Wie achter de misleidende frames over landbouw schuilgaat? Volgens lobby-onderzoeker Nina Holland is dat geen mysterie: het zijn grote agrobedrijven en hun lobbyorganisaties die met miljoenenbudgetten, misleidende wetenschap en invloedrijke netwerken beogen de Europese politiek te sturen. Terwijl de boerenprotesten de headlines halen, trekken zij aan de touwtjes. “Hun agenda is rampzalig voor gezondheid, milieu én boeren.”
Nina Holland werkt al meer dan twintig jaar bij onderzoeksorganisatie Corporate Europe Observatory, waar ze onderzoekt hoe multinationals via lobby de Europese besluitvorming beïnvloeden. Haar focus ligt op de agro-industrie en pesticidenbedrijven. “De afgelopen vijf jaar zagen we eindelijk voorstellen voor beleid dat onze gezondheid en natuur beter moest beschermen, en dat de landbouw op een duurzamer spoor zou brengen. Maar zodra de Green Deal en het plan om pesticidengebruik te halveren op tafel lagen, ging de tegenaanval van de industrie van start.”
De lobby tegen dit beleid kwam vooral uit de hoek van CropLife Europe, de sectorfederatie van pesticiden- en biotechbedrijven, waar onder andere Bayer, Syngenta, Corteva en BASF lid van zijn. Volgens Holland zetten zij alles op alles om de EU-verordeningen rond pesticiden te ondermijnen. “Ze gebruikten oorlogstaal: als we nu reduceren, komt de voedselzekerheid in gevaar. Dat klopt niet, maar angst werkt goed.”
Zodra de Green Deal en het plan om pesticidengebruik te halveren op tafel lagen, ging de tegenaanval van de industrie van start
Wetenschap als wapen
Een van de krachtigste wapens van de lobby is het inzetten van wetenschappelijke instellingen voor hun narratief. “We zagen hoe een private tak van Wageningen University een rapport opstelde in opdracht van CropLife EU, waarin stond dat minder pesticidengebruik tot directe opbrengstverliezen zouden leiden. Dat is logisch als je een systeem volledig op pesticiden hebt ingericht. Maar je moet dan ook kijken naar de alternatieven die je in plaats daarvan kunt stimuleren: gemengde teelt, bodembeheer, agro-ecologie. Die werden totaal niet meegenomen.”
Ook de negatieve gevolgen van pesticiden – op drinkwater, biodiversiteit en volksgezondheid – blijven buiten beeld. “De maatschappelijke kosten van pesticiden werden niet meegenomen in die onderzoeken. Terwijl landbouw met minder chemische input op lange termijn juist voordeliger is voor mens en planeet.”
Publieke acties en publieke schade
In 2024 voerde Nina samen met collega’s en Foodwatch een opvallende actie uit. “We zijn naar het kantoor van CropLife EU gegaan en hebben gezegd: jullie hebben miljarden schade veroorzaakt aan de volksgezondheid. We komen de rekening brengen, als een incassobureau.” Een video van de actie werd breed gedeeld. “Dat is de boodschap: deze industrie brengt schade toe en weet het ook. Maar ze blijven zich groen voordoen.”
De tactieken zijn geraffineerd: bedrijven hernoemen zichzelf (“van European Crop Protection Association naar CropLife”) en zeggen de Green Deal te steunen, terwijl ze die ondertussen systematisch saboteren. “Ze huren lobbyfirma’s in, organiseren ontbijtsessies met Europarlementariërs, schrijven mee aan amendementen, kopen advertentieruimte in media als Politico of Euractiv, en zetten denktanks in voor ‘neutraal ogende’ debatten.”
De boer als schild voor bedrijfsbelangen
Tegelijkertijd weten deze bedrijven hoe ze boeren kunnen inzetten om hun eigen belangen te maskeren. “Boeren zijn boos, en vaak terecht. Velen hebben een onzeker inkomen, omdat prijzen dalen en zakken. Maar de framing is misleidend: door protesten te koppelen aan het terugdraaien van milieubeleid lijkt het alsof versoepeling boeren helpt. In werkelijkheid profiteren vooral de grootste bedrijven.”
Het Europese landbouwbeleid, dat bepaalt hoe landbouwsubsidies verdeeld worden, is volgens Holland een belangrijke kern van het probleem. “Tachtig procent van de subsidies gaat naar twintig procent van de ontvangers. Hoe meer hectare je hebt, hoe meer je krijgt. Kleine agro-ecologische boeren krijgen kruimels. Die moeten zich drie keer over de kop werken en worden dan ‘alternatief’ genoemd, terwijl zij juist bijdragen aan de oplossing.”
Verweven belangen houden het systeem overeind
In Brussel komen wetgevers, topambtenaren, lobbyisten en bedrijfsbestuurders elkaar continu tegen. “Er is een draaideur tussen dat deel van de landbouwlobby dat de status quo verdedigt en de politiek. Mensen uit de LTO komen vaak via partijen als het CDA of de VVD in de politiek, in het Europees parlement of nationale parlementen. Hier verdedigen ze vooral de belangen van het grootschalige model. In Brussel heeft de Commissie vele adviesgroepen, ook voor landbouw, die gedomineerd worden door lobbyisten van bedrijven en Copa-Cogeca (de overkoepelende organisatie die op EU-niveau de belangen vertegenwoordigt van Europese landbouwers en landbouwcoöperaties, red.).”
De Green Deal had volgens Holland een kans kunnen zijn om het systeem te kantelen. “Maar de lobby van Copa-Cogeca zorgde ervoor dat het landbouwbeleid vast zat: de subsidies tot 2027 waren al verdeeld, en die waren niet in lijn met het nieuwe beleid. Dus kwam er weerstand, ook van boeren die bang waren hun inkomen te verliezen, omdat de nieuwe regels niet gepaard gingen met financiële steun om die transitie te maken. Dat is het moment waarop de lobby toeslaat.”
Tegenmacht organiseren, desinformatie ontmantelen
Toch wil Holland eindigen met een boodschap van hoop. “Opgeven is geen optie. We moeten blijven communiceren, blijven mobiliseren. Wetenschappers, boeren, burgers: iedereen die werkt aan een alternatief moet zichtbaar zijn en samenwerken. Niet alleen als marginaal geluid, maar als georganiseerde tegenmacht. We weten hoe de lobby van de agro-industrie werkt, en daarop kunnen we handelen.”
Ze pleit voor wetgeving die net als bij de tabaksindustrie een firewall optrekt tussen beleid en schadelijke industrieën. “Pesticidenbedrijven zouden niet mee aan tafel mogen zitten als het over gezondheid of milieu gaat. Net als dat je oliemaatschappijen niet laat meebeslissen over klimaatbeleid.”
De onderstroom van mensen en bewegingen die werken aan gezonde, eerlijke landbouw groeit. “Van Fridays for Future tot agro-ecologische boeren in Via Campesina. We moeten ze steunen, beschermen tegen desinformatie, en hén een plek aan tafel geven. Níét degenen die belang hebben bij het in stand houden van een ziekmakend systeem.”
Niet verdelen, maar verbinden
“We zien op dit moment hoe de regels worden afgebroken. Niet alleen op milieu, maar ook op volksgezondheid, onderwijs, zorg. Dat raakt iedereen. Daarom moeten we niet in de val trappen om ons te laten verdelen. De bedrijfslobby probeert altijd om te polariseren of de aandacht af te leiden van de echte problemen, terwijl ze intussen onze basisrechten afbreken.” De boodschap is duidelijk: het gordijn is open. Nu is het aan ons om te kiezen wie we geloven, en voor welk systeem we op willen komen.
Over Nina Holland
Nina Holland is onderzoeker en campagnevoerder bij Corporate Europe Observatory (CEO), een ngo gevestigd in Brussel. Ze behaalde haar master in Milieukunde aan de Universiteit Utrecht, met een scriptie over de EU-richtlijn patenten op biotechnologische uitvindingen. Haar werk richt zich op de invloed van de agrochemische industrie op EU-beleid, met aandacht voor pesticiden, genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) en voedselveiligheid.
Dit is een artikel uit de actieserie Landbouw, geen roofbouw. Kijk hier voor een overzicht van alle artikelen.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )