurders. Zij moeten een visie ontwikkelen op de toekomst van klimaatbeleid in hun regio. Binnen regionale samenwerking is verbinding en kennis nodig.
2 Goede communicatie is cruciaal Het aanhaken van het lokale op het regionale is in beginsel al lastig, want ambtenaren werken nu eenmaal vanuit hun lokale context, niet vanuit een regiocontext. Het perspectief vanuit een regio is precies andersom, daar ligt de focus op onderwerpen die voor de hele regio belangrijk zijn. Hierin zit een voortdurende spanning. Hierbij is goede communicatie echt cruciaal. Regionale samenwerking moet breed worden gecommuniceerd, dat wil zeggen je moet elkaar goed op de hoogte houden en informeren.
3 Een nieuwe rol vraagt wel om voldoende faciliteiten en middelen
Als er een besef is van gemeenschappelijk belang en er een een visie is geformuleerd breekt een volgende fase aan. Daarin moet de lokale en regionale overheid een nieuwe rol moet vervullen: meer faciliterend. Om deze rol te kunnen vervullen is het van belang voldoende capaciteit en middelen te reserveren om dit mogelijk te maken. Een actieve gemeenschap ontslaat de overheid dus niet van haar eigen taken. Samenwerking kan hierbij wel leiden tot meer efficiency.
4 Een regio moet de juiste omvang hebben Samenwerking is makkelijker wanneer de groep gemeenten niet te groot is. In deze drie regio’s is geconstateerd dat een omvang van rond de acht gemeenten goed werkbaar lijkt. In grotere regio’s zal samenwerking zich wat meer in subregio’s ontwikkelen, maar kan wel veel kennis worden verspreid.
5 een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie
Opvallend is dat in zowel de Achterhoek als de regio Alkmaar een uitvoeringsorganisatie is ontstaan, een vehikel dat door alle betrokken gemeenten is gelegitimeerd om uitvoering te geven aan gezamenlijke projecten. meer van deze, deels particuliere initiatieven die een prominente rol spelen op het gebied van duurzaamheid.
Rol van de Rijksoverheid
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is een belangrijke partner in de Green Deal. De Rijksoverheid ziet regionale samenwerking als een belangrijke methode om ook de komende jaren de Lokale Klimaatagenda succesvol uit te kunnen voeren. Ondersteuning vanuit het Rijk blijf echter van groot belang om de regio’s en de deelnemende gemeenten in staat te stellen hun activiteiten voort te zetten. Met de koppeling van klimaatactiviteiten aan regionale ontwikkelingen op het gebied van economie, mobiliteit en landschap kunnen regio’s meerwaarde ontwikkelen en daarmee ook meerdere kansen verzilveren die zich aandienen. Dit vraagt dus stevige samenwerking en adequate ondersteuning van het Rijk. Een leergroep regionale samenwerking is een voorbeeld van dergelijke ondersteuning. Deze leergroep heeft als doel de opgedane ervaringen te delen met andere regio’s om de samenwerking in de eigen regio te verstevigen en verder uit te bouwen.
Rol van het Klimaatverbond
Een projectteam van het Klimaatverbond heeft in het afgelopen jaar in alle drie de regio’s een intensief traject doorlopen met de betrokken ambtenaren en bestuurders. Daarbij is de hierboven beschreven methodiek ingezet, die inspeelt op de lokale situatie en focust op lokale partijen, inclusief de gemeente. Het proces moet meerwaarde opleveren voor de betrokken gemeenten en handvatten aanreiken om structurele regionale samenwerking aan te gaan.
Conclusie: start slow to go fast!
Regionale samenwerking is geen eenvoudig traject, maar als zaken op een goede manier worden aangepakt kan er samen met de regio veel meer gerealiseerd worden, ook klimaatambities zoals klimaatneutraal zijn in 2030. Een goede analyse van het speelveld en de actoren daarin is van het grootste belang. Door dit methodisch te doen ontstaat heel veel inzicht in wat we niet weten. Daarmee wordt een gespreksagenda ontwikkeld die het mogelijk maakt op de juiste manier met actoren in gesprek te gaan en meer aan te haken op belangen die voor hen spelen. Door actoren invloed te geven op de vormgeving van projecten en hen daarin een passende rol te laten ontwikkelen, ontstaat een grotere betrokkenheid van die actoren en is de kans op succes toegenomen. Met dat soort inzichten kun je effectiever aan de slag om te kijken hoe je gezamenlijk doelen kunt bereiken. Het zijn langdurige, maar zeer lonende trajecten, die uiteindelijk kunnen leiden tot nieuwe ondersteuningsstructuren in de vorm van een nieuwe organisatie die zaken kan oppakken en uitvoeren, en financieel zichzelf kan bedruipen.
We zien dat in ieder geval nu al in deze drie regio’s ontstaan. Deze beweging, die vaak vanuit particulier initiatief ontstaat, is van wezenlijk belang en verdient volop ruimte. De rol van de lokale overheid rond dit soort beleidsonderwerpen moet daarbij veranderen van resultaat gerichte projectsturing naar doelgerichte netwerkondersteuning. De ervaring in de Achterhoek en Alkmaar leert dat bij kleinere regio’s (beide regio’s tellen 8 gemeenten) de samenwerking wat makkelijker tot stand lijkt te komen dan in grotere regio’s. Wat niet betekent dat samenwerking niet mogelijk is in grote regio’s, maar die zal zich per project aandienen en ontwikkelen.
Wat kunt u doen als regio?
Vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is er ondersteuning voor regio’s die de Lokale Klimaatagenda ondertekenen onder andere via thematische leergroepen, onder andere de leergroep Regionale Samenwerking die na de zomer van start gaat. Door deel te nemen aan zo’n leergroep wordt uw regio rechtstreeks ondersteund door collega-overheden, diverse ministeries en RWS Leefomgeving. Kijk voor meer informatie over aanmelden als regio of deelname aan de leergroep op de website: www.lokaalklimaatbeleid.nl
Het Klimaatverbond biedt lange of kortetermijn trajecten aan waarbij regionale samenwerking, het aanpakken en (opnieuw) stimuleren hiervan centraal staan. Met behulp van een multi actor proces benadering komt er uit het traject een aantal concrete projecten waarvoor draagvlak is binnen de regio. Heeft uw gemeente of regio interesse voor zo’n traject, kijk dan voor meer info op www.klimaatverbond.nl/regionale-samenwerking.
Er is ook een film gemaakt over de Green Deal regionale samenwerking. De film is hier te zien.