Nederland en windenergie passen bij elkaar. Nederlanders kiezen massaal vóór windenergie omdat duurzame energie nodig is (51%) óf omdat het er veel waait (16%) óf omdat dat van oudsher zo is (9%). Dit is een van de conclusies uit de juni meeting van de Eneco Energie Monitor. Ook blijkt dat een kwart van de Nederlanders geïnteresseerd is om zelf in een windmolen te investeren. Van deze groep zegt 8 op de 10 dat ook te willen doen als de molen in de buurt komt te staan.
De Eneco Energie Monitor is een initiatief van energiebedrijf Eneco en wordt in samenwerking met onderzoeksbureau Ipsos vijf keer per jaar uitgevoerd. Per onderzoek worden meer dan 1.000 Nederlanders van 18 jaar en ouder ondervraagd over een groot aantal facetten van de energievoorziening in Nederland.
Lagere hypotheekkosten bij duurzaam huis
Een andere opmerkelijke uitkomst van de Monitor is dat 40% van de Nederlanders van mening is dat hoe duurzamer een huis is –bijvoorbeeld na het plaatsen van zonnepanelen- hoe goedkoper de hypotheek zou moeten zijn. En zonnepanelen blijken ook nog eens een pluspunt bij verhuizing: 40% vindt een huis met zonnepanelen aantrekkelijker om in te gaan wonen dan een huis zonder panelen op het dak.
Bijbetalen
Acht op de tien consumenten is bewust bezig met zijn energieverbruik. 70% zegt ongeveer te weten hoeveel ze er per maand aan kwijt zijn. Vergeleken met de eerste meting van de Eneco Energie Monitor van februari 2013 denken meer mensen dat ze meer gas en licht hebben verbruikt. In februari dacht 13% meer elektriciteit te hebben verbruikt, in mei is dat gestegen tot 17%. Voor gas gaat het om een stijging van 10% naar 15%. Dit heeft ook gevolgen voor de energierekening, realiseert men. 15% Van de ondervraagden verwacht aan het eind van het jaar te moeten bijbetalen. In februari was dat nog 11%.
Pen en papier
Het bijhouden van de meterstanden blijkt een favoriete tijdsbesteding: 54% van de Nederlanders doet dat; 5% doet dat elke week, en 1% van de ondervraagden doet dat zelfs dagelijks. Daarbij blijken pen en papier nog altijd favoriet. Ruim vier op tien houdt zo de meterstanden bij. Een kwart doet het met een spreadsheet op de computer, en een kwart gebruikt er een digitale tool van de energieleverancier voor. En met dit inzicht in het energieverbruik, realiseert men zich dat er best op bespaard kan worden; 69% van de ondervraagden zegt actief bezig te zijn om het eigen energieverbruik te verminderen.
Onderstaande tekst ontving ik van prof. dr. Pieter Lukkes (planoloog)
NUMMER 33 TREKT CONCLUSIES UIT ZIENSWIJZEN.
De Rijksoverheid heeft een plan in de maak om op heel veel plaatsen in Nederland zeer hoge windturbines te plaatsen. De bevolking is gevraagd daarop te reageren. Men moet dan een z.g. zienswijze indienen. Komende herfst vallen de definitieve besluiten.
Al die ingediende zienswijzen zijn op www. centrumpp.nl te lezen. Het zijn er 151 verschillende. Maar die vertegenwoordigen naar mijn schatting enkele duizenden personen en organisaties.
De reacties komen van 4 kanten: a) die van individuele burgers en organisaties daarvan, b) die van bedrijven en organisaties wier bedrijfsvoering door de komst van turbines wordt beïnvloed, c) bedrijven en organisaties, die in de bouw en exploitatie van turbines een bron van inkomsten zien en d) lagere overheden: provincies, gemeenten en waterschappen.
Het overgrote deel van de reacties komt van gewone burgers. Daarbij valt het op dat vooral (maar bij lange na niet uitsluitend) mensen uit de Drents-Groninger Veenkoloniën, Zuid en West Fryslân en Zeeland hebben gereageerd. Zonder uitzondering zijn deze mensen mordicus tegen de komst van turbines. De motivering daarvan getuigt in verrassend veel gevallen van veel kennis over de voor- en nadelen van windenergie. De tijd is voorbij dat men zich van alles op de mouw liet spelden. Zoals: de turbines zijn nodig anders gaat straks het licht uit, het is zo goed voor het klimaat en voor de ijsbeertjes, zonder turbines verdwijnen de Waddeneilanden in zee enz.
Een teken aan de wand is dat, gemiddeld genomen, de kwaliteit van de zienswijzen van particuliere indieners een stuk beter is dan die van de overheidsorganen en van de subsidie-profiteurs! Tegelijkertijd veroorzaakt de verworven kennis bij veel mensen een gevoel van onmacht. Men voelt aan dat de overheid de MENS niet ziet staan. En verder merkt men dat de overheid zich bedient van een moeilijk te bestrijden vorm van Orwelliaanse newspeak . Daarin past het selectief verschaffen van informatie. Zo verzwijgt de overheid dat de windenergieplannen voor de burger een extra lastenverzwaring van 10 tot 20 miljard euro’s mee zal brengen. Dit alles heeft nogal wat emoties opgeroepen. De politiek moet daar rekening mee houden. Wanneer iemands zienswijze is dat de ministers Kamp en Schulz de hersenen hebben van een garnaal dan is dat een ernstige zaak. Want het zou zomaar kunnen zijn dat massa’s mensen er stiekem net zo over denken. Veel meer kiezers dan de ministers en hun dubieuze achterban lief is. Naar het zozeer door de politiek gewenste draagvlak onder de bevolking kan men fluiten. Verschillende gemeenten alsmede de provincie Noord-Holland hebben getracht dit bij Den Haag aan het verstand te brengen. Verstandige politici erkennen dit en vragen zich af waar zij mee bezig zijn.
Dan de bedrijven die de komst van turbines met grote angst tegemoet zien. Dit zijn met name recreatiebedrijven, de daarbij behorende complexen vakantiewoningen etc. Verschillende bedrijven hebben externe adviesbureaus ingeschakeld om een goede zienswijze in te dienen. Duidelijk is dat de komst van de turbines rampzalig voor de getroffen bedrijven en voorzieningen uit zal pakken. Aan kapitaalvernietiging en de ondergang van deze bedrijven valt niet te ontkomen.
De groep die de turbines graag ziet komen staat hier lijnrecht tegenover. Onder het motto “de noodzaak van windenergie is evident” wil men meer geld, meer turbines en minder beperkingen.
Organisaties als NUON en de NWEA (Nederlandse Windenergie Associatie) spannen hier de kroon. Hun zienswijzen stralen macht uit. Mensen kunnen hinderlijk zijn, maar doen er verder niet toe.
De op gebiedende, geen tegenspraak velende, toon geschreven zienswijze van de NWEA komt er op neer dat er op land niet 6000 MW maar 8000 MW mogelijk moet worden gemaakt, dat er meer gebieden moeten worden aangewezen voor de bouw van turbines, dat er ook kleine clusters mogelijk moeten worden gemaakt en dat de rijksoverheid alle macht naar zich toe moet trekken. Tenslotte wil de NWEA deel uit maken van een kernteam, dat alle plannen er door moet walsen. Hier komt de echte machthebber uit de kast. Die weet hoe je politici moet bevelen en iedereen en alles moet overrulen. De Tweede Kamer is geheel overbodig.
Veel zienswijzen van de lagere overheden stralen onderdanigheid, zo niet slijmerigheid uit. Wat dit laatste betreft spant de provincie Groningen de kroon. Daarentegen stellen bijvoorbeeld de gemeenten Veendam en Borger-Odoorn (Drenthe) zich kordaat op.
In Noord -Holland vonden de gemeenten Purmerend, Amsterdam en Haarlemmermeer het nodig om aan de poten van het provinciale windenergiebeleid te zagen.
In Fryslân hebben B&W van de grote gemeente Súdwest -Fryslân de honderden bezwaarmakers in hun gemeente –geconcentreerd in en rond Makkum- geheel in de kou laten staan. Blijkbaar is het een illusie te denken dat de gemeente er is voor de eigen bevolking. De zienswijze van de provincie Fryslân vraagt om nut en noodzaak van windenergie scherper neer te zetten. Deze formulering toont aan dat dit provinciebestuur geen notie heeft wat een echte analyse van nut en noodzaak inhoudt. Dat hoeft niet erg te zijn ware het niet dat deze onwetendheid opgaat voor het hele nationale overheidsapparaat.
HIER LIGT DE KERN VAN HET PROBLEEM. Er is nog nooit een echte analyse van nut en noodzaak van windenergie op het land gemaakt en er wordt zelden om gevraagd. Toch ligt het begin van alles bij deze analyse. Want als nut en noodzaak ontbreken dan is elke verdere inspanning verlies. Dan heeft het opstellen van een kosten-batenanalyse, waar vaak wél om wordt gevraagd, geen zin. Leidt zelfs af van de werkelijke problematiek. Alleen de heer Rypke Zeilmaker ziet, getuige zijn bijdragen op http://www.climategate.nl, dit duidelijk in. Hij stelt dat de 6000 MW windenergie op het land het capaciteitsoverschot slechts vergroot. En dat tegen enorme kosten voor de burger en voor de sector, welke laatste door die 6000 MW nog eens extra wordt ontwricht. Hierdoor gaan tientallen miljarden verloren, die als lastenverzwaring op de huishoudens neer zullen dalen. Wie verbaast zich er dan nog over dat de Leeuwarder Courant op 15/8/2013 op de voorpagina kopt met: “Nederland eorosukkelaar”? Er valt geen speld tussen Zeilmaker’s betoog te krijgen. Hetgeen betekent dat de ontwikkeling van windenergiebeleid in Nederland opnieuw moet beginnen; dit keer met het goede begin: een deugdelijke wetenschappelijke analyse van nut en noodzaak.
Het voorgaande betekent dat windenergie een onderwerp is dat de overheid boven het hoofd groeit. Tal van vraagstukken kunnen niet worden opgelost op een manier zoals dat in een democratie behoort. Dus wordt gegrepen naar disproportionele ondemocratische machtsmiddelen, zoals de Crisis –en herstelwet.
De vraag is echter of men daarmee ook de grondwet terzijde kan schuiven. Terecht wordt in zienswijze 53 opgemerkt dat windturbines een enorme verstoring van landschap en leefomgeving veroorzaken. Sterker nog: het gaat om de meest grootschalige aantasting van het landschap aller tijden. Deze destructieve gevolgen zijn in strijd met art. 21 van de grondwet : “De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu”. Wil men de plannen voor de bouw van turbineparken toch doorzetten dan is dus een grondwetswijziging nodig !! (Gelijk zal dan ook art.20 moeten worden aangepast; de bouw van turbines is ook met dit artikel in strijd).
Aan het rijtje probleemgevallen kan dat van de geluidsoverlast worden toegevoegd. Tal van zienswijzen gaan hier op in en vrezen gezondheidsproblemen. Niet alleen vanwege een te hoog aantal decibellen maar ook om het laagfrequente geluid. Vooral zienswijze 58 uit Hilversum behandelt dit thema. Op zijn minst moet hier sprake zijn van twijfel. En ingevolge de besluiten van de Conferentie van Rio de Janeiro (1992) moet het Rijk bij twijfel het voorzorgsprincipe toepassen. Dus stoppen met de bouw van turbines totdat er duidelijkheid bestaat.
Waarom ik de zienswijzen steeds met nummers aanduidt? Omdat de overheid ongevraagd alle particuliere inzendingen naamloos heeft gemaakt. Hier zien we het disrespect van de overheid voor het individu: de indieners van een zienswijze worden een nummer! U zult al wel hebben begrepen dat mijn identiteit is gereduceerd tot nummer 33. Desgevraagd riepen de zegslieden bij het Centrum publieksparticipatie op vrijdag 16 augustus te 10 uur in koor, dat die onthoofding – cq. castratie – was gebeurd op grond van de wet op de privacy. Toen bleek dat deze informatie vals was, was ik niet verbaasd. Er bestaat namelijk helemaal geen wet op de privacy! Er bestaat wel een wet bescherming persoonsgegevens. Die verplicht echter niet om de zienswijzen anoniem te maken. Men heeft echter wel in strijd met de auteurswet gehandeld. Ware dit niet het geval dan zou men ongestraft de signatuur van schilderijen mogen verwijderen en zou het omkatten van auto’s ook een legale bezigheid zijn. Excuses aanbieden is het minst wat de overheid kan doen.
Waarom de overheid zo onrechtmatig handelt?. Er valt slechts één argument te bedenken: men is bang dat de indieners van zienswijzen elkaar opzoeken en een front vormen tegen de onzalige windplannen. Een zeer unieke interpretatie van het voorzorgsprincipe door het Rijk moet dit voorkomen.
Toch heeft men niet kunnen voorkomen dat hierboven de conclusies, die in de zienswijzen lagen besloten, nu openbaar zijn gemaakt.
De ernst van het bovenstaande moet voldoende zijn om kabinet, parlement en media te alarmeren.
O ja, nummer 33 heeft een pseudoniem. Dat luidt:
Dr. Pieter Lukkes
Em. hoogleraar geografie Leeuwarden, 18 augustus 2013
[email protected]