In voorgaande delen zijn ontwikkelingen van diverse globale machtsfactoren beschreven die in de afgelopen 75 jaar hebben plaatsgevonden. De machtsverhoudingen in de wereld werden oorspronkelijk bepaald door de militaire, economische en technologische dominantie van Amerika. Geopolitieke conflicten ontstonden door imperialistische neigingen, ideologische verschillen en de groeiende afhankelijkheid van olie en gas.
De macht van wapens is echter niet meer wat ze geweest is en zelfs helemaal niet in staat de moderne gevaren het hoofd te bieden. Guerrillabewegingen en terrorisme waren al onoverwinnelijk voor tanks en bommenwerpers, handelsoorlogen en boycots worden ook niet met wapens beslecht. Cybercrime, massaprotesten en verspreiding van fake-nieuws via sociale media worden al helemaal niet met wapens verdreven. Geen enkele oorlog in de afgelopen 75 jaar heeft de ideologische meningsverschillen doen verdwijnen of de vijandschappen bijgelegd. Militaire middelen kunnen het klimaatprobleem niet oplossen, het watertekort en daarmee samenhangend voedselprobleem niet oplossen en het verlies van biodiversiteit niet voorkomen. Ook de toenemende bedreiging door zoönosen kan niet door wapens worden tegengegaan. Er is daarentegen wel een enorme materiële schade aangericht en menselijk leed veroorzaakt dat heeft geleid tot meer haat en wraakgevoelens en miljoenen vluchtelingen.
Onderlinge vijandschap heeft er toe geleid dat er elk jaar door alle landen bij elkaar bijna 2 trillion aan wapens en andere militaire zaken wordt uitgegeven. De totale wereldhandel in wapens bedraagt 200 miljard per jaar. Alleen al sinds 9/11 zijn er door de oorlogen in Afghanistan, Pakistan, Irak en Syrië bij elkaar 1 miljoen slachtoffers gevallen. De oorlogen in Korea en Vietnam samen gingen gepaard met ruim 2 miljoen slachtoffers.
De oorlogen in Korea, Vietnam, Afghanistan en Irak hebben bij elkaar 3 trillion US$ gekost. De totale materiële schade door oorlogen wordt geschat op circa 10 milliard per jaar. Het aantal mensen dat op de vlucht is voor oorlogsgeweld is tussen 1990 en 2019 toegenomen van 40 tot 70 miljoen ( ongeveer 1 % van de wereldbevolking). Misschien komt er een tijd dat men de onzinnigheid van oorlogen gaat inzien.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Meerdere redenen voor verdergaande verandering
In een artikel van de Financial Times van 2021 worden een groot aantal experts op het gebied van geopolitiek en clean technologie aan het woord gelaten. De conclusies zijn duidelijk: De macht verschuift van onderlinge oorlogen naar een gezamenlijke strijd tegen klimaatopwarming, van olie naar clean tech, van Amerika naar China, en van centrale leveranciers van fossiele energie naar een netwerk van wederzijdse betrekkingen en lokaal opgewekte duurzame energie.
- De opwarming van het klimaat is een bedreiging voor alle landen en die kunnen we alleen gezamenlijk oplossen met een radicale transitie naar een duurzame samenleving. In plaats van onderlinge vijandelijkheid zullen we naar gezamenlijke afspraken moeten gaan over een eerlijke en zinvolle bijdrage aan deze transitie.
- De voorziening van olie en gas vanuit landen met grote bodemschatten was een belangrijke oorzaak voor conflicten. Die situatie gaat verdwijnen doordat energie uit wind en zon veel meer lokaal kan worden opgewekt. Dit zal gepaard gaan aan grote economische problemen bij landen en bedrijven die sterk van olie en gas afhankelijk waren. Deze kanteling van de macht die de olie- en gas producerende landen op het geopolitieke wereldtoneel spelen, zullen grote spanningen met zich meebrengen. Deze landen zullen als de wiedeweerga moeten omschakelen naar andere verdienmodellen en dan is productie en export van duurzame energie een goede mogelijkheid. In landen zoals Marokko en Australië en diverse Arabische oliestaten met een enorm potentieel aan zonne-energie is dit proces al in volle gang.
Deze op til zijnde kanteling is versneld zichtbaar geworden door de coronacrisis. Nu nog denken ExxonMobile en Shell dat ze hun enorme verliezen van 2020 wel weer te boven zullen komen als de crisis voorbij is, maar de angst voor besmetting is nog niet voorbij en zolang niet de hele wereld gevaccineerd is en er nog nieuwe mutanten opduiken, blijft die angst reëel. Het vliegverkeer en de cruises zullen daarom waarschijnlijk langere tijd nodig hebben om te herstellen. Intussen is elektrisch vervoer hard op weg om de vraag naar olie blijvend te doen dalen.
- De VS zijn niet langer onbetwist dominant en leidend voor de wereldhandel en voor de ontwikkeling van nieuwe wetenschap en technologie. Zij zijn al, of worden binnenkort ingehaald door China. Daarnaast vormen Zuid- Korea, Japan, Indonesië en India sterk opkomende economische partijen. Samen met China is het BNP van deze landen in totaal 25 trillion US$ tegenover 20 trillion in de VS en 14 trillion van de 27 EU landen plus Groot-Brittanië. De economische krachtsverhoudingen tussen de werelddelen zijn daardoor meer in evenwicht.
- Onder aanvoering van China is de economische ontwikkeling en concurrentie veel sterker gaan draaien om clean tech en high tech. De concurrentie zal voor een groot deel bepaald worden door de mate waarin de landen met nieuwe duurzame technologie voorop lopen en veel minder door wapenhandel, verouderde technologie, handelsbarrières en lage lonen. De huidige voorsprong van China op het gebied van batterijen, elektrische auto’s, zonnepanelen en windturbines zal voor de andere landen een uitdaging en een noodzaak vormen om ook mee te gaan met deze nieuwe technologie, zodat ze niet volledig van China afhankelijk worden. Nieuwe uitdagingen zoals duurzame brandstof voor schepen en vliegtuigen, energie-opslag, waterstoftechnologie en energie-management kunnen als kansen gezien worden waarbij niet het wapenarsenaal of de diplomatieke intriges maar technisch onderwijs, creativiteit en ruimte voor starters de concurrentie van een land gaan bepalen.
- De moderne economische vervlechting van productie is zo gecompliceerd dat ook handelsoorlogen weinig zin meer hebben. Het produceren van moderne technologische producten gebeurt al lang niet meer van begin tot eind in één fabriek, maar door het assembleren van duizenden onderdelen die vanuit vele landen verspreid over de wereld afkomstig zijn. Amerikaanse en Europese bedrijven vestigen fabrieken in China. Chinese, Zuid Koreaanse en Japanse bedrijven investeren in Amerika en Europa.. De effecten van diverse importheffingen die Trump instelde, kwamen veelal als een boemerang terug bij Amerikaanse burgers, boeren en bedrijven.
- De schaarste aan belangrijke grondstoffen zoals Koper, Lithium, Cobalt en Molybdeen en diverse zeldzame aarden zal een nieuwe bron van conflicten kunnen gaan vormen. Anders dan bij olie en gas zullen deze stoffen echter wel gerecycled kunnen worden. Er zal dan ook voor alle landen een uitdaging komen om in de ontwikkeling van recycling een rol te gaan spelen.
- Tot slot heeft de corona-pandemie laten zien dat de mensheid zichzelf buitengewoon kwetsbaar heeft gemaakt voor het uitbreken van nieuwe zoönosen. De moleculaire biologie zal ons weliswaar helpen ziektes beter te bestrijden, maar neemt geen oorzaken weg. De wereldwijde mobiliteit door vliegverkeer en de populariteit van massale evenementen en toerisme nemen niet af door slimme vaccins. De kans op het ontstaan van nieuwe ziektes is ook toegenomen door een combinatie van klimaatverandering, overmatige vleesconsumptie en intensieve veehouderij met diertransporten. De te grote uitstoot van methaan door herkauwers, verlies van biodiversiteit en de wereldwijde ontbossing ten behoeve van soja en palmolie zijn niet vol te houden. Op termijn zullen we naar een heel andere eiwitvoorziening toe moeten dan via intensieve veehouderij. Behalve een vermindering van de vleesconsumptie in de rijke landen zullen er alternatieve eiwitbronnen moeten worden ontwikkeld. De sterke opkomst van vleesvervangers, eiwit uit insecten en kweekvlees zal er in de komende jaren toe bijdragen om die omwenteling op gang brengen. Deze verandering kan grote effecten hebben op de wereldhandel. Dat zal zeker spanningen geven en de tractoren op het Malieveld zijn daar een voorbode van.
Politieke en maatschappelijke druk en tegendruk
De bovenstaande verschuivingen worden sterk beïnvloed door politieke en maatschappelijke druk vanwege de dreigende klimaatverandering. Die dreiging zal nog verder toenemen doordat de klimaatschade door bosbranden, overstromingen, extreme droogte en hittegolven steeds duidelijker en groter wordt. Ook de wetenschappelijke voorspellingen worden steeds overtuigender en die wetenschap voorspelt bovendien een versnelling van de opwarming.
Als we te lang blijven treuzelen raakt het klimaat over een kantelpunt. Eenmaal daar overheen is de zaak niet meer te redden. Niemand weet precies bij hoeveel graden gemiddelde opwarming dit kantelpunt bereikt wordt. De verzamelde wetenschap houdt het op 2 graden, maar zoals uit de laatste IPCC rapporten blijkt, komen we bij 1,5 graad al aan het randje van de afgrond. Nog minder zeker weten we precies wanneer dat punt bereikt zal worden, maar duidelijk is dat we zonder snelle en radicale koerswijziging dat punt al over 30 jaar bereikt zullen hebben. We weten ook dat we over 30 jaar eigenlijk de totale nieuwe uitstoot al op nul gebracht moeten hebben en dat de opwarming dan toch nog tientallen jaren in het huidige tempo door zal gaan doordat er al zoveel broeikasgas in de atmosfeer zit die we de afgelopen decennia hebben uitgestoten.
Door deze enorme politieke en maatschappelijke druk op snelle verandering vanwege het klimaat zal er ook meer tegendruk worden opgeroepen.
Uitstel
Omdat de noodzakelijke transitie zeer ingrijpend zal zijn en het klimaatprobleem pas op wat langere termijn veel ernstiger wordt en ten dele is gebaseerd op voorspellingen met een grote onzekerheidsmarge, neigen mensen er toe om het probleem voor zich uit te schuiven. Dat is erg onverstandig want een termijn van 30 jaar om een gigantische wereldwijde omschakeling naar duurzaamheid te voltooien is helemaal niet zo lang en vereist dat we nu met volle vaart beginnen. Het probleem zal steeds groter worden en een effectieve aanpak moeilijker en duurder naarmate we het langer uitstellen.
Vertragingstactieken
De olie- en gassector, de kolenindustrie en de auto-industrie hebben decennia lang twijfel gezaaid omtrent de klimaatopwarming en deze tegenpropaganda heeft nog steeds een remmende factor voor de snelheid van de transitie. Hun enorme macht is echter bezig te worden gebroken doordat duurzame energie goedkoper is geworden. Energie uit wind en zon, elektrisch vervoer en andere warmtebronnen zullen na steenkool uiteindelijk ook olie en gas volledig uit de markt drukken.
Nu even geen geld, eerst groeien
Uit het voorgaande blijkt dat er zo veel veranderingen gaande zijn dat ons economische systeem instabiel dreigt te worden. Er bestaat vrees dat de kosten zeer hoog zullen zijn en dat de economische groei tot stilstand zal komen. Het is merkwaardig dat men deze vrees niet heeft bij de gigantische bedragen die aan de defensie, wapenindustrie en fossiele industrie uitgegeven worden. Maar het conservatisme domineert voorlopig nog bijna in alle landen die er toe doen. Daarnaast zijn extreem rechtse stromingen en populisme geneigd het klimaatprobleem zelfs helemaal te ontkennen.
Zonder economische groei komt de financiële sector in de problemen en zullen er grote spanningen ontstaan tussen de voorstanders van de oude economie die op fossiele energie, arbeid, geleend kapitaal en rente is gebaseerd en de nieuwe economie die op kringlopen en duurzaamheid is gebaseerd. De huidige politieke polarisatie in de VS en in de EU is daar waarschijnlijk een voorbode van.
Die instabiliteit van het economische systeem zou er zelfs toe kunnen leiden dat men terughoudend blijft en onder het motto “nu even niet” tot verder uitstel neigt. De Republikeinse partij in de VS die aan de leiband van de olie- en gasindustrie loopt, vertegenwoordigt deze houding. President Joe Biden van de VS spreekt weliswaar verzoenende taal, maar is gebonden aan een meerderheid in het congres. Hij kan niet zoals zijn voorganger op 15 leugens per dag betrapt worden, neemt de wetenschap serieus en omringd zich met deskundigen. Dat hij aan het klimaatprobleem een topprioriteit geeft is op zich al een kanteling, maar waarschijnlijk is dat niet genoeg. De Republikeinse Partij heeft weliswaar veel aan haar gezag verloren en wegens de associatie met Trump geen goed imago meer op het wereldtoneel, maar de conservatieven zijn nog lang niet uitgespeeld. Ook het internationale overleg van de politici wordt niet gekenmerkt door snelle en radicale besluiten.
Ook in Europa zijn er veel populistische politieke partijen die het klimaatprobleem ontkennen of niet willen zien, of vinden dat anderen het maar moeten oplossen. In Nederland kunnen zelfs de zes partijen die klimaat wel hoog op de prioriteitenlijst hebben staan zelfs gezamenlijk nog geen meerderheid vormen.
Ongelijk speelveld
Een belangrijke en misschien wel de belangrijkste remmende factor op de transitie naar een duurzame samenleving is de grote ongelijkheid van het speelveld. Vervuilende industrieën vrezen voor oneerlijke concurrentie als de vervuiling in andere landen niet op gelijke wijze aan banden wordt gelegd. De grootste vervuilers van de wereld Europa, China en de VS wilden niet over de brug komen zolang de ander niet tegelijk ook zou meegaan. Dit argument van een ongelijk speelveld veroorzaakt nog steeds een enorme rem op de transitie. Rechtse politici gebruiken dit argument en krijgen veel kiezers daarin mee. Het ongelijke speelveld wordt door de grote bedrijven als een excuus gebruikt om niks te doen en met het dreigement dat ze naar andere landen zullen verhuizen, worden de regeringen gechanteerd.
Tegenover de bovengenoemde vertragende factoren staan ook een paar versnellende factoren.
Meegaan op de stroom van clean tech
De ontwikkeling van clean tech verloopt niet alleen sneller dan iedereen enige jaren geleden nog verwacht had, maar intussen is groene energie uit duurzame bronnen ook goedkoper.
Daardoor verloopt de transitie om louter economische reden dus zonder wettelijke dwang, belasting of subsidie. Er is een beweging op gang gekomen waardoor bedrijven eieren voor hun geld kiezen. Wie niet meegaat in de technologische transitie wordt op termijn uit de markt gedrukt. Nieuwe uitdagingen zijn daarentegen zeer verleidelijk voor investeerders. Voor het leggen van pijpleidingen komt het leggen van dikke stroomkabels in de plaats. Voor het bouwen van boorplatforms op zee komt het aanleggen van windparken op zee in de plaats. De olie- en gastransporten via de vloot van zeetankers wordt vervangen door tankers met vloeibaar ammoniak dat gemaakt is in landen met een overschot aan groene stroom. Olieraffinaderijen en olieterminals maken plaats voor elektrolysefabrieken voor productie van groene waterstof en opslag van waterstof in ondergrondse zoutkoepels. Ook komt er bedrijvigheid door omzetting van waterstof tot ammoniak dat wordt opgeslagen in opslagtanks. In de plaats van slachterijen en vleesverwerkende bedrijven komen fabrieken voor vega vleesvervangers, insectenkweek en kunstvleesproductie. Conventionele autofabrikanten gaan over op productie van EV’s en fabrikanten van explosiemotoren gaan over in producenten van accu’s.
De kapitaalvlucht
Al deze verschuivingen bieden niet alleen kansen maar tegenwoordig ook al meer zekerheid op lange termijn en meer uitzicht op een mooi financieel rendement en meer werkgelegenheid dan de op fossiel gebaseerde economie. Naarmate de wereldeconomie instabieler wordt, zal de behoefte aan zekerheid toenemen. Duurzame technologie trekt kapitaal aan van investeerders en dit kapitaal vloeit weg uit de sectoren big fossil en wapens die geen toekomst meer bieden of maatschappelijk onverantwoord zijn.
De vlucht van kapitaal die al op morele of ideologische gronden is ingezet door de wereldwijde desinvestment beweging, wordt overgenomen vanuit puur economische overwegingen. Over het algemeen verlopen verschuivingen van het grote kapitaal niet geleidelijk en langzaam, maar door een sneeuwbaleffect, steeds sneller. Bovendien is het beleggen van kapitaal niet gebonden aan wetgeving en trekt het zich niets aan van nationale grenzen. Nationale subsidies en belastingen kunnen dit proces echter wel beïnvloeden.
De CO2 belasting
Een belasting op de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen die recht doet aan de enorme externe kosten vanwege milieuschade, klimaatschade en gezondheidsschade zou de transitie naar schone energie enorm kunnen versnellen. Dit middel kan echter alleen effectief ingezet worden bij een gelijk speelveld. Bindende afspraken tussen de belangrijkste economieën en de producenten van fossiele energie over een uniforme stapsgewijze ophoging van CO2 belasting en tevens afschaffing van subsidies en belastingvrijstellingen voor fossiele energie kunnen in combinatie met de kapitaalvlucht de transitie in een stroomversnelling brengen.
Voldoende momentum of niet
De vraag is of de ontwikkeling van alle genoemde machtsfactoren op zichzelf al voor voldoende momentum zal zorgen. Wachten we tot de wal het schip keert, doordat de klimaatrampen escaleren en de klimaatvluchtelingen de rijke landen zullen overlopen of kijken we vooruit om erger te voorkomen? Wachten we tot andere landen de kastanjes uit het vuur halen of nemen we verantwoordelijkheid voor ons eigen aandeel? Wachten we gezien de reeds bestaande dynamiek tot vanuit de chaos alle problemen vanzelf weer overgaan of geven we nog een extra zetje om de sneeuwbal in de juiste richting aan het rollen te krijgen?.
Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden omdat progressieve krachten en het verzet vanuit conservatieve krachten elkaar voorlopig nog lijken te neutraliseren, zodat er nog te weinig gebeurt. De kans is groot dat er ondanks de veranderingen die al gaande zijn toch nog een andere sterke macht moet opstaan die een grotere snelheid en een radicalere koersveranderingen afdwingt. Een kracht die als hefboom werkt om de sneeuwbal aan het rollen te krijgen.
De kanteling door de macht van sociale media en de jonge generatie
Deze macht bestaat eigenlijk al in de vorm van een jonge generatie die geen toekomst dreigt te hebben als de verandering niet snel gebeurt. Deze generatie is weliswaar al aan het ontwaken maar moet nog wel tot volle wasdom komen. Voor een groot deel en met name in de welvarende landen leeft deze generatie in een andere wereld zonder kranten, zonder Radio- en TV-nieuws zonder boeken of tijdschriften en zonder lidmaatschap van een politieke partij. Ze leven online met Twitter, Instagram, Snapchat en Facebook. In deze andere wereld dringt het nieuws over het klimaat nauwelijks door. Of men laat zich wijsmaken dat het klimaatprobleem niet bestaat, of pas veel later speelt. Er zijn nog te veel jongeren die maar wat graag BBQen, hamburgers eten, autorijden en op vliegvakantie gaan. Over het algemeen is de neiging om zich zorgen te maken over de langere termijn bij jongeren niet zo groot en de behoefte aan luxe op korte termijn des te groter.
Our house is on fire
Maar wat als die luxe er niet meer in zit? Wat als ze nog maar een half uur per dag online mogen zijn omdat er anders te veel fossiele energie door de datacenters verbruikt wordt? Wat als de jonge mensen niet meer op buitenterrassen onder een straalkachel kunnen zitten chillen omdat gaskachels te veel CO2 uitstoten? Wat als de vliegtickets voor hun vakantiereizen drastisch verhoogd worden? Wat als er geen huizen gebouwd kunnen worden omdat het cement voor het beton te veel CO2 uitstoot?
Zo’n vaart zal het misschien niet lopen, maar er is wel een grote kans dat maatregelen om het klimaat te redden in eerste instantie ten koste zullen gaan van het luxe leven in de rijke landen en dat dit hevige protesten bij de jonge generatie zal oproepen. De ervaring met de lockdown voor corona heeft dit laten zien. Het gevaar van corona was echter niet erg groot voor de jonge generatie. Klimaatverandering zal hen juist wel treffen en bovendien veel ernstiger en zonder licht aan het einde van de tunnel vanwege een vaccin.
Zodra de studenten van nu zich gaan realiseren dat zij het passeren van die twee-graden-grens zelf gaan meemaken en dat het de scholieren van nu duidelijk wordt dat zij geen toekomst meer hebben omdat de aarde onleefbaar wordt gemaakt door gebruik van fossiele energie, vleesconsumptie en ontbossing zal deze generatie het middel grijpen waarin zij oppermachtig zijn. Strijdend aan hun zijde zullen zij miljoenen klimaatvluchtelingen vinden die nu al geen werk en geen eten hebben en helemaal niets meer te verliezen hebben. Behalve klimaatvluchtelingen vanuit de drooggevallen agrarische gebieden zullen er miljoenen jongeren in de steden van de minder rijke landen zijn die geen baan kunnen vinden omdat er te weinig economische perspectieven voor hun land zijn. De protesten na de Arabische lente hebben laten zien waartoe dit kan leiden.
Als deze protesterende generatie het verstand gebruikt en zich niet laat afleiden met complot-theoriën maar de eerlijke informatie tot zich neemt, zal die protestgolf aan kracht winnen. Ze zal er niet in eerste instantie op gericht zijn rellen te schoppen en winkels te plunderen. Ook zal het niet de inzet hebben om door te kunnen gaan met het luxe leven en de uitstoot van broeikasgassen, zodat er straks helemaal geen toekomst voor de jonge generatie meer is. Het protest zal zich juist moeten keren tegen te grote traagheid van de beleidsmakers en de bedrijven om de transitie naar duurzaamheid te bewerkstelligen. Het protest zal zich tegen de grote energieverbruikers richten die geen CO2 belasting willen betalen en geen verduurzaming van hun processen willen doorvoeren. Die doelgroepen bevinden zich niet op straat en zijn ook niet gevoelig voor protestmarsen. Ze moeten op andere manieren onder druk gezet worden.
Het doel van een dergelijke mondiale vreedzame protestbeweging kan heel eenvoudig zijn: Het leveren van een hefboom door het afdwingen dat er zo snel mogelijk één uniforme progressieve en voldoende hoge CO2 belasting in de hele wereld wordt ingevoerd en dat alle directe en indirecte subsidies voor fossiele energie gestopt worden. Om dat te bereiken zal de protestbeweging groot en internationaal moeten zijn. Niet zozeer met spandoeken op straat maar met gerichte actie naar politici, beleidsmakers, bedrijven en consumenten die deze doelen tegenwerken. Als dat gebeurt, komt de rest vanzelf. Daarmee wordt de rem op de transitie vanwege een ongelijk speelveld opgeheven. Landen en bedrijven kunnen niet meer blijven afwachten wat de ander doet. Wie niet snel duurzaam wordt, heeft geen markt. Dan is er voldoende hefboom om de sneeuwbal aan het rollen te krijgen. Het zal tot gevolg hebben dat het grote kapitaal razendsnel overgaat naar duurzame energie en andere duurzame investeringen.
Gaat dit ook gebeuren of is het een droom?
Tot nu toe kunnen lokale protestbewegingen voor lokale conflicten nog de kop ingedrukt worden met waterkanonnen, traangas en gevangenneming van oproerkraaiers. De jonge generatie beschikt echter in de vorm van sociale media over een machtsmiddel waartegen wapens, handelsoorlogen en domme presidenten niets kunnen uitrichten. Zodra deze beweging uitgroeit tot een mondiale beweging wordt die macht onweerstaanbaar.
De beweging Youth4Climate Action vanuit Zuid Korea en Indonesië en de beweging die is ingezet door Greta Thunberg toont al hoe dit ongeveer zal gaan. De volgende links geven daar meer inzicht in:
- European youth in climate action
- K-pop fans ontpoppen zich als nieuwe klimaatactivisten
- https://www.korea.net/NewsFocus/Society/view?articleId=194645
- https://www.un.org/youthenvoy/youth4climate-driving-ambition/
- https://www.un.org/en/climatechange/youth-in-action
Ik denk dat het moment er rijp voor is dat de jonge generatie opstaat en de “wapens” gebruikt waarin ze oppermachtig is. Het is maar een idee, maar volgens Victor Hugo is er geen beter idee dan een idee waar de tijd rijp voor is.
Han Blok