Tijdens de afgelopen campagne voor de Provinciale verkiezingen “deed hij het weer”. Dit keer was het niet Mark Rutte zelf maar zijn politieke schaduw Geert Wilders. “Windmolens draaien niet op wind maar op subsidie” luidt de populistische kreet en dit rechts liberale leugentje om bestwil lijkt na een aantal jaren nog steeds moeilijk door de waarheid te achterhalen. Ik doe toch een poging.
In Nederland wordt via de SDE+ regeling het verschil tussen marktprijs en productiekosten voor windenergie aangevuld. Dat is bij een marktprijs van 6 cent/kWh een extra verdienste van 4 cent/kWh om te komen tot de benodigde 10 cent die het kost om de exploitatie in 15 jaar rond te krijgen. Het benodigde geld gaat niet van de rijksbegroting maar wordt verkregen door een opslag van 0,23 cent/kWh op grijze energie (Mark van Baal Factcheck 2 mei 2014).
Nederland stelt zich ten doel per 2023 minimaal 16 % van haar energieverbruik duurzaam op te wekken en denkt daarvoor een capaciteit van ca 10.000 MW aan windturbines, waarvan 6000 MW op land nodig te hebben. De molens op land zullen dan 13,2 miljard kWh stroom leveren en met 4 cent subsidie zou dat dus oplopen tot 0,5 miljard € subsidie per jaar. Tjonge!
Het is echter wel zo aardig om ook de andere kant van het energie- en subsidieverhaal te vermelden.
Nederland importeert ca 40 miljoen ton steenkool tegen ca €80 per ton zodat dit ons 3,2 miljard per jaar kost. Hiermee wekken we in de kolencentrales ongeveer 110 miljard kWh stroom op. De grondstof voor deze stroom kost dus 3 cent/kWh en de verkoopprijs schommelt tussen 4 en 6 cent/kWh. De prijs is echter niet wat het kost. Het gebruik van steenkool levert veel schade aan gezondheid en klimaat. Die kosten zijn moeilijk te becijferen maar steeds meer degelijke studies komen tot de conclusie dat die kosten aanzienlijk zijn. Dew T. Shindell van de Duke University in Durham USA becijfert in een recent artikel (Climate Change 25 februari 2015) dat voor stroom uit een kolencentrale deze zogenaamde externalities variëren van 14 – 34 cent/kWh (gemiddeld 24 cent) en voor het stoken van aardgas tussen 4 en 18 cent /kWh (gemiddeld 11 cent) Wie betaalt dat? Niemand, nou ja, eigenlijk wij met z’n allen via hogere ziektekosten en de schade ten gevolge van klimaatverandering. Eigenlijk is het niet direct betalen door de gebruikers dus een verkapte subsidie.
Voor Nederland betekent dat € 26 miljard “subsidie” voor 110 miljard kWh stroom uit de kolencentrales en voor het stoken van 40 miljard m3 gas ongeveer € 3 miljard. De eerlijkheid gebied echter te vermelden dat de Nederlandse staat wel belasting over energie laat betalen. Voor elektriciteit zijn de inkomsten uit de energiebelasting 4 miljard waarvan 2,7 opgebracht door de consument en voor gas zijn de inkomsten uit energiebelasting € 3 miljard waarvan 2 opgebracht door de consument. Grootverbruikers (meer dan 10.000 kWh/j en meer dan 5000 m3 gas per jaar) gebruiken ¾ van het totaal maar betalen nauwelijks energiebelasting en krijgen dus eigenlijk 24 cent per kWh aan subsidie voor sterk vervuilende kolenstroom.
Het is dus overduidelijk dat er netto per jaar 22 miljard subsidie gaat naar stroom uit kolencentrales. Dat is 44 keer zo veel als de 0,5 miljard € voor de realisatie van 6000 MW windmolens. Niet de windmolens maar de kolencentrales draaien op subsidie!
Zou het niet eerlijker zijn om dit tijdens verkiezingsdebatten te roepen?
Overigens is het wel erg naïef om te denken dat we met een ambitie van 16 % duurzame energie in 2023 weg komen. Als we het klimaatprobleem serieus nemen, zal het minstens met een factor 3 omhoog moeten. Als dat met 4 cent subsidie/kWh moet, dus 1,5 miljard € per jaar, dan moet dat maar. Je kunt het beschouwen als kosten voor de aanpassing van onze verouderde energie- infrastructuur. De kosten voor aanleg en onderhoud van ons wegennet bedragen jaarlijks 7 miljard en niemand roept dat auto’s op subsidie lopen.
In plaats van subsidie voor windmolens verhogen, zouden we er echter beter aan doen de verkapte subsidie op kolencentrales af te bouwen. Dat kan door die externe kosten in rekening te brengen via de energiebelasting. Dat zal echter niet in één keer met 24 cent/kWh kunnen, maar om te beginnen moeten we de energiebelasting zodanig verhogen dat er een “level playing field” komt met duurzame energie. Dat wordt dus bereikt door bij alle gebruikers (groot en klein in gelijke mate) zoveel belasting op grijze stroom te heffen dat de prijs niet onder de 10 cent/kWh komt. Op dit moment betekent dat 4 – 6 cent /kWh opslag voor de grootverbruikers en een belastingverlaging van 4 – 6 cent voor de consument. Dat is dus het spiegelbeeld van de SDE + regeling. Dan hoeft er geen subsidie meer naar de windmolens en ook niet meer naar PV installaties. Dan ontstaat er ook een prikkel voor grootverbruikers om het verbruik terug te dringen. Voor het afbouwen van ca 100 miljard kWh grijze kolen stroom naar 0 zullen de inkomsten voor de staat dan geleidelijk van 4 miljard naar 0 miljard € dalen. Met een progressief tarief in 15 jaar oplopend van 4 cent naar 24 cent is die daling grotendeels op te vangen. Aan het einde van de rit besparen we dan weer 3 miljard uit voor de import van kolen en nog eens 26 miljard aan kosten voor onze gezondheid en klimaatschade.
De energietransitie is een fluitje van een paar cent.
Han Blok