De internationale inspanningen om de achteruitgang van de biodiversiteit tegen 2020 aan banden te leggen hebben gefaald. Dat stelt het tussentijdse VN-rapport over de huidige stand van zaken van de biodiversiteit.
Op de VN-conferentie over biodiversiteit (COP12) die in Zuid-Korea wordt gehouden, zijn 200 landen samen om het verlies aan natuur en soorten te bespreken.
De doelen die de leden in 2010 hebben vastgelegd om dat verlies aan banden te leggen, omvatten onder meer inspanningen om de vernietiging van de natuurlijke habitat van soorten tegen te gaan, vervuiling te verminderen en overbevissing te stoppen tegen 2020.
Twintig doelstellingen werden daarvoor onderverdeeld in 56 elementen en slechts vijf daarvan zitten vandaag op schema. Volgens de experts in natuurbehoud wijst dat op een absoluut gebrek aan vooruitgang terwijl we al halfweg de termijn zijn om die doelen te bereiken.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Consumptiegedrag aanpassen
Het VN-rapport, The Global Biodiversity Outlook 4 schetst een grimmig beeld van de situatie waarin de meest bedreigde soorten van onze planeet zich bevinden. Het tussentijdse rapport dat de doelstellingen die in 2020 bereikt moeten worden in herinnering brengt, stelt onder meer dat het gemiddelde risico op uitsterven voor vogels, zoogdieren, amfibieën en koralen niet afneemt.
Ook het gebruik van natuurlijke bronnen kon niet worden verminderd zoals voorgeschreven in een doelstelling en het verlies aan bossen, graslanden en rivieren gaat dag na dag door.
Het rapport besluit dat een houding waarbij we ons consumptiegedrag niet aanpassen en de economische productie gewoon voortgaat, ons niet in staat zal stellen om ook in de toekomst een beroep te kunnen doen op een planeet die kan tegemoet komen aan de noden van iedere mens.
Bescherming hapert door geldgebrek
Financiering blijft een zwak punt in de wereldwijde pogingen om de fragiele ecosystemen op aarde te beschermen, zegt Hem Pande, de vertrekkende voorzitter van de Biodiversiteitsconferentie. Tijdens de vorige biodiversiteitsconferentie, twee jaar geleden in het Indiase Hyderabad, beloofden de deelnemende landen hun financiering voor natuurbehoud te verdubbelen tegen 2015. Pande, tevens voorzitter van de Indiase Autoriteit voor Biodiversiteit, zegt dat deze landen gewoon hun beloften moeten nakomen. “Anders wordt het moeilijk de biodiversiteitsdoelen te halen die we overeengekomen zijn.”
Er is geld nodig voor verschillende activiteiten, van het schoonmaken van kusten tot wetenschappelijk onderzoek en bewustwordingscampagnes. Volgens het Wereldnatuurfonds (WWF), is jaarlijks 200 miljard dollar nodig om alle biodiversiteitsdoelen voor 2020 te halen, inclusief het elimineren van schadelijke subsidies, het halveren van de snelheid waarmee ecosystemen verwoest worden, een duurzame visserijsector, het uitbreiden van het aantal beschermde gebieden, het herstellen van 15 procent van de gedegradeerde ecosystemen en de bescherming van bedreigde soorten.
Trage economische groei
De toezegging van rijke landen in 2012 om de financiering tegen 2015 te verdubbelen was een belangrijke uitkomst van COP11. Hoewel geen exacte cijfers werden genoemd, schatten waarnemers dat er door de afspraak jaarlijks 10 tot 12 miljard dollar extra beschikbaar zou komen. Twee jaar later blijkt die aanname veel te positief te zijn geweest.
Paul Leadly, hoofdauteur van Global Biodiversity Outlook 4 (GBO-4), een voortgangsrapport over de biodiversiteitsdoelen dat deze week is gepubliceerd, erkent dat de financiering “absoluut onvoldoende” is. “Het goede nieuws is dat er iets meer geld beschikbaar is. Het slechte nieuws is dat dat bedrag in de verste verte niet lijkt op een verdubbeling van de middelen.”
Gezien de trage economische groei wereldwijd is het volgens hem moeilijk te voorspellen of de landen hun beloften in de komende twee jaar wel zullen nakomen. “Het helpt niet mee dat veel landen er economisch gezien moeilijk voor staan. In Brazilië is bijvoorbeeld sprake van economische stagnatie”, zegt Leadly.
Andere landen vinden dat het wereldwijde financiële klimaat geen belemmering mag vormen voor snelle actie op het gebied van natuurbehoud. Landen zoals India hebben een aanzienlijk budget gereserveerd voor natuurbehoud, in de hoop daarmee een voorbeeld te stellen. “Sinds 2012 hebben we elk jaar 32,5 miljoen dollar uitgegeven aan het beheer van nationale parken en natuurgebieden. Dat hebben we ook gemeld bij de Conventie voor Biologische Biodiversiteit”, zegt Pande. Hij voegt eraan toen dat alle 191 partijen die deelnemen aan de conventie de plicht hebben hetzelfde te doen.
Aangezien internationale overeenkomsten over biodiversiteit niet juridisch bindend zijn, kan geen enkel land gedwongen worden de afspraken na te leven. Het mobiliseren van fondsen is dan ook een belangrijk agendapunt op de conferentie in Zuid-Korea, die nog tot en met 12 oktober duurt.
Leadly wijst erop dat landen ook kunnen bijdragen zonder grote investeringen te doen, bijvoorbeeld door subsidies af te schaffen. “Regeringen geven veel geld uit aan subsidies voor de landbouw, visserij en brandstoffen. Dat geld kunnen ze ook voor andere dingen gebruiken, zoals voor biodiversiteitsbehoud.”