In januari spoelden 29 potvissen aan op de stranden rond de Noordzee. De resultaten van de lijkschouwingen van de 13 walvissen die strandden bij Tönning (Duitsland Sleeswijk-Holstein) zijn onlangs bekend gemaakt. De magen van de dieren waren gevuld met plastic afval. De dieren hadden onder andere een visnet van 13 meter, een stuk plastic uit een auto van 70 cm en andere stukjes plastic afval per ongeluk opgegeten. Waarschijnlijk dachten ze dat de stukken plastic inktvis waren, hun favoriete voedsel, dat ze eten door het op te zuigen.
Robert Habeck, minister van Milieu van de deelstaat Sleeswijk-Holstein: “Deze bevindingen tonen ons de resultaten van onze plastic-georiënteerde samenleving. Dieren consumeren per ongeluk kunststof en plastic afval, wat er niet alleen voor zorgt dat ze lijden, maar zelfs verhongeren met een volle maag.”
Nicola Hodgins, van Whale and Dolphin Conservation, voegde toe: “Hoewel de grote stukken voor de hand liggende problemen veroorzaken als een geblokkeerde keel, moeten we de impact van de kleinere stukken niet bagatelliseren. Die veroorzaken chronische problemen voor alle soorten walvisachtigen, niet alleen voor degene die voedsel zuigen.”
Dat deze grote, vreedzame wezens worden gevuld met ons afval is helaas een voorbeeld van de ongelijke relatie tussen mens en potvis. Het feit dat de laatste de grootste hersens bezit van alle dieren die ooit hebben geleefd bevestigt dit alleen maar.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Voor iedereen die het verhaal volgt van onze impact op walvissen, is de vreselijke situatie van de Duitse walvissen helaas niet nieuw – hoewel dat wél geldt voor het grote aantal aangespoelde walvissen. In 2011 werd een jonge potvis dood aangetroffen vlak bij het Griekse eiland Mykonos. De maag van de potvis was zo opgezwollen dat wetenschappers dachten dat het dier een reuzeninktvis had ingeslikt. Maar toen ze de vier magen ontleedden (potvissen hebben een spijsverteringsproces dat lijkt op herkauwers), vonden ze bijna 100 plastic zakken en andere stukken puin. Één zak had het telefoonnummer van een souvlaki restaurant in Thessaloniki. De wetenschappers grapten grimmig dat de walvis niet kon bellen om te klagen over de schade die hun product had veroorzaakt.
De grote schaal waarop in de Noordzee walvissen omkomen doet denken aan de nestende albatrossen op Midway Island, schrijnend vastgelegd door fotograaf Chris Jordan. Hij documenteerde de skeletresten van de jonge kuikens, zo opgeblazen van het plastic dat ze per abuis van hun ouders hadden gekregen (van lipjes van bierblikjes tot flessendoppen en aanstekers) dat ze verhongerden door gebrek aan voeding.
Ons gebruik en misbruik van dieren lijkt omgekeerd evenredig tot de bijna rituele manier waarop we beweren hen te vereren. Walvissen zijn het icoon geworden van de ecologische bedreiging van de oceanen. We buigen diep voor hun grandeur. Maar soms vraag ik me af of dat niet allemaal schone schijn is. We feliciteren onszelf voor het feit dat de jacht op deze dieren is gestopt (nou ja, op de meeste van hen). Maar vele duizenden walvissen hebben last van de vervuiling die wij in de oceaan dumpen en gaan er zelfs aan dood.
We kunnen blijkbaar de directe verbinding niet leggen tussen water in plastic flessen en wat die plastic flessen veroorzaken in hun ultieme bron, de oceaan. Walvissen zijn nog steeds het slachtoffer van onze industrialisatie, onze onverzadigbare dorst naar groei ten koste van alles – al is dat niet op zo’n directe manier als in het verleden.