Uit nieuwe documenten blijkt dat de olie- en steenkoollobby klimaatwetenschappers betaalt om twijfel te zaaien over de klimaatverandering. Ze kopieert daarmee een succesvolle strategie van de tabaksindustrie, die al sinds de jaren zestig hetzelfde doet met de gezondheidsrisico’s van roken.
Dit weekend maakte de New York Times bekend dat Wei-Hock Soon, een belangrijke criticus van de wetenschappelijke klimaatconsensus, voor meer dan 1,2 miljoen dollar aan giften kreeg van de olie- en steenkoollobby. Soon is van opleiding geen klimatoloog maar publiceerde verschillende studies over het onderwerp. Daarin komt hij tot het besluit dat vooral variaties in de straling van de zon verantwoordelijk zouden zijn voor de klimaatverandering.
Klimaatsceptici en conservatieve politici in de VS verwijzen graag naar dergelijke studies om de wetenschappelijke consensus, die door 97 procent van de klimatologen gedeeld wordt, in twijfel te trekken. Soon werd door de Republikeinen dan ook uitgenodigd in het Amerikaanse Congres om over zijn werk te komen getuigen.
Er waren al lang vermoedens over banden tussen de fossiele brandstoflobby en Soon, maar die werden pijnlijk duidelijk toen milieuorganisaties de hand konden leggen op officiële documenten die ze doorspeelden naar Amerikaanse media. Daaruit blijkt dat de wetenschapper bij minstens elf studies niet vermeldde dat ze gesponsord werden door de industrie en dat hij in acht gevallen de ethische code overtrad. Uit de documenten blijkt ook dat Soon de studies in zijn correspondentie met de geldschieters “deliverables” (leveringen of bestellingen) noemde. Zo bestempelde hij ook zelf zijn getuigenis in het Congres.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Dat bedrijven wetenschappelijke studies “kopen” om twijfel te zaaien of politici en de publieke opinie te beïnvloeden, is een beproefde methode. De tabaksindustrie perfectioneerde de strategie vanaf de jaren zestig om het verband tussen roken en gezondheidsrisico’s in vraag te stellen. Naarmate de bewijzen voor dat verband zich opstapelden, werden wetenschappers en academici ingehuurd om tegengas te geven. Dankzij de twijfel kon strengere wetgeving met jaren vertraagd worden.
In het boek “Merchants of Doubt” wezen auteurs Naomi Oreskes en Erik Conway al op de gelijkenissen tussen de aanpak van de olielobby en de tabaksindustrie. Zo werkte tabaksfabrikant Philip Morris in de jaren negentig nog een plan uit, genaamd “Project Whitecoat” om met zogenaamd onafhankelijke wetenschappers de gevolgen van passief roken in twijfel te trekken.
“De twijfel wordt gezaaid door de indruk te wekken dat er nog een wetenschappelijk debat is”, zegt Oreskes, geschiedkundige aan de Universiteit van Harvard in de krant New York Times. Daarvoor moeten wetenschappers als Soon zorgen. “Soon speelde eigenlijk een rol in politiek theater.”