De uitstoot van methaan uit Siberische rivieren piekt in de regio’s waar de permafrost ontdooit door de klimaatverandering. De vaststelling door Zweedse onderzoekers heeft belangrijke implicaties voor klimaatmodellen.
Wetenschappers waarschuwen al jaren voor de enorme hoeveelheden methaan die opgesloten zitten in permanent bevroren grond in het poolgebied. Als de klimaatverandering die grond doet ontdooien, komt dat methaan vrij en omdat het op zijn beurt een erg krachtig broeikasgas is, dreigt een sneeuwbaleffect te ontstaan.
Meer methaan uit rivieren
Wetenschappers van de universiteit van Umeå in Zweden stellen nu vast dat dat proces is begonnen. Uit hun metingen blijkt dat rivieren in het westen van Siberië nu al veel meer methaan vrijgeven in regio’s waar de permafrost actief ontdooit. Bovendien blijkt dat de rivieren een groter deel van de broeikasgassen uitstoten in de atmosfeer en er minder meevoeren naar de zee dan werd aangenomen.
“Dat was een onverwachte ontdekking”, zegt Svetlana Serikova, die het onderzoek leidde. “Het betekent dat de rivieren in het westen van Siberië een deel van de stoffen die ze uit de smeltende permafrost opvangen actief verwerken en uitstoten, en dat die uitstoot verder kan toenemen naarmate het klimaat opwarmt.”
De uitstoot van de rivieren correct inschatten is belangrijk voor een beter begrip van het wereldwijde klimaatsysteem, omdat West-Siberië grote hoeveelheden methaan bevat.
“De grootschalige veranderingen die plaatsvinden in het poolgebied als gevolg van de opwarming van het klimaat oefenen een sterke invloed uit op het klimaatsysteem en hebben belangrijke gevolgen voor de rest van de wereld”, zegt Serikova. “Daarom is het belangrijk dat we begrijpen hoe de klimaatverandering de poolgebieden verandert en hoe die veranderingen in hun werk gaan.”
Tegenstrijdige uitkomsten onderzoeken
De uitkomsten van dit nieuwe onderzoek spreken eerder onderzoek tegen, waarin juist geruststellend werd gesproken van een beperkte dreiging van smeltend permafrost. Dat onderzoek was afkomstig van het Permafrost Carbon Network.
Dat netwerk moest alle gegevens over de dooiende permafrost en de aanwezige CO2 samenbrengen. Op die manier wilden wetenschappers een preciezer beeld krijg van hoeveel CO2 in de bevroren bodem zit en hoe snel en in welke vorm die zal vrijkomen als de bodem ontdooit. Opvallend is dat juist de uitkomsten van het PCN onderzoek afwijken van zowel het voorgaande, als het opvolgende onderzoek. Daaruit blijkt telkens dat de dreiging van smeltend permafrost wel degelijk groot is.