Onze evolutie vanaf de eerste rechtop lopende oermensen tot moderne mens heeft zo’n 4 miljoen jaar geduurd. Een uitvoerig overzicht van de wetenschap over onze evolutie is te vinden in mijn boek “Oermenselijk”. In het beknopte assay “In zeven dagen” heb ik naar analogie van het scheppingsverhaal zeven fasen onderscheiden.
De eerste overgang van scharrelaar tot verzamelaar, gepaard gaande aan een verandering van sociale structuur duurde 2 miljoen jaar. De tweede fase duurde één miljoen jaar en ging gepaard met de ontwikkeling van gereedschap, jacht en samenwerking. Daarna ontstond de taal naast andere vormen van communicatie en vervolgens kwamen 50.000 jaar geleden de religie en de oorlog en 10.000 jaar geleden de landbouw en de dictatoriale superstaten.
De fase van de industriële revolutie is amper 250 jaar oud en het IT tijdperk met de dominantie van het neoliberale kapitalisme is krap 35 jaar oud. Terwijl onze erfelijke eigenschappen vooral in die eerste vijf lange periodes veranderd zijn, is de wereld om ons heen juist pas in de laatste eeuwen razendsnel veranderd. In 250 jaar is ons Bruto Binnenlands Product per inwoner met een jaarlijks groeipercentage van 1,6 %, exponentieel gestegen tot een twintigvoudig gemiddeld inkomen. Nederland loopt mee in de kopgroep. Er zijn weliswaar nog acht landen voor ons, maar ons vermogen is gemiddeld wel drie keer zo hoog als het wereldgemiddelde, dus mogen we niet klagen.
Klagen van geluk
Maar we klagen wel. Ondanks dat we ook nog op de zesde plaats van de gelukkigste mensen ter wereld zouden staan en we dagelijks uit de media kunnen vernemen dat er elders verschrikkelijk veel ellende is, lijken wij ontevredener dan ooit. Wat bezielt ons?
Het zou natuurlijk kunnen dat we met z’n allen juist zo onzeker of zelfs angstig worden door de eenzijdige media-aandacht voor slecht nieuws en bedreigingen. Iedereen kan dat zelf uittesten en zal dan inderdaad merken dat het humeur enorm opknapt als je jezelf enige tijd van dat nieuws afsluit. Maar zo eenvoudig is het niet. Er is wel degelijk wat aan de hand.
Zo zegt een gemiddeld BBP per inwoner helemaal niets over de scheve verdeling. Er zijn in Nederland zo’n 150.000 huishoudens met een inkomen van meer dan een ton, maar ongeveer 400.000 mensen zoeken tevergeefs naar werk. Ruim één miljoen Nederlanders leven onder de armoedegrens. Ongeveer 85.000 mensen zijn aangewezen op de voedselbank, komen helemaal niet meer aan de bak op de arbeidsmarkt of voelen zich anderszins verschoppeling. Maar onder de werkenden is het ook niet pluis. Een recent onderzoek toonde aan dat één miljoen mensen last heeft van zodanige werkstress dat er een burn-out optreedt. Bovendien slikken circa 400.000 mensen regelmatig slaappillen, één miljoen mensen slikken antidepressiva, drie en een half miljoen Nederlanders voelen zich eenzaam, waarvan één miljoen lijdt aan ernstige eenzaamheid. Daarnaast zijn er ruim 65.000 mensen in behandeling voor één of andere verslaving, waarvan de helft aan alcohol. Hoe zo gelukkig?
Rijk worden van schade
Een voor de hand liggende verklaring is dat het begrip BBP per inwoner, als maatlat voor welvaart, niet spoort met ons welzijn. Allereerst omvat het BBP alleen zaken waar geld mee gemoeid is. Alles wat niet in geld valt uit te drukken, zoals de immateriële waarden en schades die naar de toekomst worden doorgeschoven en door niemand betaald worden, valt er buiten. Ten tweede tellen alle transacties waar wel geld mee gemoeid is, ongeacht het doel of nut en ongeacht hun bijdrage aan welzijn, even hard mee. Dat is vreemd want het overgrote deel van de bruto productie bestaat niet uit het genereren van welzijn maar uit “interne wrijving” in de maatschappij die net als in een slecht gesmeerde machine, zinloze warmte genereert. Die wrijving treedt op door de vele inspanningen om de negatieve effecten van bevolkingstoename en schaalvergroting in de afgelopen 200 jaar tegen te gaan.
De grootschaligheid van moderne samenlevingen is intussen uitgegroeid tot volstrekt onnatuurlijke proporties en dat wringt. Het aangeboren menselijk vermogen tot samenwerking was in een paar miljoen jaar geëvolueerd en perfect aangepast aan een omvang van een paar honderd dorpelingen of stamleden. In de anonieme massa werken deze aangeboren vaardigheden niet meer. Daarom moeten we nogal wat kunst- en vliegwerk verrichten om kunstmatige sociale systemen te handhaven. Dat omvat een immens controle apparaat van politie en justitie voor de bestrijding van misdrijf, een torenhoge en inefficiënte bureaucratie, de verzekeringen tegen elk denkbaar risico, maar ook de torenhoge kosten voor reclame en de uiterlijke status met steeds wisselende modetrends. Ook het zenuwslopende en vermoeiende transport van hot naar her met de frustrerende verkeersinfarcten en de noodzakelijke asfaltwegen kunnen we moeilijk als een toegevoegde waarde aan ons welzijn zien. Daarnaast behoren de absurde uitgaven voor lobbyisme en peperdure wapens voor defensie tot de lange reeks activiteiten die in een traditionele kleinschalige samenleving van eeuwen geleden helemaal niet nodig waren.
Een aanzienlijk deel van het BBP bestaat ook uit het noodzakelijk herstellen van schade, zoals door oorlogen, door verkeersongevallen, door ziekten vanwege lucht- en waterverontreiniging en ziekteverzuim wegens stress en roekeloosheid. Ook zijn extreem hoge uitgaven nodig voor het verwerken van de gigantische hoeveelheid afval en het herstellen van aangetast milieu. Zelfs de enorme kosten voor het herstel van schade door klimaatverandering als gevolg van orkanen, overstromingen, modderlawines, droogte, bosbranden en misoogsten tot en met het opvangen van miljoenen klimaatvluchtelingen, dragen bij aan het bruto product. Hoe meer kostbare ellende er over ons heen komt, des te hoger het BBP.
Dat het BBP talloze transacties bevat, die eigenlijk als “wrijvingsenergie” of schade moeten worden gezien en die toch kritiekloos als maat voor welvaart worden beschouwd, is al erg dom. Het is echter nog veel erger dat alle waarden die niet in geld zijn uit te drukken gewoon uit de balans worden weggelaten. In elk fatsoenlijk financieel jaarverslag van een bedrijf vindt men naast de omzet, ook de geactualiseerde waarde van het vastgoed, de inventaris en de goodwill als onderdelen van de balans. Voor verborgen schade die tot onaangename verrassingen kan leiden, bestaat zelfs het begrip due diligence. De balans van de wereldeconomie zou zwaar negatief uitpakken indien we dit begrip daarbij zouden hanteren. Dat betreft niet alleen de ophoping van CO2 in de atmosfeer maar ook zaken zoals steeds grotere afvalbergen, dramatisch verlies van biodiversiteit, ontbossing, overbevissing, woestijnvorming, mensonterende leef- en werkomstandigheden, absurde toename van inkomensongelijkheid, algehele verloedering van het landschap en met name de troosteloosheid van de woonpakhuizen en de industriewijken, het lawaai, de lucht- en watervervuiling, enzovoort. Omdat deze verborgen schade een gevolg is van economische activiteit zou je kunnen stellen dat hoe hoger het BBP is, des te groter ook de opgebouwde schuld voor toekomstige generaties is.
Han Blok