We waren zo gewend geraakt aan het idee dat je bij ziekte even naar de dokter kon voor een pilletje. Bij een infectie deden we even een kuurtje met antibiotica en tegen mazelen, pest, pokken, polio en tbc worden we al als kind ingeënt nog voordat we kunnen beseffen waarom. Als op latere leeftijd heupen of knieën versleten zijn, laten we en masse nieuwe zetten en zelfs een aantal soorten kanker zijn niet meer hopeloos. Corona zet ons opeens weer met beide benen op de grond.
De natuur blijft ons de baas en dat is schrikken. Dagelijks zoveel nieuwe doden erbij voelt alsof er steeds tientallen passagiersvliegtuigen tegen elkaar botsen. In de meest getroffen landen werden er per 1000 inwoners al 1 à 2 positief getest. Als niet op testen bespaard hoeft te worden zelfs 2 tot 3 keer zo veel, waarvan ongeveer de helft zonder symptomen. Het aantal doden wereldwijd is nu 65.000, een vertienvoudiging in 14 dagen en dat doet het ergste vrezen. Bovendien komt het steeds dichterbij en is het eind nog niet in zicht.
Gewend aan zekerheid
We zijn in het rijke deel van de wereld ook gewend geraakt aan zekerheid door economische groei en inkomsten uit werk of pensioen. Opeens vallen er enorme gaten in de financiële situatie van miljoenen burgers, bedrijven en landen doordat we een groot deel van de economie dat niet strikt noodzakelijk is gewoon stil zetten. Vakanties, sportwedstrijden, verre vliegreizen, cruises, concerten, museumbezoeken, beurzen, vergaderingen, winkelen, feestvieren, uit eten of naar de kroeg; we kunnen zonder.
Opeens blijkt dat al deze luxepopperij zoveel werkgelegenheid en inkomsten genereerde dat het als een domino-effect ons hele stelsel ten onder dreigt te laten gaan als we er mee stoppen. Het werkloosheidspercentage loopt op tot een hoogte die in bijna 100 jaar niet is voorgekomen. Ook blijkt nu pijnlijk duidelijk dat we te afhankelijk zijn van productieketens met veel te veel schakels die zich over de hele wereld uitstrekken. We kunnen niks meer helemaal zelf maken en we hebben nergens nog reserves of voorraden. En we merken dat als er schakels uitvallen of ergens het transport stagneert, het hele samenhangende systeem als een slordig breiwerkje uit elkaar rafelt. Zelfs de meest patriottische autofabrieken van Mercedes en BMW komen stil te liggen zonder onderdelen uit China.
Voorbode
Sommige mensen zien hierin een voorbode van wat ons te wachten staat als het klimaat straks verder op hol slaat. Zij willen het momentum gebruiken om juist nu stevig door te pakken. Weg met het neokapitalisme, fossiele energie en de globalisering. Op naar een groene duurzame wereld met kringlopen en lokale zelfvoorzienendheid. Zij zien de lage olieprijzen als een goede reden om nu eindelijk eens met de torenhoge subsidies en belastingvrijstellingen voor olie en gas te stoppen. Anderen grijpen, onder het motto “Nu even niet” de crisis juist aan om pas op de plaats te maken met al dat gedoe over green deals. Zij willen de getroffen olieboeren en vliegmaatschappijen juist extra financiële steun geven. “Nu even niet” wint het voorlopig van “Juist nu”.
Dilemma: wie wel, wie niet
Het meest bizarre is echter dat we opeens voor morele dilemma’s komen te staan waar we geen raad mee weten. Welk bedrijf of ZZPer krijgt wel en welk geen steun van de overheid om het hoofd boven water te houden? Mogen we de staatsschuld torenhoog laten oplopen om steun te bieden aan noodlijdenden en daarmee de volgende generatie met een enorme schuldenlast opzadelen? Mogen we Italië en Spanje in de steek laten door geen geld te geven? Maar het moeilijkst van alles is de selectie van patiënten. Wie kan wel en wie kan niet naar een IC verpleging als er niet genoeg bedden zijn? Of de keus tussen thuis bij je dierbaren afscheid te nemen of alleen op een IC bed in te slapen?
Op het eerste gezicht lijkt het alsof de wereld, op een paar rechtse rakkers na, unaniem de volksgezondheid voorrang geeft boven het geld. We zijn solidair met elkaar om levens te sparen van de ouderen en kwetsbaren. Het algehele gevoel van onmacht en onzekerheid roept het besef in ons op dat we het samen moeten oplossen. Nog nooit werd het woordje “samen” zo vaak gebezigd. We horen het in toespraken van koningen en presidenten en in nieuwe haastig gecomponeerde liedjes op de radio.
Te mooi om waar te zijn
We houden ons keurig aan de regels en leven mee met de artsen en verpleegkundigen die zich uit de naad werken. En wie daar vraagtekens bij durft te zetten, zoals Jort Kelder, wordt voor moordenaar uitgemaakt. We gaan er gewoon van uit dat binnenblijven levens spaart, ook al is dat nooit bewezen of zelfs twijfelachtig. Die solidariteit klinkt mooi en als bewijs voor het betoog van Rutger Bregman dat “De meeste mensen deugen”. Maar is het wel echt zo? Is het misschien niet net iets te mooi om waar te zijn en is de werkelijke motivatie om de wereld stil te zetten niet zozeer ruimhartige solidariteit en empathie maar ordinaire doodsangst? Angst voor het monster dat heel snel steeds groter wordt en steeds dichterbij komt en straks onszelf of onze geliefde komt halen. Een angst die extra groot is omdat we dit monster niet kunnen temmen, en vooral omdat we het niet kunnen ontkennen en er niet voor kunnen wegkijken.
Er zijn immers veel ernstiger situaties met veel meer slachtoffers waarvoor we dat wel kunnen, zodat we menen daar niets aan te hoeven te doen. We zijn uiterst creatief in het bedenken van uitvluchten om juist niet solidair en empathisch te hoeven zijn. Van de jaarlijkse griepepidemie met gemiddeld een half miljoen dodelijke slachtoffers weten we dat het met de zomer wel weer overgaat en we kunnen zeggen: “Het zal mij niet overkomen, want vorige jaren werd ik ook niet ziek ”. Van de ruim één miljoen verkeersslachtoffers in de wereld denken we: ”Ja maar ik let wel heel goed op”. Van de zeven miljoen doden door roken zeggen we: “Je moet toch ergens aan dood gaan” of “Mijn opa rookte als een ketter en werd 99”.
Wegkijken
Van de zeven miljoen sterfgevallen per jaar door luchtverontreiniging uit schoorstenen en uitlaatpijpen kunnen we zeggen dat het directe verband niet bewezen is. Wegkijken kunnen we ook voor de 25 miljoen vluchtelingen zolang ze maar niet bij ons op de stoep komen. We kunnen zelfs wegkijken voor het feit dat wij voor hele generaties na ons de toekomst ontnemen door met ons luxe leventje het klimaat te verpesten met: “Dat zal mijn tijd wel duren”, en “Daar vinden ze wel wat op” of “Het zal wel meevallen want onheilsprofeten zijn er altijd geweest”. De corona epidemie heeft ons overvallen en biedt dergelijke ontsnappingen voor ons geweten niet. Nog niet.
De kans is groot dat die solidariteitsgedachte zal wegzakken zodra we de getallen zullen zien afnemen.. Dat begint al bij types zoals Trump en Bolsonaro die de economie liever vandaag dan morgen weer aan het draaien willen krijgen. Hun opvatting zal terrein winnen als het allemaal wel erg lang gaat duren en vooral als straks de Chinese en Koreaanse economieën weer volop draaien terwijl die van Europa en de VS nog plat liggen. Zodra er voldoende IC bedden zijn, zullen de ouderen die nog gezond zijn hun pensioenen weer op orde willen krijgen door herstel van de aandelenkoersen. Niet het aantal coronapatiënten maar de recessie met hoge werkloosheid wordt dan het nieuwe monster. De angst voor Corona zal afnemen en de collectieve pijn door het aantal slachtoffers zal niet langer aan ons geweten knagen want we konden er immers niets aan doen of we hebben er toch alles aan gedaan wat we konden.
De aarde gewoon weer opofferen
In tegenstelling tot het klimaatprobleem zal deze pandemie vrijwel zeker vanzelf weer overgaan en mogelijk al voordat er een vaccin beschikbaar is. Ook de recessie zullen we weer achter ons laten. Opklimmend uit de recessie zal de opwarming van de aarde weer gewoon geofferd worden aan het gouden kalf, de economische groei. Of er met alle ellende ook iets goeds uit zal voortkomen moeten we maar afwachten. Sommige optimisten zien echter nu al kansen. Op de financiële markten hebben zich al vier keer zo veel nieuwe beleggers ingeschreven als normaal. Ze wachten het dieptepunt af om straks te kunnen beleggen en te profiteren van stijgende koersen. Hetzelfde gebeurt door handelaars in olie die nu voor een lage prijs inkopen en het opslaan in gigantische olietanks en schepen om straks met winst te verkopen. Als er iets positiefs uit deze crisis mag voortvloeien, mag het wat mij betreft de val van Trump zijn. Als ik wist dat het zou helpen zou ik daarvoor graag nog even binnenblijven.
Han Blok