Warmer water zorgt voor kleinere en minder mobiele vissen. Dat is een gevolg van de opwarmende oceanen. Omdat er minder vis gevangen kan worden is onze voedselzekerheid zo extra in gevaar.
Het tweeledige gevaar van de opwarming van de aarde enerzijds en overbevissing anderzijds kan nu al leiden tot kleinere en minder mobiele vissen.
Het is al eerder gebeurd: nieuw onderzoek naar de evolutie van vissoorten in de afgelopen 150 miljoen jaar heeft duidelijk bewijs gevonden van de pieken en dalen in de tijd. Daaruit blijkt dat naarmate de oceaantemperatuur stijgt, vissen de neiging hebben kleiner te worden en minder ver te reizen.
“Opwarmend water is een dubbel gevaar voor vissen: het zorgt er niet alleen voor dat ze richting een kleiner formaat evolueren, maar het vermindert ook hun vermogen om naar beter geschikte omgevingen te migreren”, zegt Chris Venditti. Hij is evolutionair bioloog aan de Universiteit van Reading (VK) en hoofdauteur van de studie.
“Ons onderzoek ondersteunt de theorie dat vissen kleiner zullen worden naarmate de oceanen warmer worden als gevolg van klimaatverandering. Maar de studie onthult daarnaast het verontrustende feit dat de vissen niet in staat zullen zijn om efficiënt te evolueren, zoals eerder wel werd gedacht.
“Nu de zeetemperaturen sneller stijgen dan ooit, zullen vissen evolutionair gezien snel achterop komen en zelfs moeite hebben te overleven”, aldus Venditti.
Visdatabase
Venditti en zijn collega’s in Chili en Peru hebben hun onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change. Hierin rapporteren ze hoe ze subtiele statistische technieken hebben toegepast op bestaande bewijzen van visevolutie, die zijn verzameld in de internationale database The Fish Tree of Life. De onderzoekers wilden zo meer te weten komen over het verband tussen temperatuur en lichaamsgrootte van één bepaalde visorde, de Clupeiformen.
Deze orde omvat zowel de Atlantische als de Pacifische haring, de Japanse en Zuid-Amerikaanse sardines, de ansjovis en andere soorten. Maar wat voor één orde geldt, geldt waarschijnlijk voor vrijwel alle vissen: warmere oceanen zorgen voor meer stress.
En reden voor stress is er. In de afgelopen 150 miljoen jaar hebben vissen zich vaker moeten aanpassen aan veranderende temperaturen, maar met snelheden van ongeveer 0,8 graden Celsius per duizend jaar. Volgens de Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration zijn de zeeën sinds 1981 met 0,18 graden per decennium opgewarmd.
Evolutie in gevaar
De bevindingen ondersteunen dus wat biologen al weten: dieren die met hogere temperaturen worden geconfronteerd, hebben de neiging om te evolueren naar een kleinere versie van zichzelf.
En de vissen voelen de hitte nu al. Naarmate het water warmer wordt, neemt de hoeveelheid op te nemen zuurstof in het water en de capaciteit daartoe af. Paaien (de eiafzetting en paring) wordt problematischer. Migratie wordt urgenter, maar voor kleinere wezens met lagere energiereserves ook moeilijker.
In de historische visgronden van de wereld neemt de totale vangstomvang al af; dat geldt ook voor de afmetingen van individuele vissen. En, volgens het laatste onderzoek kan het opwarmende water het vermogen doen afnemen om te evolueren naar nieuwe soorten die zich kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden.
“Aangezien veel van de vissoorten die we eten de komende decennia schaarser worden of zelfs zullen uitsterven, heeft dit ernstige gevolgen voor de vissen en onze voedselzekerheid”, besluit Venditti.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Climate News Network.