Gaan we met de nieuwe regering verder op weg naar een duurzaam voedselsysteem? Of worden we door de lobbyisten van de agrarische industrie in het kabinet jaren teruggeworpen in de transitie naar gezondere en duurzame voeding? De Gezondheidsraad zou ons die weg kunnen wijzen. Maar worden de wetenschappelijk onderbouwde adviezen opgevolgd door de bewindslieden of worden ze op onderbuikgevoelens en zakelijke belangen afgeserveerd?
Traditioneel komt ook de Gezondheidsraad op Prinsjesdag met nieuwe voornemens. De Gezondheidsraad is een wetenschappelijke adviescollege van de overheid, zoals PBL, SER en SCP dat ook zijn. De raad heeft vorig jaar een interne vernieuwing afgerond met de publicatie van de Strategie Gezondheidsraad 2024-2030. “In de visie van de Gezondheidsraad is wetenschap onmisbaar voor de beleidskeuzes rond volksgezondheid en gezondheidszorg en bepalend voor de effectiviteit van beleid en voor het vertrouwen in de overheid,” schrijft de raad in een ‘mission statement’. (Dat noemt het niet zo, want de GR mijdt dat moderne gebruik van het Engels).
De raad adviseert de Ministers, de Eerste en de Tweede Kamer ‘gevraagd en ongevraagd’ op zes terreinen, en op Persoonlijk en Publiek niveau:
- Vaccinatie en screening
- Voeding
- Leefomgeving
- Arbeidsomstandigheden
- Zorg
- en het nieuwe terrein: Leefstijl en gezondheidsgedrag
Dat de Gezondheidsraad op Prinsjesdag met de nieuwe plannen komt, lijkt publicitair niet zo handig. De aandacht gaat immers rond die tijd uit naar de Troonrede en de Algemene Beschouwingen. De kans dat de voorzitter van de Gezondheidsraad, prof. dr. Bart-Jan Kullberg, hoogleraar interne geneeskunde en infectieziekten aan het Radboudumc, aan een van de talkshowtafels wordt uitgenodigd om de nieuwe plannen van de raad toe te lichten, is klein.
Toch schuwtde raad de openheid niet en benadrukt transparant te willen zijn. Op een aantal terreinen waarover de raad adviseert streeft het naar inspraak van het publiek. Tegenwoordig gaan daarom ook consultatierondes aan veel van de definitieve adviezen vooraf. De zogenaamde ‘achtergronddocumenten’ bij de adviezen bevatten eventuele zinnige amendementen die na de openbare consultatie op het secretariaat zijn binnengekomen. Een mooi voorbeeld van goed bestuur.
De commissies die de voorstellen voor de adviezen opstellen gaan daarmee uiterst ijverig en nauwgezet te werk . “De Gezondheidsraad biedt het best afgewogen advies dat op basis van de wetenschap te krijgen is,” schrijft het. “Met zijn adviezen reikt de raad op wetenschap gebaseerde inzichten en handelingsopties aan en vormt zo een brug tussen wetenschap en beleid.”
En zo hoort het ook, geen speld tussen te krijgen zou je zeggen. Als de knapste koppen (de Gezondheidsraad beschikt over een enorm netwerk in de academische wereld) in commissie de laatste wetenschappelijke inzichten verwerken tot adviezen aan de minister, dan hoeft de minister niet verder te zoeken naar een deugdelijke basis voor zijn of haar beleid.
Pijnpunten
In de inleiding van de presentatie van het Werkprogramma 2025 van de Gezondheidsraad staat een jaarlijks terugkerend zinnetje dat dit jaar niet meer zo neutraal klinkt. “De plannen in het werkprogramma kunnen in de loop van het jaar veranderen, bijvoorbeeld wanneer bewindslieden nieuwe prioriteiten stellen.” En even verderop: “Ook wil de raad de komende tijd binnen de adviezen meer aandacht vragen voor duurzaamheid en gezondheidsverschillen.” Mogelijke pijnpunten zijn al in het vizier.
De raad wil ook telkens duidelijkheid verschaffen over de “status” van een advies. Is het dringend geboden dat de overheid handelt naar het advies? Moet de hele bevolking gevaccineerd worden? Of staat het iedere burger nog vrij om af en toe een witte kadet of een karbonade te eten? Hoeft een minister zich iets aan te trekken van de adviezen? Wat kan de Gezondheidsraad in geval van het negeren van een advies ondernemen? Waarschijnlijk niets. Adviesraden hebben invloed, maar geen macht. Wat ze kunnen doen is aan hun imago werken en hun aanwezigheid in de (sociale) media vergroten.
Op de dag voor Prinsjesdag lieten het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), drie adviesraden met groot gezag, gezamenlijk weten dat het voorgenomen beleid van het kabinet Schoof 1 te veel gericht is op de korte termijn en dat bezuinigingen (op onderwijs, wetenschap, innovatie, bestaanszekerheid) op de lange termijn ten koste gaan van ‘brede welvaart’. Ook zijn de beleidsplannen (woningbouw, landbouw) onvoldoende uitgewerkt.
Is de nieuwe regering verstandig en houdt het zich aan het wetenschappelijke oordeel van de adviesraden? Zoals het rapport uit 2023 van het SCP ‘Koersen op kwaliteit van de samenleving’? Zal de nieuwe regering zich iets gelegen laten liggen aan het werk van de SER, dat begin dit jaar het rapport ‘Perspectief op brede welvaart in 2040’ publiceerde? Horen we in de komende vier jaar – of zolang Schoof 1 er zit – iets van de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR), het door de vorige milieuminister Rob Jetten in het leven geroepen adviesorgaan? Afgaand op de eerste signalen wordt het misschien tijd voor de Opstand van de Adviesraden.
Nieuwe richtlijnen
De Gezondheidsraad heeft een volle agenda voor 2025. In de eerste plaats komen er nieuwe Richtlijnen goede voeding. Dat zorgt altijd voor opwinding in kringen van voedingsdeskundigen, en wie is dat niet. De vaste Commissie Voeding “evalueert op basis van de huidige stand van wetenschap of de bestaande richtlijnen gehandhaafd kunnen blijven of moeten worden aangepast.” De vorige richtlijnen dateren uit 2015 en die lange tussenliggende periode is een indicatie van het ontbreken van de noodzaak om het huidige voedingsadvies aan te passen.
De commissie leunt zwaar op het rekenwerk van het RIVM, dat met regelmaat de Voedselconsumptiepeiling (VCP) publiceert. Daarin staat wat Nederlanders eten. De aanbevelingen van de Commissie Voeding worden door het Voedingscentrum omgewerkt tot praktische aanbevelingen en voor iedereen behapbaar samengevat in de Schijf van Vijf.
Nieuw werkterrein, milieu erbij
Met het instellen van het nieuwe aandachtsgebied Leefstijl en gezondheidsgedrag breidt het terrein van het officiële voedingsadvies zich uit. De aandacht gaat nu meer uit naar “de preventie van chronische ziekten en daarnaast worden ook milieuaspecten meegewogen, “ aldus de motivatie van de Commissie Voeding. “Een verschuiving in de richting van een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon is bevorderlijk voor de gezondheid,” schreef de Gezondheidsraad eerder.
Nu duikt de derde P op in het nationale voedingsadvies: ‘Personal, Public, en nu ook Planet’. Het mondiale voedselsysteem moet een volledige transitie ondergaan. Een alles omvattende, maar in stappen verlopende overgang naar een voedselsysteem dat zowel gezond is voor de mens, als voor bevolkingen en voor het milieu. Iedereen en alle instituten die zich met voeding en volksgezondheid bezighouden, hebben dit nieuwe onderwerp erbij gekregen. Het idee erachter is simpel: de manier waarop voeding wordt geproduceerd die goed is voor de mens is ook goed voor de planeet.
De eerste dietary guidelines for sustainability, het maken van ‘voedselkeuzes die het leven en de gezondheid ondersteunen binnen de grenzen van natuurlijke systemen in de nabije toekomst’, dateren van dertig jaar terug. Vanaf 2014 hebben de WHO en de FAO, de gezondheids- en voedselonderafdelingen van de Verenigde Naties, het voortouw genomen met programma’s tegen ondervoeding en verkeerde voeding: “Het wereldwijde voedselsysteem is kapot. Miljoenen mensen krijgen niet genoeg te eten en miljoenen anderen eten te veel van het verkeerde voedsel. Veel gezinnen kunnen zich niet genoeg nutriëntrijk voedsel veroorloven, zoals vers fruit en verse groenten, bonen, vlees en melk, terwijl voedingsmiddelen en dranken met veel vet, suiker en zout goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar zijn.” Dat was dus tien jaar geleden al een zorg.
Dieet voor de planeet
In de kern houdt de transitie naar een ‘sustainable diet for the planet’ vooral een vermindering van de productie en consumptie van dierlijke eiwitten in. En dan in het bijzonder van het soort vlees dat de meeste grond gebruikt voor het verbouwen van het voer, de meeste lucht-, bodem-, en watervervuiling veroorzaakt en het meeste water verspilt: rundvee.
Het verminderen van de veehouderij voor menselijke consumptie komt terug in alle rapporten, adviezen, congressen en studies over een duurzaam voedselsysteem. Een groep van een kleine dertig voedingswetenschappers produceerde in 2019 het EAT Lancet-rapport. Daarin komen drie uitdagingen aan bod: “een wereldbevolking van 10 miljard mensen voeden in 2050; het aantal sterfgevallen als gevolg van slechte voeding wereldwijd sterk verminderen; ecologisch duurzaam zijn om de ineenstorting van de natuurlijke wereld te voorkomen.”
Het EAT-Lancet rapport heeft veel positieve reacties opgeleverd, anderen aan het denken en rekenen gezet, maar ook veel kritiek gekregen. Het voorgestelde dieet bevat door een tekort aan dierlijke producten te weinig van bepaalde essentiële nutriënten. Die kritische noot kwam niet alleen uit de hoek van de vleesindustrie. Het rapport houdt geen rekening met sociale en culturele diversiteit en het is bovendien voor een groot deel van de wereldbevolking niet te betalen.
Die beide laatste argumenten zijn overtuigend door de WUR ingebracht. Het antwoord op de vragen en kritische noten zal gegeven worden in EAT-Lancet 2.0, dat in 2025 verschijnt. Dat moet dan een tot in de details uitgewerkt programma worden waarin rekening wordt gehouden met persoonlijke, sociale, culturele en economische omstandigheden, gericht op een voedingspatroon binnen een systeem dat gezond, duurzaam en toekomstbestendig is.
Alle regeringen zouden dat moeten omarmen. Zoals de Nederlandse regering (en het bedrijfsleven) destijds de Europese Green Deal heeft omarmd. Dat pakket van plannen, strategieën en voorstellen had als stip op de horizon het klimaatneutraal maken van het Europese continent in 2050. Weet u nog? In 2015 vond in Parijs de klimaatconferentie plaats, waar afspraken zijn gemaakt met alle Europese landen om de industrie en de landbouw te verduurzamen.
Onderdeel van de Green Deal is het Farm-to-Fork- programma, van Boer-tot-Bord. “For a fair, healthy and environmentally-friendly food system,” stond in de bekendmaking door de Europese Commissie in 2020. In datzelfde jaar is de Europese Klimaatwet van kracht geworden. Alle landen die de wet hebben ondertekend dienen zich eraan te houden.
De stuwende kracht achter de Green Deal en het onderdeel Farm-to-Fork is de man die nu recht tegenover Schoof 1 staat en probeert te redden wat er te redden valt van de Nederlandse implementatie van die wettelijke verordening: Frans Timmermans.
Gezond en duurzaam
“Op verzoek van het ministerie van LNV heeft de Gezondheidsraad verkend hoe de perspectieven van gezondheid en duurzaamheid in samenhang kunnen worden betrokken bij de voedingsadvisering.” Dat schrijft de Gezondheidsraad in het document ‘Voeding, gezondheid en duurzaamheid: een blik vooruit’.
Dit advies was in 2020 besteld door Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kabinet-Rutte III.
“Kennisontwikkeling op het gebied van duurzaamheid zou van begin af aan een plaats moeten krijgen bij advisering over goede voeding,” schreef de Gezondheidsraad aan de minister. Zij had mooie plannen voor de landbouw, die wat haar betrof zo veel mogelijk circulair moest worden om de problemen van stikstof, mestoverschot en overproductie het hoofd te bieden. Daar lijkt nog maar weinig van over te zijn onder minister Wiersma.
Het wordt interessant om te zien wat de Gezondheidsraad in de Richtlijnen goede voeding 2025 te zeggen heeft over de transitie van het voedselsysteem. Een voorproefje daarvan is de Strategie Gezondheidsraad 2024-2030. Daarin staat dat “de raad nadrukkelijker aandacht [zal] besteden aan het thema duurzaamheid door oog te hebben voor de milieu-impact van adviezen.” Leve de drie P’s,Schoof 1 boft maar met zulke adviesraden. Of hun bijdragen op waarde worden geschat is helaas nog maar de vraag.
Huib Stam