Zonder Nederlandse boer, genoeg voer, aldus hoogleraar Pablo Tittonell. “Nederland levert slecht 0,2 procent van de wereldwijde graanproductie.” Toch is er alle reden om trots te zijn op onze boeren, vindt voormalig ‘melksommelier’ Bas de Groot, kenner van de smaak van melk: “Ze maken unieke producten”. Maar weten boeren dat zelf eigenlijk wel?
“Er kwam op een boerenfestival een keer een melkveehouder naar me toe, helemaal boos. Hij vond dat ik een grapje van zuivel maakte”, herinnert Bas de Groot zich. Zo’n tien jaar geleden maakte de tuinder furore als ‘melksommelier’ en reisde hiermee de wereld over, tot Korea aan toe. “Deze boer zei tegen mij: Doe niet zo raar, melk is gewoon melk.” De Groot was een moment totaal overrompeld. “Toen dacht ik: dit is precies het probleem. Als een boer zelf al vindt dat zijn product niet bijzonder is, waarom zouden zijn klanten dat dan anders zien?”
Zelf is De Groot al sinds zijn achtste bezeten van rauwe melk. “Tijdens vakanties hielp ik een boer met melken. Dan proefde ik de melk, en die smaakte eigenlijk elke dag anders.” Zijn fascinatie ging jarenlang in de ijskast, totdat hij de kans kreeg om als zelfbenoemd melksommelier aan de slag te gaan. “Ik heb van een wijnsommelier geleerd hoe je kunt proeven, hoe je een product kunt waarderen, wat voor taal je daarvoor gebruikt.”
Uniek streekproduct
Bij melk herkent hij net als bij wijn het ‘terroir’. Dit woord is afkomstig van het Franse woord voor land (terre) en laat zien dat een product het resultaat is van een bepaalde bodem, klimaat en locatie. “Als tuinder wist ik dat planten zich anders gedragen op andere grond. Een rodekool van zandgrond in september is een beetje zacht. Terwijl een rodekool van de klei later in het jaar, daar kun je iemands kop mee ingooien.”
Op diezelfde manier produceert elke koe een uniek product, meent De Groot. Al lijken veel boeren zich dat niet te realiseren en hun klanten al helemaal niet. “Veel boeren hebben de melk van hun eigen boerderij nog nooit geproefd”, ontdekte De Groot tijdens proeverijen die hij organiseerde. Melk wordt opgehaald en gemengd. “Hoe kunnen we zo ooit ervaren dat onze melk een van de meest unieke landbouwproducten is ter wereld. Met zoveel smaaktonen, zoveel kwetsbaarheid, de smaak verandert waar je bijstaat.”
Nederland exportland
Als het aan de Groot zit dan stappen we uit de ratrace van meer en grootschaliger, en richten we ons meer op de waardering van het product. Toch lijken veel boeren op dit moment vooral bezig met een zo groot mogelijke opbrengst per hectare. Maar dat gaat niet zo goed als we denken. “Nederlandse boeren denken dat ze de wereld voeden”, merkt hoogleraar Duurzame Landbouw Pablo Tittonell. “Maar alle cijfers die dat moeten bewijzen zijn gewoon lucht, ‘fake news’.”
Als je namelijk echt wil weten wie de wereld voedt, dan moet je kijken naar granen, legt Tittonell uit. “Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties kiest granen om te kijken wie de wereld voedt, omdat ze voor tachtig procent de kilocalorieën vertegenwoordigen die we eten, in de vorm van rijst of brood, of via een dier.”
Melk heeft zoveel smaaktonen, zoveel kwetsbaarheid,
de smaak verandert waar je bijstaat.
Op deze manier kun je uitrekenen dat de bijdrage van Nederland niet zo groot is: slechts 0,2 procent. “Er is berekend dat we de tweede landbouwexporteur zouden zijn, maar dat zegt niks over voeding. Dat is gemeten in geld, niet in kilocalorieën. Daar zijn veel bloemen bij en producten die niet eens in Nederland worden geproduceerd.”
Honger komt niet door te weinig eten
Willen we als Nederlanders helpen het wereldvoedselprobleem op te lossen, dan hoeven we niet meer voedsel te maken of te exporteren. We zouden hen beter kunnen helpen met kennis en middelen, aldus Tittonell. Hij neemt als voorbeeld Afrikaanse landen in de Sub Sahara die maar een ton voedsel per hectare produceren, maar waar de economie voor zeventig procent leunt op deze productie. In vergelijking, in Nederland is landbouw slechts goed voor 2 procent van ons Bruto Nationaal Product. “Wanneer je zorgt dat deze landen hun opbrengst kunnen verdubbelen dan help je ze daar economisch enorm mee vooruit. Het maakt ze bovendien minder kwetsbaar voor wereldproblematiek. Zo gaf de oorlog in Oekraïne veel problemen in de Afrikaanse voedselvoorziening.”
#trotsopdeboer
In eigen land hebben we grote opbrengsten, maar die komen met grote problemen. “Het is momenteel moeilijk om te praten over positieve uitkomsten. De politieke ontwikkelingen van de laatste tijd hebben ons weer een aantal jaar teruggebracht”, ondervindt Tittonell. Denk aan het stikstofoverschot, milieuvervuiling, biodiversiteitscrisis, maar ook economische en sociale problemen. Zo zijn er op dit moment nog maar de helft zoveel boeren als in 2001, en treedt de vergrijzing in. “Farmers are not happy. Ze willen verder, zitten in de schulden, hebben geen opvolgers.”
Volgens Tittonell zijn we te gehecht aan oude systemen. “We moeten vooruit, niet achteruit. High tech kan erg duurzaam zijn. Kassen waren altijd niet-duurzaam, maar tegenwoordig kunnen ze draaien op geothermie en werken zonder chemicaliën, omdat ze een gesloten systeem hebben. We hebben nano-sensors om te ontdekken of een plant ziek is, nog voor hij ziek wordt. Een robot kan die plant verwijderen. Ook weten we meer van dieren, zodat je ze niet hoeft over te doseren.” Er moet een nieuw model komen, denkt hij. “We hebben al genoeg voorbeelden van hoe het anders kan.”
Er is berekend dat we de tweede landbouwexporteur zouden zijn,
maar dat zegt niks over voeding.
De Groot ondervindt aan den lijve hoe weerbarstig de praktijk is voor agro-ecologische boeren. “Zojuist heb ik afscheid genomen van mijn tuindersbestaan en al mijn spullen weggebracht.” Na de zoveelste zoektocht naar nieuw land, besloot hij het hele vergunningentraject niet meer aan te gaan. “Zoeken naar grond waar je mag telen is een heel gedoe, voor je het weet ben je drie jaar verder. Als ik wil boeren, dan wil ik een constructie waarbij ik niet hoef op te draaien voor alle risico’s.”
Waar gaat gemeenschapsgeld heen?
Tijd om eens kritisch te kijken naar onze subsidies, vindt Tittonell. “Op dit moment wordt vaak gedacht: biologisch is niet rendabel. Maar de waarheid is dat biologische en gangbare landbouw onder het huidige beleid en grondprijzen allebei niet rendabel zijn.” De maatschappij zou dus moeten mogen kiezen waarvoor we subsidies inzetten. “Wil je betalen voor vervuiling van stikstof of pesticiden? Of voor het beschermen van de gezondheid, natuur, boeren en de sector?”
Als het aan De Groot ligt gaan we onze landbouw weer als verbinder en onderdeel van onze cultuur zien. “In het Engels heet het niet voor niets ‘agro-culture’. Landbouw heeft invloed op ons landschap, op onze cultuur. Dat de grutto de nationale vogel is, dat komt door hoe we onze landbouw hebben ingericht.”
Zorgen voor ons land komt volgens hem dan ook met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. “Mensen besteden die zorg uit aan de boer. Maar dan kan het niet zo zijn dat de boer alle risico’s moet dragen wanneer een oogst tegenvalt.” Op die manier gelooft hij dat er weinig nodig is om nieuwe boeren de kans te geven om duurzaam te produceren. “We gaan gewoon beginnen. Neem barrières weg. Geef het geld gewoon aan de boeren die het anders willen aanpakken, en dan was het gisteren al gebeurd.”
Petitie ‘Landbouw, geen roofbouw’
Samen met de website start er ook een petitie, waarbij organisaties, boeren en burgers hun steun voor deze visie kunnen delen. De eis luidt: ‘Politiek, stop met het steunen en subsidiëren van verwoestende landbouw, en steun de boeren bij het toewerken naar een rechtvaardig, biodivers en klimaatneutraal landbouwsysteem.’ Na afloop van het project biedt de projectgroep de petitie aan bij de Vaste Commissie voor LVVN, samen met het pamflet waarin alle story’s gebundeld zijn. De petitie is hier te vinden.
Pablo Tittonell is een vooraanstaand agronoom en professor in agro-ecologie. Hij is gespecialiseerd in de integratie van ecologie en landbouw om duurzame productiesystemen te bevorderen. Tittonell werkt als hoogleraar aan Rijksuniversiteit Groningen en heeft internationaal onderzoek geleid naar veerkrachtige landbouwpraktijken in diverse ecosystemen en klimaatomstandigheden.
Bas de Groot is een bevlogen voedseldenker, docent, bekend als melksommelier en voormalig CSA-tuinder. Hij onderzoekt smaak, landschap en landbouw met filosofische diepgang. Zijn werk verbindt boeren, consumenten en de bodem. Met een scherp zintuig en een liefde voor ambacht laat hij zien hoe proeven ons wereldbeeld kan verrijken.
Chantal van der Leest
Dit is een artikel uit de actieserie Landbouw, geen roofbouw. Kijk hier voor een overzicht van alle artikelen.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )