Zoals minister Wiersma zich in alle mogelijke bochten wringt om de veestapel op peil te houden voor de agrarische industrie, dat levert lachwekkende debatten in de Tweede Kamer op. Het was een bizarre vertoning vanwege haar talrijke leugens en haar domrechtse amateurisme. Het zou hilarisch zijn als het niet zo ernstig was.
In al het gesteggel over de hoeveelheden koeienstront, EU-regels dienaangaande, (verwarrende) wettelijke uitspraken, frauduleuze boeren en ontoereikende stalinnovaties komt nog nauwelijks aan de orde waarom die stront zo schadelijk is. De grond en het oppervlaktewater worden ernstig vervuild, niet alleen door stikstofverbindingen en andere chemicaliën. Een weiland met raaigras (heel eiwitrijk voor de melk) dat overbemest wordt, groeit als een gek, maar is qua microbiële biodiversiteit armer dan de woestijn.
Datzelfde geldt voor akkers die met kunstmest bemest worden en te lijden hebben van intensieve monocultuur. Met uitgekiende chemicaliën, van kunstmest en pesticiden, is een maximale opbrengst te behalen. Dit uitpersen van akkerland is een van de formidabele prestaties van de Nederlandse landbouwwetenschap, maar dodelijk voor het leven in en op de bodem.
Microbioom is ook biodiversiteit
Het terugbrengen van de biodiversiteit, van microben en wormen tot muizen, weidevogels en roofdieren, is niet alleen van belang voor een gezonde, veerkrachtige en fraaie natuur, maar ook voor de gezondheid van de bevolking. Vooral van de toekomstige bevolking. In de Tweede Kamer komt het niet aan bod in al het tumult, maar de menselijke gezondheid heeft een sterke, maar onderbelichte directe link met de bodemgezondheid, via het microbioom.
Voor de documentaire Onder het Maaiveld, die vorig jaar in de bioscoop te zien was, zijn de geduldige makers onder de grond gekropen om het gewriemel en gewroet vast te leggen. Dat is behalve fascinerend door de diversiteit aan levensvormen ook verrassend druk. De makers hadden kennelijk een gezond stuk grond te pakken bij de biologische boeren waar ze filmden.
De kritiek op de documentaire was dat er geen onvertogen woord over de vernietigende invloed van de intensieve landbouw viel, over hoe verziekt de Nederlandse bodem al is, en geen verband werd gelegd met humane gezondheid. Dat doen onderzoekers de laatste tijd wel.
Traditioneel werd er altijd gekeken naar de voedingstoffen in gewassen, zoals fytochemicaliën met antioxidante werkingen. Stofjes in koolsoorten die mogelijk tegen kanker beschermen, zoals glucosinolaten, of het beroemde lycopeen in tomaat. Veel bewijs voor die specifieke werkingen is er niet, wel is in het algemeen duidelijk dat een plantaardig dieet gezonder is dan een dieet met (veel, bewerkt) vlees.
De beestjes in ons
Tegenwoordig staat het microbioom zeer in de belangstelling van onderzoekers. Dat is vooral het gevolg van verbeterde onderzoekstechnieken, zoals de DNA-sequencing, dat de mogelijkheid biedt om de tienduizenden soorten bacteriën en andere microbiële wezens op basis van hun genetische materiaal te onderscheiden. Dat heeft de kennis van de microbiële diversiteit zeer vergroot.
In zijn boek ‘De beestjes in ons’ uit 2014 beschrijft Martin Blaser, de befaamde Amerikaanse microbioloog, ‘het belang van bacteriën’, wat ook de ondertitel is. Het boek opent met een citaat van Stephen Jay Gould: ‘We leven in het Bacteriële Tijdperk (vroeger, nu en altijd tot aan het einde van de wereld)’. Het boek geldt als een populair wetenschappelijk standaardwerk, is nog altijd heel volledig en informatief. Het is schokkend om te lezen hoe Blaser (niet met zo veel woorden) de coronapandemie voorspelde.
Een punt dat Blaser maakt is dat de moderne mens, die geëvolueerd is uit en met het microbiologische leven, door allerlei omstandigheden een verzwakt microbioom heeft. De diversiteit aan darmbacteriën is afgenomen door antibioticagebruik, eenzijdig (bewerkt) eten, milieuvervuiling, infectieziekten en medicijnen, zoals de heel veel gebruikte maagzuurremmers.
Om te illustreren hoe groot dat belang is van de bacteriën voor het ecosysteem van ons lichaam, wordt weleens de vergelijking gemaakt met een dichtbevolkte planeet. Het menselijk lichaam is de planeet, het microbiologische leven bevolkt die planeet. Als die bevolking zich misdraagt, gaat het mis. “De theorie van de ecologie maakt ons duidelijk dat degenen van wie het microbioom de grootste verstoring heeft ondergaan, het kwetsbaarst zijn,” schrijft Blaser.
Het microbioom van de moderne, westerse mens is verstoord, het immuunsysteem daardoor verzwakt, de bevattelijkheid voor infectieziekten toegenomen. Er loopt een regelrechte informatiesnelweg van het microbioom in de darmen naar de hersenen, de microbioom-darmen-hersen-as. Neurodegeneratieve ziekten kunnen hun oorsprong of verslechtering hebben in de darmen.
Verbonden met de bodem
Waar Blaser niet over schrijft, is onze connectie met de bodem waarop ons eten groeit. Voeding is van invloed op ons microbioom, dat is evident, maar ook de bacteriële wereld om ons heen. Baby’s krijgen bacteriën van hun moeder mee, maar ook van hun vader, broers en zussen, de hond, de zandbak en de grond waarop ze kruipen. Maar ook via de voeding van de ‘topsoil’, de landbouwgrond van weilanden en akkers?
No pun intended, maar dit is voor een groot deel nog onontgonnen gebied. Artikelen waarin dat verkend wordt hebben vaak al een vraag in de titel, zoals Does Soil Contribute to the Human Gut Microbiome? uit 2019. Aan de universiteit van Leiden loopt een groot project, met subsidie van NWO-KIC en in samenwerking met een groot aantal wetenschappelijke instellingen: Healthy soil for a healthy gut. De onderzoekers verwachten dat het eten van gewassen uit grond vol microbioom een positief effect zal hebben op de menselijke gezondheid, staat op de Leidse website. “Voor een gezonde darm hebben we voldoende microben nodig, zoals bacteriën, virussen en gisten. En die halen we voornamelijk uit het voedsel dat we eten.”
Wie er met een zeer strikt wetenschappelijke blik naar kijkt, zoals Peter Voshol, zal zijn twijfels hebben. Voshol is opgeleid als medisch fysioloog en deed klinisch onderzoek, onder meer naar diabetes, in Cambridge en Leiden. Hij richtte zich meer en meer op de invloed van voeding op de gezondheid en op de integratieve geneeskunde. Hij was medeoprichter van Voeding Leeft! en Keer Diabetes Om. Na enkele jaren bij het Louis Bolk Instituut in die richting te hebben gewerkt begon hij zijn bedrijf Life Growth! en geeft cursussen, consulten en lezingen.
“Ik kwam in contact met deze materie naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel over een onderzoek naar de relatie tussen de bodem en de kwaliteit van het gewas,” zegt Voshol. “Als je kijkt naar bepaalde bacteriefamilies in de bodem, die zie je bij ons in de darmen ook. Betekent dat dat de bodemmicrobioom ons microbioom bepaalt? Ik ben heel kritisch: hoezo is daar een verband? Hoeveel van wat wij eten komt rechtstreeks uit de grond, en bevat nog alles van het microbioom uit de grond? Een tomaat of sla eet je rauw, maar de rest is gewassen, afgespoeld, verpakt, gekookt, gebakken, bewerkt, gepureerd. Daar zit natuurlijk niets meer in van de originele bodem.”
Kleine effecten
Onderzoeken met probiotische preparaten waarin heel veel gunstige bacteriesoorten zitten, laten maar heel kleine effecten zien. Het best is dat te zien als het microbioom hersteld moet worden met probiotica na een antibiotica behandeling. Bij een gezond microbioom is nauwelijks invloed van probiotica te zien. “Dus hoeveel tomaten moet je eten om het microbioom van de tomaat binnen te krijgen, en binnen te houden?” vraagt Voshol.
Als je van een westers fast food dieet overgaat op een strikt vegan dieet, verandert je microbioom al in een paar weken tijd enorm. Daarover is geen discussie. Een grote diversiteit van het microbioom is heel goed, maar welke bacteriefamilies of -stammen daarin moeten zitten, daarover is nog weinig bekend, aldus Voshol. Bovendien, zeggen ook de Leidenaren, verschilt het microbioom per individu heel sterk.
Een grote diversiteit van veel soorten is goed, maar heb je dan ook genoeg van de soorten die door fermentatie van onder meer vezels genoeg nuttige bijproducten maken, zoals korteketenvetzuren en darmhormonen? Hoe is de interactie met het immuunsysteem? Die werking kan je niet onderscheiden van de werking van nutriënten die je uit voeding opneemt. Dus wat doen de bacteriën er werkelijk toe?
“In mijn lezingen leg ik uit dat er zo veel verschillende factoren zijn, dat we niet kunnen zeggen wat de bijdrage van leefstijl is, van de voeding die je eet, van de ontwikkeling van je microbioom in je eerste vijf levensjaren, van hoeveel stress je hebt ervaren enzovoort. Was iemand al depressief en kreeg hij daarna last van zijn darmen, of was het andersom? Met andere woorden: het aantonen van causaliteit van deze processen is heel moeilijk.
Ondanks zijn kritische kijk op veel van de beweringen over de invloed van de bodembacteriën op het menselijke darmmicrobioom zegt Voshol: “Hoeveel bewijs wil je hebben? Mijn baas in Cambridge zei: alles wat je vindt, daar moet een reden voor zijn. De natuur doet geen onzinnige dingen, dat kost veel te veel energie. Het is een complex plaatje. Maar er zijn knoppen waaraan je kan draaien om in een spiraal omhoog naar een betere gezondheid te komen.”
Een van die knoppen is een grote diversiteit van microbieel leven in de bodem waarop ons voedsel wordt geproduceerd. Het herstel van de bodemgezondheid heeft de aandacht van biologische en biodynamische boeren, maar ook van veel conventionele akkerbouwers. Verminderd gebruik van bestrijdingsmiddelen, beperkte bodemberoering, zoals ploegen, wisselteelt en de bodem met rust laten, het verbetert de topsoil allemaal.
Nu nog een goed mestbeleid in Nederland, met goed gebruik van veel minder koemest en minder kunstmest.
Huib Stam