In 2016 was de opbrengst van zonnepanelen negen procent hoger dan in een gemiddeld jaar. Dat blijkt uit berekeningen van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal met gegevens van Siderea en het KNMI. Het aantal zonuren en de zoninstraling waren weer hoger dan voorgaande jaren.
Er waren in 2016 ongeveer 1860 zonuren, dit waren er 220 meer dan gemiddeld. Voor een set van tien zonnepanelen van 2.600 wattpiek (met optimale plaatsing) leveren de extra zonuren een meeropbrengst op van 215 kWh. Het gemiddeld stroomverbruik van een huishouden is 3.300 kWh per jaar. Voor heel Nederland kunnen er voor deze extra opbrengst 250.000 gezinnen met een elektrische auto’s duurzaam op vakantie naar Zuid Frankrijk (uitgaande van 1,5 gigawattpiek totaal vermogen van zonnepanelen in Nederland).
Opbrengst: bepaald door zonuren en zoninstraling
Niet alleen het aantal zonuren bepaalt de opbrengst van zonnepanelen. De zoninstraling speelt namelijk een nog belangrijker rol, dus hoeveel kracht de zon had. Volgens gegevens van het KNMI en Siderea was de landelijk gemiddelde zoninstraling in 2016 zeven procent hoger dan het langjarige gemiddelde. Dit komt door minder fijn stof in de atmosfeer boven Europa, waardoor minder zonnestraling wordt tegenhouden, niet door meer straling van de zon zelf.
Subsidie zonneboiler
Ook 2017 wordt een goed jaar voor zonne-energie. Per 1 januari is de subsidieregeling voor de aanschaf van een zonneboiler verhoogd. Met deze subsidie wordt duurzaam warm water nog aantrekkelijker! Een zonneboiler voor 4 personen kost ongeveer 3.300 euro. De subsidie voor zo’n boiler is met ingang van 1 januari ongeveer 1.500 euro. Het rendement van een investering in een zonneboiler is vergelijkbaar met een rente van drie procent op een spaarrekening.