Klimaatverandering moet worden toegevoegd aan het lijstje van bekende veiligheidsrisico’s. Ze draagt bij aan escalerende humanitaire en sociaal-politieke crises, gewapende conflicten en gedwongen migratie. Niet alleen op basis van de algemeen bekende waarschuwingen, maar vooral omdat wetenschappers de echte risico’s van klimaatverandering stelselmatig onderschatten. Dat concludeert de Australische denktank Breakthrough.
Het klimaat kan veel eerder en veel extremer uit de hand lopen dan rapporten als die van het IPCC voorspellen. Dat komt doordat wetenschappers het vooral eens worden over de “veilige” varianten, en er te veel discussie is over de gevolgen van meer extreme scenario’s. De gevolgen van die extremen laten zich niet samenvatten in sluitende kansberekeningen en blijven zo onderbelicht. Dat is de hoofdconclusie van de onderzoekers achter het rapport van Breakthrough.
Klimaatverandering zorgt nu al voor afwijkingen in voedsel- en watersystemen, afnemende opbrengsten uit landbouw en stijgende voedselprijzen. Droogte, bosbranden en mislukte oogsten zijn katalysatoren voor sociale instorting en conflicten in het Midden-Oosten, de Maghreb en de Sahel, die op hun beurt bijdragen aan de Europese vluchtelingencrisis.
Het begrijpen en voorzien van dergelijke gebeurtenissen hangt in belangrijke mate af van (willen) inzien wat de werkelijke extreme gevolgen van klimaatverandering kunnen zijn. De manier waarop we met de veiligheidsrisico’s omgaan die daarmee samenhangen zullen fundamenteel moeten veranderen ten opzichte van de huidige praktijk.
Zelfcensuur door wetenschappers?
Passen wetenschappers zelfcensuur toe om te voorkomen dat de discussie gaat over extreem onplezierige uitkomsten? In een tijdperk van existentieel risico, waarbij het voortbestaan van de menselijke beschaving op het spel staat, moet de focus liggen op de extreem ernstige uitkomsten die buiten het bereik van de menselijke ervaring van de afgelopen duizend jaar vallen. Deze ‘fat-tail‘-uitkomsten hebben waarschijnlijk een veel grotere kans om werkelijkheid te worden dan algemeen wordt aangenomen.
Klimaatwetenschappers kunnen zich vergissen in de inschatting van risico’s, doordat ze zich houden aan de wetenschappelijke normen van terughoudendheid, objectiviteit en scepticisme. Al in 2007 waarschuwden veiligheidsanalisten dat in de twee voorgaande decennia de wetenschappelijke voorspellingen, de ernst van wat er feitelijk gebeurde consequent werd onderschat. Toen ging het nog om beperkte risico’s.
IPCC eenzijdig en te voorzichtig
Dit probleem blijft echter bestaan, met name in het werk van het Intergouvernementeel Panel voor klimaatverandering (IPCC). Hun onderzoeken vertrouwen uitsluitend op algemene klimaatmodellen, die niet alle processen omvatten die kunnen bijdragen aan systeem feedbacks, samengestelde extreme gebeurtenissen en abrupte en / of onomkeerbare wijzigingen.
Andere vormen van kennis worden gebagatelliseerd, waaronder paleoklimatologie, deskundig advies en semi-empirische modellen. IPCC-rapporten presenteren gedetailleerde, gekwantificeerde, complexe modelresultaten, maar de korte termijn, niet-lineaire mogelijkheden van systeemverandering die alleen kunnen worden beschreven in niet-gekwantificeerde vorm, blijven buiten beeld. Omdat beleidsmakers en de media vaak alleen aandacht hebben voor koppen met sappige cijfers, blijft de aandacht voor de meest verwoestende, moeilijk te kwantificeren uitkomsten uit.
Extreme verschillen in uitkomsten
In één voorbeeld voorspelde het vijfde rapport van het IPCC in 2014 een zeespiegelstijging van 0,55-0,82 meter tegen 2100, maar zei dat “niveaus boven het waarschijnlijke bereik niet betrouwbaar kunnen worden geëvalueerd”. Ter vergelijking: de hoogste uitkomst van twee scenario’s van het US Department of Defense is een stijging van twee meter tegen 2100 en het ‘extreme’ scenario dat door een aantal Amerikaanse overheidsinstanties is ontwikkeld, is 2,5 meter bij 2100.
Een ander voorbeeld is het recente IPCC 1,5 ° C-rapport, dat voorspelde dat de opwarming zou doorgaan met het huidige tempo van ~ 0,2 ° C per decennium en het bereik van 1,5 ° C rond 2040 zou bereiken. In werkelijkheid zal de grens van 1,5 ° C waarschijnlijk worden gepasseerd de helft van die tijd, rond 2030, en de 2 ° C grens rond 2045, als gevolg van de versnelde antropogene emissies, afnemende aërosolen en veranderende omstandigheden van de oceaancirculatie.
Veiligheid in het geding
Wat betekent dat voor de nationale veiligheid? Als we kijken naar de conclusie van het Age of Consequences ‘Severe’ 3 ° C-scenario, ontwikkeld door een groep hoge Amerikaanse nationale veiligheidsfunctionarissen in 2007, blijken die ook van toepassen op de huidige verwachtingen:
- Massale niet-lineaire gebeurtenissen op wereldschaal leiden tot massale, niet-lineaire maatschappelijke gebeurtenissen. In dit scenario zullen landen over de hele wereld overweldigd worden door de mate van verandering en potentieel destructieve uitdagingen, zoals pandemieën.
- De interne cohesie van landen zal onder grote druk staan, ook in de Verenigde Staten, zowel als gevolg van een dramatische toename van migratie en veranderingen in landbouwpatronen en beschikbaarheid van water.
- De overstroming van kustgemeenschappen over de hele wereld, vooral in Nederland, de Verenigde Staten, Zuid-Azië en China, heeft het potentieel om regionale en zelfs nationale identiteiten te ondermijnen.
- Gewapend conflict tussen landen over hulpbronnen, zoals de Nijl en zijn zijrivieren, is waarschijnlijk en nucleaire oorlog is mogelijk. De sociale gevolgen variëren van toegenomen religieuze concurrentie tot regelrechte chaos. In dit scenario veroorzaakt de klimaatverandering een permanente verschuiving in de relatie van de mens tot de natuur.
Oftewel, niets is dan meer zoals het nu is, en of de menselijke beschaving overleeft is nog maar heel de vraag. Als enige uitweg zien de samenstellers van het rapport een vorm van oorlogseconomie en -samenleving, waarin alle activiteiten uitsluitend zijn gericht op het voorkomen van verdergaande klimaatverandering en de industrie op een 0-emissie dieet wordt gezet. Ondertussen wil de Nederlandse regering de subsidie op elektrische auto’s verlagen.
Peter van Vliet