In mijn eerste studiejaar biologie kreeg ik colleges paleontologie. Daar leerden we over aardlagen en fossiele dieren die lang geleden opkwamen en door toen onbekende oorzaken, vrij plotseling weer van het toneel verdwenen. Het voorkomen van bepaalde zogenaamde gidsfossielen werd gebruikt om de aardlagen te dateren. Het is door modern onderzoek intussen vastgesteld dat er in de afgelopen 500 miljoen jaar minstens 15 dramatische episodes zijn geweest. Bovendien weten we dat drastische klimaatveranderingen de oorzaak zijn geweest waarbij steeds tussen 20 en 80 % van alle soorten uitstierven.
Het is bijvoorbeeld 250 miljoen jaar sinds de allergrootste uitstervingsgolf aan het einde van het Perm en 200 miljoen jaar sinds de grote uitstervingsgolf aan het einde van het Trias tijdperk. Beter bekend is dat 65 miljoen jaar geleden de dinosaurussen verdwenen bij een koudegolf ten gevolge van een grote meteoor in de golf van Mexico, en dat 2,5 miljoen jaar geleden een reeks van circa zes ijstijden afgewisseld door warme perioden begonnen. Het verdwijnen van het ijs uit Noord Europa is daarentegen nog maar 10.000 jaar geleden . Sindsdien zijn er in circa 7.000 jaar minstens 5 temperatuurschommelingen van ca 2 gr C geweest. Dat waren weliswaar relatief kleine temperatuurschommelingen die zich geleidelijk over een periode van ca 500 jaar voltrokken, maar toch hadden die ook dramatische gevolgen. Grote en machtige rijken storten volledig in, hele volken sloegen op de vlucht en raakten in conflict met anderen vanwege voedselgebrek.
Vanuit dit paleontologisch perspectief zouden we onze schouders kunnen ophalen bij de voorspelling dat de temperatuur op aarde in deze eeuw met 2 graden gaat stijgen. “Niks nieuws en ‘t gaat vanzelf wel weer over.” Dat het deze keer circa tien tot honderd keer zo snel gaat, maakt ook weinig indruk. Het jaar 2050 is voor het gevoel van velen nog heel ver weg. “Het zal mijn tijd wel duren”, of “Dat maak ik niet meer mee”. Hoor ik erg vaak.
Als ik daarentegen zeg dat we al binnen 25 jaar dramatische klimaatveranderingen kunnen verwachten, dus dat de meeste mensen onder de zestig dit nog gaan meemaken, ben ik volgens velen een doemdenker. De meeste mensen hebben een hekel aan doemdenkers. Ze bederven het plezier in het leven en als het waar is wat ze zeggen kun je er toch niets aan doen. Dat zeggen de wegkijkers.
Het is een erg menselijke eigenschap om narigheid niet onder ogen te willen zien. Ondanks ons grote rationele verstand is geen enkel levend wezen zo sterk in het wegkijken en ontkennen van de werkelijkheid als de mens. Recent is ontdekt dat onze hersenen een specifiek stofje (gammaaminoboterzuur, GABA) aanmaken om dingen die ons niet welgezind zijn snel te vergeten.
Tegelijkertijd zijn we ook onovertroffen in het geloof in sprookjes en fake nieuws dat ons juist erg goed uitkomt. Eeuwenlang geloven we al in een hiernamaals, in goden, beschermheiligen, duivels en in tovenarij. Via het bekende placebo-effect kan dit zelfs invloed gehad hebben op onze evolutie. Immers hoe meer geloof we hechten aan het zogenaamde medicijn, het gebed of het offer, des te minder ziekte en des te meer nakomelingen. Wij kunnen met hetzelfde gemak een niet realistisch toekomstbeeld in ons brein koesteren als waarmee we een schilderij of film voor werkelijk aanzien. De laatste tijd zijn zowel de pseudowetenschap als het fakenieuws en de kwakzalverij razend populair. Wegkijken is eerder de norm dan de uitzondering en wetenschap over gevaar is uit. Deze neiging om weg te kijken lijkt bovendien onder aanvoering van Trump sterker te worden naarmate het gevaar dichterbij komt. Soms krijg ik de indruk dat een deel van de mensheid in een Fellini-film zit waarbij ze feestend met seks, drank en drugs de ondergang van de mensheid in de buitenwereld niet hoeven te zien. Omdat de doemdenker daarentegen juist steeds panischer wordt, groeit de kloof tussen doemdenkers en wegkijkers .
Een echte doemdenker, reageert vanuit ziekelijk pessimisme of ingebeelde angst door waanbeelden en onderschat de kansen voor ontsnapping. Hij ziet onheilspellende dingen met steeds grotere snelheid op zich afkomen en raakt verlamd van angst. Wellicht hebben deze mensen een te laag gehalte aan GABA. Ik voel me meer als een wandelaar die opzij springt voor een naderend motorvoertuig. Mijn prognose over het klimaat is gebaseerd op rationele gronden. Bij het oordeel doemdenker of niet gaat er dus maar net om of de analyse van het gevaar correct is en of er nog vertrouwen in een ontsnapping bestaat.
De wegkijkers doen dit ook niet alleen vanwege hun hoge gehalte GABA in de hersenen, maar vanwege hun grote belangen bij het voortzetten van hun business as usual. Die belangen zijn reëel en tastbaar en laten zich vertalen in wereldomvattende economische machten en beurskoersen. It’s the economy stupid. De schade die de doemdenkers vrezen, moeten de wegkijkers eerst nog maar eens zien en het grootste deel van die schade laat zich voorlopig nog vrij gemakkelijk doorschuiven naar algemene kosten. Een deel van de kosten zoals dijkverhoging, medische hulp en schadeherstel na rampen kan zelfs als economische omzet aan het bruto product worden toegevoegd, zodat we met z’n allen kunnen blijven lachen.
Toch is de verhouding tussen doemdenkers en wegkijkers aan het kantelen. De schade wordt steeds tastbaarder. Bosbranden in Californië, Portugal en Australië na langdurige droogte, overstromingen met modderlawines na hevige regen en alles vernietigende orkanen kunnen niet meer als toevallig worden afgedaan. Longziektes waaraan miljoenen mensen vroegtijdig sterven kunnen niet meer alleen door het roken verklaard worden en de hittegolven worden langer en heviger. De kosten daarvan kunnen nog worden afgewenteld. Wat niet kan worden afgewenteld is dat er bij big fossil sprake is van verminderde omzet. De eerste stappen in de mondiale energietransitie gaan gepaard met het instorten van de ooit zo machtige kolenindustrie, en veroorzaken overproductie en vraagvermindering bij de olie-industrie lage prijzen en dalende winsten. Ook de auto-industrie begint de hete adem in de nek te voelen vanwege de snelle opkomst van de elektromotor. Met zonnepanelen en windturbines valt daarentegen juist steeds meer geld te verdienen. De transitie komt in een versnelling. Wie voor dit gevaar wegkijkt wordt door weglopende aandeelhouders direct gestraft. Het aantal wegkijkers neemt daardoor duidelijk af.
Zelfs de kersverse minister van economische zaken en klimaat, de heer Wiebes denkt niet meer helemaal zoals zijn voorgangers Dijksma en Kamp Volgens hen moesten we eerst geld verdienen om daarna het milieu te kunnen redden. Dit blijkt o.a. uit een beantwoording van kamervragen. (https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2017/10/25/vragen-van-kroger-van-tongeren-en-van-der-lee-gl-en-beckerman-sp-over-overheidssteun-voor-de-productie-en-het-gebruik-van-fossiele-brandstoffen/ pdf )
De ca 7,6 miljard indirecte steun aan bedrijven die nog fossiele energie gebruiken door o.a lage belastingtarieven voor energie, moesten we volgens hen echt niet zien als subsidie ter stimulering van fossiele energie maar als steun aan bedrijven ter versterking van de internationale concurrentiepositie. Het is het oude achterhaalde mantra van de wegkijker en een echo van het Trumpisme. Landen zoals China sluiten de meest vervuilende fabrieken en versterken juist hun concurrentiepositie door voorop te lopen met de transitie naar schone technologie.
Wiebes wil nu ook proberen van de nood een deugd te maken. Dat is een sprong voorwaarts. Weliswaar achter China aan maar mijn pessimisme is, hoewel niet als sneeuw voor de zon gesmolten, toch iets geslonken.
Han Blok