Waar gaat dit over
Het World Inequality Report 2026 schetst een schokkend beeld van de wereldwijde ongelijkheid: een minuscuul deel van de mensheid bezit meer dan de helft van alle rijkdom, terwijl miljarden mensen nauwelijks zekerheid hebben.
Waarom wil je dit lezen
Omdat de kloof tussen arm en rijk niet alleen moreel onhoudbaar is, maar ook de stabiliteit van economieën, democratieën en het klimaat bedreigt. Dit rapport laat zien hoe ongelijkheid verweven is met macht, grondstoffen en beleid, en dat verandering mogelijk is.
De wereld is uit balans
Volgens het World Inequality Report 2026, opgesteld door meer dan 200 onderzoekers en mede geleid door econoom Thomas Piketty, bezit minder dan 0,001 procent van de wereldbevolking , ongeveer 60.000 mensen, drie keer zoveel vermogen als de armste helft van de mensheid samen. De rijkste 10 procent verdient bovendien meer dan alle overige 90 procent bij elkaar.
Vermogen is nog ongelijker verdeeld dan inkomen: de rijkste 10 procent bezit driekwart van het totale wereldvermogen, terwijl de onderste helft slechts 2 procent in handen heeft. In bijna elk land is de top 1 procent rijker dan de onderste 90 procent samen.
Het rapport stelt dat deze concentratie van rijkdom niet alleen onrechtvaardig is, maar ook onhoudbaar voor samenlevingen en ecosystemen. “Een kleine minderheid beschikt over ongekende financiële macht, terwijl miljarden mensen zelfs basiszekerheid ontberen,” schrijven de auteurs.
Extreem vermogen groeit sneller
Het aandeel van de rijkste 0,001 procent in het wereldvermogen steeg van 4 naar meer dan 6 procent sinds 1995. Vermogen van multimiljonairs groeide jaarlijks met zo’n 8 procent, bijna het dubbele van het tempo van de armste helft.
De gevolgen zijn diepgaand: economische ongelijkheid vergroot politieke ongelijkheid, en belastingstelsels bevoordelen juist de allerrijksten. Terwijl de meeste huishoudens hun deel afdragen, betalen miljardairs proportioneel minder belasting dan veel middeninkomens.
Een bescheiden wereldwijde belasting van 3 procent op minder dan 100.000 superrijken zou volgens de onderzoekers 750 miljard dollar per jaar kunnen opleveren, evenveel als het onderwijsbudget van alle lage en middeninkomenslanden samen.
Ongelijke kansen
De kloof in onderwijsuitgaven per kind is enorm: gemiddeld €200 in Sub-Sahara-Afrika tegenover €7.400 in Europa en €9.000 in Noord-Amerika. Dat verschil van 1 op 40 bepaalt levensloop en generaties van ongelijkheid.
Ook binnen landen verdiepen de scheidslijnen: grote steden profiteren van groei en innovatie, terwijl kleinere steden en landelijke regio’s achterblijven, met politieke vervreemding en groeiende onvrede tot gevolg.
Kapitaal vermoordt het klimaat
De rijkste 10 procent van de wereldbevolking is verantwoordelijk voor 77 procent van de CO₂-uitstoot die voortkomt uit privékapitaal, zoals investeringen, bedrijven en vastgoed. De armste helft draagt slechts 3 procent bij, maar is het kwetsbaarst voor klimaatverstoringen. Volgens het rapport is klimaatbeleid dus ook vermogensbeleid: niet alleen consumptie, maar vooral investeringen van de superrijken drijven de opwarming aan.
Gender en onzichtbaar werk
Zelfs zonder rekening te houden met onbetaalde zorgtaken verdienen vrouwen wereldwijd gemiddeld 61 procent van wat mannen verdienen per gewerkt uur. Tel je dat onbetaalde werk wél mee, dan zakt dat naar 32 procent.
Deze cijfers maken zichtbaar hoe diep ongelijkheid in arbeid en waardering verankerd is, en hoe cruciaal herverdeling van zorgtaken blijft voor echte gelijkheid.
Systeem blijft ongelijkheid voeden
De financiële orde speelt een doorslaggevende rol. Elk jaar stroomt ongeveer 1 procent van het wereld-bbp van arme naar rijke landen via rente en beleggingswinsten, drie keer zoveel als alle ontwikkelingshulp samen.
Rijke landen lenen goedkoop en investeren met hoge opbrengsten in het Zuiden, waardoor ze optreden als “financiële renteniers”. Dit versterkt de afhankelijkheid en maakt eerlijk mondiaal beleid steeds moeilijker.
Wat nu
Volgens Joseph Stiglitz, Nobelprijswinnaar en mede-auteur van het rapport, is ongelijkheid “niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid, maar van overleven”. Hij pleit voor een internationaal panel tegen ongelijkheid, vergelijkbaar met het klimaatpanel IPCC, om beleid wereldwijd te coördineren.
Het rapport besluit met een duidelijke boodschap: de instrumenten om ongelijkheid te verkleinen bestaan, progressieve belastingen, publieke investeringen, eerlijke lonen, maar de politieke wil ontbreekt. Ondertussen houdt een kleine elite de touwtjes van de wereldeconomie in handen, terwijl miljarden mensen achterblijven.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )

