Tijdens COP16 in Cali, Colombia, werd een nieuw wereldwijd fonds opgericht om de opbrengsten van digitale sequentie-informatie (DSI) uit genetische bronnen te delen. Dit ‘Cali-fonds’ verplicht bedrijven die deze DSI gebruiken om een deel van hun winst in het fonds te storten. De helft van het fonds gaat naar inheemse volken en lokale gemeenschappen, waarmee ook vrouwen en jongeren eindelijk kunnen profiteren.
Maar een breder biodiversiteitsfonds voor ontwikkelingslanden kwam er niet. Onderhandelingen hierover zijn stilgelegd omdat er te weinig onderhandelaars aanwezig waren om beslissingen te nemen. Dat kan het vertrouwen in het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (KMGBF) ondermijnen. Zo vond de Nederlandse regering het überhaupt niet nodig om een vertegenwoordiging te sturen.
Kirsten Schuijt, directeur-generaal van WWF International, noemt het Cali-fonds een belangrijke stap vooruit. Het zorgt ervoor dat bedrijven die profiteren van de natuur eerlijk bijdragen aan het behoud ervan. Toch ziet ze het resultaat als een risicovolle koerswijziging die het behalen van het doel om natuurverlies tegen 2030 te stoppen en om te keren in gevaar kan brengen.
Financiering en monitoring: uitstel en tekortkomingen
Ontwikkelde landen blijven achter op hun belofte om jaarlijks $20 miljard beschikbaar te stellen voor internationale biodiversiteitsfinanciering tegen 2025. Pledges aan het bestaande Global Biodiversity Framework Fund (GBFF) in Cali waren beperkt, met een totaal van slechts $407 miljoen. Ook vooruitgang op het identificeren en ombuigen van schadelijke subsidies blijft schaars.
Ondanks deze obstakels zijn er ook positieve ontwikkelingen. Zo werden in totaal 44 bijgewerkte Nationale Biodiversiteitsstrategieën en Actieplannen (NBSAP’s) ingediend. Hiermee heeft ongeveer 63% van de landen nu concrete plannen voor biodiversiteitsbescherming. De vraag is of de plannen daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden.
Betrokkenheid van lokale gemeenschappen en inheemse stemmen
COP16 kende een historisch hoge deelname van inheemse volken, lokale gemeenschappen, vrouwen en jongeren. Voor Dr. Lin Li, Senior Director bij WWF International, was dit echt een “COP van het Volk” waarin de zorgen van diverse gemeenschappen, zoals Afro-afstammelingen en jongeren, voor Moeder Aarde serieus werden genomen. Zij benadrukt dat deze stemmen niet alleen in de onderhandelingsruimtes, maar ook in overheidskantoren en bestuurskamers gehoord moeten worden.
Sandra Valenzuela, CEO van WWF Colombia, prijst het besluit om volledige deelname van inheemse volken en lokale gemeenschappen te garanderen via de Subsidiary Body en het Artikel 8(j) werkprogramma. Ook de erkenning van Afro-afstammelingen als hoeders van biodiversiteit is volgens haar essentieel voor de implementatie van de conventie.
Andere belangrijke COP16-resultaten
– Mainstreaming van biodiversiteit: De lancering van een Mainstreaming Champions Group, ondersteund door 18 landen, moet biodiversiteit integreren in belangrijke sectoren.
– Bescherming van oceanen: Procedures voor het beschrijven van ecologisch biologisch significante gebieden (EBSAs) in oceanen werden aangenomen, een stap richting het doel om 30% van de oceanen te beschermen tegen 2030.
– Klimaat en biodiversiteit op één lijn: Partijen hebben zich gecommitteerd om NBSAP’s beter af te stemmen op klimaatdoelen, en verkennen sterkere samenwerking tussen klimaat- en biodiversiteitsconventies.
Uitdagingen en teleurstellingen
Ondanks enkele successen bleef een aantal kwesties onopgelost, zoals synthetische biologie, vrijwillige richtlijnen voor genetisch gemodificeerde vis, en het wereldwijde actieplan voor biodiversiteit en gezondheid. Dit zorgde voor spanningen en resulteerde in bracketed text, wat verder onderhandeld moet worden. Het uitstellen van onderhandelingen over een breder biodiversiteitsfonds voor ontwikkelingslanden is een gemiste kans voor verdere vooruitgang.
Implicaties en de weg vooruit
De opgeschorte onderhandelingen en het ontbreken van financiële toezeggingen dreigen het vertrouwen in en de implementatie van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework te ondermijnen. Het KMGBF, aangenomen tijdens COP15, biedt een route naar een wereld die tegen 2050 in harmonie leeft met de natuur, met doelen voor 2050 en 23 targets voor 2030. Het streeft naar een duurzame toekomst, maar de uitkomst van COP16 roept twijfels op over het vermogen van de internationale gemeenschap om natuurverlies daadwerkelijk te stoppen en terug te draaien tegen 2030.
De resultaten van COP16 tonen aan dat er nog veel werk aan de winkel is om de mondiale biodiversiteitscrisis effectief aan te pakken.