De D66-fractie in Amsterdam wil dat Amsterdam het voortouw neemt bij het opruimen lokale obstakels voor duurzame energieprojecten. In september 2013 werd een SER-akkoord gesloten tussen het rijk, gemeenten, milieuorganisaties en energiebedrijven over duurzame energie. Die afspraken zijn nu een jaar oud. Trouw meldt op basis van interne bronnen dat de eerste tekenen negatief zijn: de nationale doelstelling betreft het opwekken van lokale schone energie zou lang niet op koers liggen. Daarom pleit de partij voor extra actie van de kant van de gemeente.
Marijn Bosman, woordvoerder duurzaamheid voor D66: “Mensen moeten de ruimte krijgen om zelf initiatieven te nemen”. Nu blijkt dat juist de initiatieven in wijken en buurten tegen obstakels oplopen, vindt zij dat de gemeente extra druk moet zetten om meer duurzame energie mogelijk te maken. “Er zijn veel te veel administratieve vereisten die de business case van met name zonne-energie tegenhouden. Er is nu momentum om lokale initiatieven meer ruimte te geven buiten de nationale wetgeving. De minister heeft aangegeven dat hij open staat voor experimenten. Amsterdam moet hier direct op springen en de kans pakken om op krachtig op te komen voor de lokale duurzaamheidsinitiatieven die de stad rijk is.”
Bosman vraagt het college van burgemeester en wethouders om pro-actief duurzaamheidsprojecten aan te dragen bij het kabinet om te experimenteren met vrijstellingen van regelgeving en om een loket in te richten om initiatieven op weg te helpen. Amsterdam kan daarmee een voorbeeld zijn voor andere gemeenten om lokale initiatieven effectief te steunen.