Als 2020 het einde van een tijdperk markeert, is het impliciet het begin van een nieuw. Dat schreef ik aan het slot van mijn vorige column. Hoe dat nieuwe tijdperk eruit gaat zien is met de allerbeste modellen niet te voorspellen. Daar kregen we in de eerste dagen van het jaar al een voorproefje van voorgeschoteld.
Het einde van 2020 werd in veel commentaren beschreven als het symbolische einde van een tijdperk. Veelvuldig werd de hoop uitgesproken dat we de enorme problemen die ons overvielen nu snel zouden gaan overwinnen. Dat het een opgelegde kans is om sneller daadwerkelijk duurzamer te worden. Maar als we de roze bril afzetten en kijken naar de onderliggende ontwikkelingen ontstaat een ander beeld.
Ineens gaat het schuiven
De ramp in Noorwegen vorige week, waar een hele wijk in een modderlawine verdween, is daarvan een goede illustratie. Door een opeenvolging van eerst droogte en daarna overvloedige regen raakte de ondergrond instabiel, zonder dat iemand het merkte. Totdat de hele zaak ineens begon te schuiven.
Wat er met de samenleving en de democratie in de Verenigde Staten gebeurt is een vergelijkbaar proces. De illusie van welvaart en de extreme ongelijkheid hebben decennia lang de onderliggende structuur aangetast en instabiel gemaakt. De worst van de American Dream was voor het grootste deel van de bevolking onbereikbaar, ook onder presidenten als Obama. Het succes van het grote bedrijfsleven ging en gaat nog steeds ten koste van de meeste burgers en werd geen strobreed in de weg gelegd. En dat maatschappelijk ongenoegen tot sociale en politieke aardverschuivingen kan leiden heeft de geschiedenis al vaker laten zien.
Waan van veiligheid
Hier in Europa wanen we ons nog redelijk veilig en heeft het gevoel dat ons dat niet kan overkomen nog steeds de overhand. Maar dat dachten we een jaar geleden ook over het afsluiten van de hele samenleving om een pandemie. Dat gebeurde alleen in films.
De hele wereld is echter onderling verbonden en net als het coronavirus is ook ongenoegen uiterst besmettelijk. Het leugenachtige Trumpisme en het daarmee verweven complotdenken heeft ook hier het protest gevoed van ontkenners van de werkelijkheid. Dat wordt mede in de hand gewerkt doordat elk feit in – vooral sociale – media bedolven wordt onder duizenden al dan niet gefundeerde meningen.
Het financiële drijfzand van een wereldwijd explosief toenemende schuldenlast ondergraaft ondertussen stilletjes de economie zonder dat het grote publiek er erg in heeft. Geld dat hard nodig is om de reële economie te ondersteunen wordt weggezogen voor speculatie op de beurzen, die records boeken.
Haarscheuren
De Europese eenheid, of wat er nog van over is, zit vol met haarscheuren die zich snel verdiepen. Uit angst voor verder uiteenvallen worden aanvallen op de rechtsstaat niet hard genoeg aangepakt. Maar dat versnelt de afbraak alleen nog maar.
Ondertussen verandert het klimaat verder en zien we ook daar plotselinge sprongen, zoals nu in de temperatuur boven de Noordpool. En ook die ze zijn een gevolg van onderliggende processen die we zelf op gang hebben gebracht en die we te lang hebben verwaarloosd. Totdat, net als in Noorwegen en in Washington, de boel opeens gaat schuiven.
Terwijl we crisis op crisis stapelen bestaat het antwoord van de politiek vooral uit twijfel, pappen en nathouden. Vooral Nederland blinkt daarin uit en het eindeloos gepalaver en gepolder kost zoveel tijd dat elke crisissituatie ondertussen vrijelijk verder woekert. Met nog meer ellende en ongenoegen als gevolg.
Is ongenoegen dan te voorkomen? Nee, waarschijnlijk niet.
De helft min één
We zien in vrijwel alle volwassen democratieën dat verkiezingen worden beslecht met heel kleine marges. De helft plus één legt zo de wil op aan de helft min een. Dus is bijna altijd zowat de helft van de samenleving ontevreden. Dat gaat nog wel goed als winst en verlies een beetje rouleren onder de maatschappelijke lagen. Dat gaat minder goed als het verlies telkens bij dezelfde groepen valt. En als die groepen ook nog op achterstand staan door gebrek aan middelen, bestaanszekerheid en opleiding is de onderbuik een makkelijke prooi voor opportunistische extremisten en macht zoekers die alternatieve waarheden en radicalisering prediken en exploiteren. Dat proces wordt nog versterkt door de angst voor het verlies van de rotsvast gewaande zekerheden van het dagelijkse bestaan.
Als dat niet tot maatschappelijke onrust leidt, kan het net zo goed via democratische weg leiden tot opheffing van de democratie zelf. Turkije, Polen en Hongarije zijn recente voorbeelden en de VS zijn er griezelig dichtbij gekomen.
Daar komt bij dat steeds minder mensen begrip tonen als hun vrijheid (of misschien beter: hun zelfverklaarde recht op vertier) wordt ingeperkt voor een grotere, maatschappelijke verantwoordelijkheid. In november schreef ik daar al over:
Kennelijk is vrijheid in 2020 gereduceerd tot op ieder willekeurig moment kunnen feesten en winkelen. En gaat het niet meer over het vrij kunnen bestemmen van je eigen leven in diepere zin: je overtuiging volgen, je geloof beleven, je kennis ontwikkelen. De verantwoordelijkheid die met het nemen van die vrijheid samengaat is verdampt.
Vrijheid met een kort lontje
Die uitgeklede, hedonistische vrijheidsbeleving heeft bovendien een kort lontje. Elke beperking daarvan leidt al snel tot gemor en verzet. Cynisch genoeg leidt het kiezen voor een ‘sterke’ leider in zo’n situatie meestal tot nog grotere inperking, ook van meer essentiële vrijheden.
Kortom, de vooruitzichten voor het nieuwe tijdperk dat nu zou moeten beginnen, zijn niet goed.
De coronapandemie zal zeker nog maanden leiden tot restricties, en mogelijk nog (veel) langer wanneer de verwachtingen van vaccinatie en beleid niet worden vervuld. Effectief klimaatbeleid zal op haar beurt ook tot beperkingen en kosten leiden, terwijl het risico op nieuwe rampen onverminderd blijft bestaan. En de enorme schuldenballon kan tot verdere crisis in de economie leiden, bovenop de gevolgen van de pandemie die in 2021 echt voelbaar gaan worden. Verwachten dat de samenleving daar rustig onder zal blijven is een illusie.
Hoe dan wel?
De grote vraag is nu hoe we alle problemen met de huidige democratische invulling effectief en duurzaam kunnen oplossen en hoe we daarbij de persoonlijke vrijheid van burgers zoveel mogelijk kunnen beschermen.
In Nederland proberen we politieke en maatschappelijke vraagstukken doorgaans op te lossen middels polderen. Dat polderen is eigenlijk niet meer dan een politieke variant van de kool en de geit sparen. Dat gaat goed zolang er maar een wolf is. Nu lopen er minstens drie tegelijk los: corona, klimaat en schuldencrisis.
Zoals we anno nu omgaan met democratie en met maatschappelijke problemen blijft het op zijn best kwakkelen. Uitblijven van resultaten zal radicale uitdagers van de samenleving alleen maar verder voeden. En van de partij die haar naam aan vrijheid en democratie heeft opgedragen en die de gedoodverfde winnaar lijkt van de komende verkiezingen, hoeven we ook geen duurzame en democratische hervormingen te verwachten. Ze is immers onderdeel van de doctrine die een groot deel van de problemen heeft veroorzaakt.
Als we …
Over hoe het wel zou kunnen wordt veel gedacht en geschreven. Maar de meeste van die ideeën gaan uit van ‘als’. Als we het anders zouden doen. Daarvoor zijn overigens veel goede alternatieven voorhanden. Ik noem er een paar:
- als we radicaal overgaan op groene energie;
- als we een basisinkomen invoeren;
- als we co2-uitstoot eerlijk belasten;
- als we deep democracy breed invoeren;
- als we alle multinationals eerlijk belasting laten betalen;
- als we speculatiegeld terugbrengen in de echte economie;
- als we afscheid nemen van economische groei als doel;
- als we ….
Maar ik heb er nog geen gezien dat laat zien hoe we die ‘als’-toestanden op tijd kunnen bereiken van waar we nu staan. Zelfs de meest fundamentele voorwaarde om daar überhaupt een begin mee te maken is nog niet eens in beeld: visionair, onbaatzuchtig, kundig en daadkrachtig leiderschap met een democratisch mandaat. En dan niet alleen hier, maar in een groot deel van de wereld.
Ondertussen zijn er nog een paar ‘alsen’ bijgekomen:
- als de vaccins langer dan 3 maanden werken;
- als de vaccins doen wat wordt beloofd;
- als we de vaccins op tijd beschikbaar en toegediend krijgen;
- als de economie de lockdowns overleeft;
- als het virus niet te snel muteert;
- als iedereen de richtlijnen zou volgen;
- als ….
Ten slotte is er een nieuwe vicieuze cirkel ontstaan die doorbroken zal moeten worden. Immers, de coronacrisis is een uitvloeisel van het vooruitschuiven van preventieve maatregelen tegen herhaaldelijk voorspelde risico’s (verergerd door maatregelen die de risico’s juist vergroten, zoals bezuinigen op gezondheidszorg). Datzelfde hebben we gedaan met klimaatverandering. En noodzakelijke maatregelen om verdere klimaatverandering tegen te gaan zullen opnieuw worden uitgesteld vanwege een nieuwe schuldencrisis die voortkomt uit de aanpak van de coronacrisis. Volgens dat proces zou ook elke komende klimaatramp de maatregelen ter voorkoming van nieuwe rampen alleen maar verder uitstellen.
Veerkracht
De wereldwijde dynamiek is niet meer te stoppen of te controleren. Waar het op aan gaat komen is de veerkracht van meer kleinschalige initiatieven van mensen, bedrijven en regio’s die tot een duurzame samenwerking en grotere zelfvoorziening kunnen komen. Die zullen niet immuun zijn voor de problemen, maar ze zullen wel een grotere kans hebben op het in stand houden van welzijn en zichzelf.
Die constatering is niet nieuw. Het is zoals de natuur werkt, een symbiose van ontelbare aantallen kleine organismen en ecosystemen verenigd in het grote geheel. Die natuur was er al lang voor ons, en die zal er nog lang na ons zijn ook, als we ons niet op tijd weten aan te passen. Duurzaam omgaan met onze vrijheid, onze democratie en met de wereld is een eerste noodzakelijke stap. Minder zelf en meer voor en met elkaar. Ik zie dit jaar als een kritische test. De uitkomst blijft onzeker.
Peter van Vliet