Big oil is groot en machtig. De verkoop van ruwe olie en de productie van allerlei voertuigen, schepen en vliegtuigen met motoren die op benzine, dieselolie of kerosine draaien, bedraagt bij elkaar meer dan 3 US trillion (3 x 10 12) US$ per jaar. Ruim een kwart van de hele wereldeconomie draait direct en indirect om ruwe olie en alle mogelijke derivaten. Een dergelijk groot economisch belang vertaalt zich ook in vrijwel onbeperkte macht over de politiek en invloed op internationale relaties. Toch heeft ook deze reus een achilleshiel want zonder vraag naar olie zou het snel over zijn.
Allereerst bestaat het hele verdienmodel uit de combinatie van gigantische volumes met kleine marges. Ten tweede wordt de marktprijs niet bepaald door de kosten maar door de verhouding tussen vraag en aanbod en ten derde is de industrie sterk afhankelijk van kapitaalsinvesteerders. Door die combinatie van factoren gaat deze industrie al onderuit bij een verlaging van de vraag met 5 -10 % met het uitzicht op nog sterkere verlaging. Een dergelijke verlaging zit er op korte termijn aan te komen door de razendsnelle opkomst van de elektrische auto, ofwel EV.
Er rijden momenteel 1 miljard personenauto’s op de wereld rond. Samen met grotere bedrijfsvoertuigen zijn er in totaal zelfs 1,4 miljard motorvoertuigen. Per jaar worden er 80 miljoen nieuwe personenauto’s verkocht, dus 8 % van het bestand en daarmee zou het in theorie 12,5 jaar duren voordat ze allemaal zijn vervangen.
In 2016 was het percentage auto’s met een stekker nog minder dan 0,9 % van de nieuw verkochte auto’s, maar in het eerste halfjaar van 2019 was het aandeel EV’s bij de nieuw aangekochte auto’s wereldwijd al 9 % Dit percentage zal naar verwachting de komende jaren verder stijgen naar 15% of 25%.
In dat geval zou het totale autobestand jaarlijks 0,15 tot 0,25 x 8 % = 1,2 – 2% meer auto’s met elektrische aandrijving hebben. Voordat alle auto’s een stekker hebben zijn we dan 50 jaar verder en is de temperatuur van onze aardbol al 3 à 4 graden hoger. Maar deze groei zou ook betekenen dat er binnen 4 à 5 jaar een situatie wordt bereikt met 5 -10 % minder benzineverbruik.
Deze simpele berekening zal niet helemaal kloppen. Tegenover een geringe afname van de totale verkoop van personenauto’s wereldwijd staat een relatieve toename van de SUV’s die minder voordelig met de brandstof omspringen. Ook de elektrificatie van de 0,4 miljard grotere bedrijfsauto’s moet eigenlijk nog op gang komen, maar de elektrische stadsbus is al wel in een snelle opkomst. In 2017 was al 13 % van de 3 miljoen stadsbussen in de wereld elektrisch
Het lijkt dus heel reëel dat de vraag naar ruwe olie binnen 10 jaar met meer dan 5 -10 % zal afnemen en dat daarmee een negatieve spiraal zal inzetten met lagere olieproductie, lagere prijs en gezien de stijgende productiekosten, aanzienlijk minder winst.
Een enkel jaartje minder winst is voor de grote olieproducenten geen groot probleem. Men is gewend aan fluctuerende prijzen en ze kunnen best een veer laten. De invloed van meer of minder investeringen in nieuwe productie laat zich ook pas over een langere periode merken. Maar als de trend doorzet en het verlies niet wordt hersteld, lopen de aandeelhouders weg en raakt het kapitaal voor nieuwe investeringen op en stort deze industrietak in.
Nog belangrijker zijn de problemen met de nationale huishoudboekjes vanwege de zgn breakeven prijs waarbij de productie en export per land niet meer voldoende is voor dekking van het nationale budget. Wat dan gebeurt, laat zich niet moeilijk raden. Handelsoorlogen en een economische crisis voor de landen die grotendeels van olie afhankelijk zijn. en dat zijn er nogal wat, is niet uitgesloten.
Die fiscal breakeven prices voor olie varieert tussen 40 US$ per barrel voor Noorwegen en sommige Arabische olievelden en 117 US$ per barrel voor Venezuela en 184 US$ per barrel voor Libië.
De huidige situatie met een prijs rond de 60 US$ per barrel is dus al niet erg rooskleurig. Het beeld van de onvoorstelbare rijkdom van de oliestaten zoals Saoedi Arabië en Kuwait is al veranderd in een beeld van ellende en armoede in veel andere landen die te zwaar op olie leunen. Dit probleem zal toenemen en binnen 10 jaar is te verwachten dat de oliewereld in een economische crisis terecht komt. Daar moeten we niet al te somber over doen, want het zal de enige snelle weg zijn naar minder CO2 uitstoot en het grote kapitaal zal snel een andere weg vinden om te renderen.
Dit is de vijfde column in een serie goed nieuws voor somberaars.
Han Blok
Wilt u oude columns sinds 2013 teruglezen, ga dan naar de website Oermenselijk.nl voor de serie jaarboekjes van Doctor Anders.